Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 25, vierde lid, van de Landsverordening basisonderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingMINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 25, vierde lid, van de Landsverordening basisonderwijs
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Onderwijs_x002C_ Cultuur_x002C_ Jeugd en Sport
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 28 juli 1982, gepubliceerd in P.B. 1982, no. 215, en in werking getreden op 30 juli 1982, met terugwerkende kracht tot en met 1 april 1979.

Let op! Ingevolge artikel 54, tweede lid, van de Landsverordening funderend onderwijs zijn de Landsverordening basisonderwijs en haar uitvoeringsregelingen momenteel alleen nog maar van toepassing op het speciaal onderwijs.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening basisonderwijs, artikel 25

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

03-05-2013

AB 2013, GT no. 737

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 25, vierde lid, van de Landsverordening basisonderwijs

 

 

Artikel 1
  • 1.

    De bezitter van een akte van bekwaamheid als hoofdleidster, bedoeld in artikel 32, vierde lid, onder c, van de Landsverordening voortgezet onderwijs is bevoegd tot het geven van basisonderwijs in de eerste twee leerjaren, indien hij:

    • a.

      ten minste drie jaren ervaring heeft in het kleuteronderwijs; en

    • b.

      in het bezit is van een diploma van een applicatiecursus ter verkrijging van de bevoegdheid tot het geven van basisonderwijs in de eerste twee leerjaren, waarvan de eindexameneisen en de duur bij ministeriële regeling zijn vastgesteld.

  • 2.

    Voor ten hoogste de duur van de applicatiecursus kan van het eerste lid, onder b, worden afgeweken indien de bezitter van een akte van bekwaamheid als hoofdleidster, bedoeld in artikel 32, vierde lid, onder c, van de Landsverordening voortgezet onderwijs:

    • a.

      na een theoretische en praktische voorbereiding van zes maanden, naar het oordeel van de directeur of adjunctdirecteur van de instelling, waaraan de applicatiecursus is verbonden, in staat wordt geacht de opleiding binnen de cursusduur met gunstig gevolg af te ronden;

    • b.

      de lessen volgt aan en begeleid wordt door de instelling, bedoeld onder a; en

    • c.

      wordt begeleid door het hoofd van de school waarbij betrokkene werkzaam is en het hoofd bij die begeleiding nauw samengewerkt met de instelling, bedoeld in onderdeel a.

Artikel 2

[regelt de inwerkingtreding]