Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 10, onder e, van de Politieregeling (Landsbesluit opleidingen politiepersoneel) |
Citeertitel | Landsbesluit opleidingen politiepersoneel |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 21 november 1977, gepubliceerd in P.B. 1977, no. 314, en in werking getreden op 1 december 1977.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Op grond de overgangsbepaling in artikel 31 van de Politieregeling 1999 (P.B. 1999, no. 79) blijft deze regeling van kracht totdat die overeenkomstig de nieuwe landverordening is vervangen.
Ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 15, derde lid, artikel 22, derde lid, artikel 29, derde lid, en artikel 36, derde lid, van het Landsbesluit opleidingen politiepersoneel
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 28-02-2013 AB 2013, GT no. 430 | n.v.t. |
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen
De organisatie en coördinatie van de in artikel 2 bedoelde opleidingen, alsmede het toezicht, berusten bij de korpschef. Hij pleegt daartoe overleg met de chefs van de onderscheidene korpsonderdelen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4, eerste en tweede lid, van het Landsbesluit werving politiepersoneel kunnen deelnemers aan opleidingen die de lessen niet geregeld bijwonen, dan wel blijk geven van onvoldoende ijver en weinig vorderingen of door hun gedrag de geregelde voortgang van de lessen storen, door de korpschef van de opleiding worden verwijderd.
Tegen een beslissing tot verwijdering, welke schriftelijk en met redenen omkleed moet zijn, staat betrokkene gedurende acht dagen nadat hem de beslissing is uitgereikt, schriftelijk beroep open bij de minister. Van deze mogelijkheid tot het instellen van beroep wordt in de beslissing melding gemaakt.
De kosten verbonden aan de in dit landsbesluit bedoelde opleidingen worden telkenmale door de minister bij beschikking vastgesteld.
De leerkrachten, die les geven in door de minister aan te wijzen vakken waaraan veel correctiewerk is verbonden, ontvangen voor correctie van schriftelijke werkstukken in die vakken een door de minister vast te stellen vergoeding. Het bepaalde in het vierde lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.
De voorzitter, de secretarissen en de leden van de in artikel 43 bedoelde commissie en de gecommitteerden, als bedoeld in artikel 44, genieten een door de minister in overleg met de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport vast te stellen vergoeding.
Het beoordelen van prestaties in elk vak waarover ingevolge dit landsbesluit een tentamen, examen of herexamen wordt gehouden en aan het aan de hand daarvan toekennen van een cijfer of kwalificatie geschieden door twee door de korpschef aan te wijzen beoordelaars gezamenlijk. Eén van deze beoordelaars is de leerkracht die het betreffende vak aan de te beoordelen leerling of kandidaat heeft onderwezen. De korpschef kan bij afwezigheid of ontstentenis van deze leerkracht een andere beoordelaar aanwijzen.
HOOFDSTUK II Van de opleiding ter verkrijging van het Politiediploma I
De opleiding ter verkrijging van het Politiediploma I is er op gericht de adspirant agent voor te bereiden op het op de juiste wijze vervullen van zijn taak als politieambtenaar in de naar hun aard sterk uiteenlopende situaties die zich in het maatschappelijk leven voordoen.
De aanvang van de in artikel 11 bedoelde opleiding wordt telkens wanneer daaraan behoefte bestaat door de korpschef vastgesteld. De duur van deze opleiding is als regel niet langer dan 52 weken.
Teneinde het juiste verloop van het opleidingsproces te volgen en de vordering van de leerlingen tijdens dit proces te beoordelen worden in de vijfde en de negende maand van de opleiding door de zorg van het hoofd van de betreffende opleidingsschool schriftelijke dan wel mondelinge tentamens gehouden in de daarvoor door de korpschef bepaalde vakken.
De beoordeling van de prestaties van de kandidaten wordt uitgedrukt in een cijfer voor wat betreft de vakken genoemd onder a tot en met o en w tot en met y van artikel 13, eerste lid. De prestaties in de vakken genoemd onder p tot en met v van artikel 13, eerste lid, worden gewaardeerd met "geslaagd" of "afgewezen".
Hij is voor het in artikel 13, eerste lid, genoemde gedeelte B geslaagd als het totaal van de cijfers dat hij voor de tot dit gedeelte behorende vakken behaalde tenminste 36 bedraagt, echter met dien verstande dat de cijfers die hij voor de onder e, f en g genoemde vakken behaalde niet minder dan 6 en de cijfers die hij voor de overige tot dit gedeelte behorende vakken behaalde niet minder dan 5 mogen bedragen.
Hij is voor het in artikel 13, eerste lid, genoemde gedeelte C geslaagd als het totaal van de cijfers dat hij voor de tot dit gedeelte behorende vakken behaalde tenminste 30 bedraagt, echter met dien verstande dat de cijfers die hij voor de onder k en l genoemde vakken behaalde niet minder dan 6 en de cijfers die hij voor de overige tot dit gedeelte behorende vakken behaalde niet minder dan 5 mogen bedragen.
De kandidaat die voor elk van de in artikel 13, eerste lid, genoemde gedeelten is geslaagd verkrijgt het Politiediploma I.
De kandidaat die niet heeft voldaan aan de in artikel 16 gestelde eisen, doch ten aanzien van wie het totaal van de door hem behaalde cijfers tenminste 108 bedraagt wordt in de gelegenheid gesteld om zo spoedig mogelijk, doch binnen 30 dagen na vaststelling van de uitslag, eenmalig een herexamen af te leggen in die vakken waarvoor een cijfer van minder dan 6 of de kwalificatie "afgewezen" werd toegekend. De overige cijfers of kwalificaties blijven hun waarde behouden. Het herexamen strekt zich slechts uit over die gedeelten of dat gedeelte waarvoor de kandidaat ingevolge het bepaalde in artikel 16 niet slaagde.
HOOFDSTUK III Van de opleiding ter verkrijging van het Politiediploma II
De opleiding ter verkrijging van het Politiediploma II is er opgericht de agent een ruimere vakkennis te verschaffen.
Hij is voor het in artikel 21, eerste lid, genoemde gedeelte E geslaagd, indien hij heeft voldaan aan de vaardigheidsproeven, vereist voor het diploma van de Koninklijke Nederlandse Vereniging "Eerste Hulp Bij Ongelukken" of van het Nederlandse Rode Kruis. De kandidaat die in het bezit is van een van de eerder genoemde diploma's, waarvan de geldigheidsduur aan het eind van de opleiding niet is verstreken, wordt tevens als geslaagd voor dit vak aangemerkt.
De kandidaat die voor elk van de in artikel 21, eerste lid genoemde gedeelten is geslaagd verkrijgt het Politiediploma II.
De kandidaat die niet heeft voldaan aan de in artikel 23 gestelde eisen doch ten aanzien van wie het totaal van de door hem behaalde cijfers tenminste 48 bedraagt, wordt in de gelegenheid gesteld om zo spoedig mogelijk, doch binnen 30 dagen na vaststelling van de uitslag, eenmalig een herexamen af te leggen in die vakken waarvoor een cijfer van minder dan 6 of de kwalificatie "afgewezen" werd toegekend. De overige cijfers of kwalificaties blijven hun waarde behouden. Het herexamen strekt zich slechts uit over die gedeelten of dat gedeelte waarvoor de kandidaat ingevolge het bepaalde in artikel 23 niet slaagde.
HOOFDSTUK IV Van de opleiding ter verkrijging van het Politiediploma III
De opleiding ter verkrijging van het Politiediploma III is er op gericht de vakkennis van de brigadier en de agent 1ste klasse te verruimen en hem zowel in vaktechnisch als praktisch opzicht voor te bereiden op het vervullen van een leidinggevende taak.
De korpschef bepaalt, rekening houdend met de dienstbelangen en de opleidingsmogelijkheden, het aantal tot de opleiding toe te laten deelnemers. Afhankelijk hiervan en in de volgorde van de ranglijst worden de brigadiers en de agenten 1ste klasse die zich tijdig hebben aangemeld tot de opleiding toegelaten.
Indien een kandidaat die een bij een eerder gehouden examen verbonden aan een opleiding zoals bedoeld in het vierde lid wordt afgewezen niet tot een nieuwe opleiding kan worden toegelaten wegens het feit dat het aantal bedoeld in het derde lid is bereikt, dan kan deze kandidaat op eigen risico deelnemen aan het examen verbonden aan die opleiding.
Het voornemen tot het houden van een opleiding, de aanvangsdatum, de plaats waar de opleiding zal worden gehouden, het aantal toe te laten deelnemers, de sluitingsdatum van de aanmelding, alsmede de namen van hen die na aanmelding tot de opleiding werden toegelaten, worden door de zorg van de korpschef in het Politieblad Sint Maarten bekendgemaakt.
Hij is voor het in artikel 28, eerste lid, genoemde gedeelte B geslaagd als het totaal van de cijfers dat hij voor de tot dit gedeelte behorende vakken behaalde 42 bedraagt, echter met dien verstande dat de cijfers die voor de onder e, f, g, h, en k van artikel 28, eerste lid, genoemde vakken behaalde niet minder dan 6 en de cijfers die hij voor de overige tot dit gedeelte behorende vakken behaalde niet minder dan 5 mogen bedragen.
Hij is voor het in artikel 28, eerste lid, genoemde gedeelte C geslaagd als het totaal van de cijfers dat hij voor de tot dit gedeelte behorende vakken behaalde tenminste 12 bedraagt, echter met dien verstande dat het cijfer dat hij voor het onder l genoemde vak behaalde niet minder dan zes en het cijfer dat hij voor het onder m genoemde vak behaalde niet minder dan 5 mag bedragen.
Hij is voor het in artikel 28, eerste lid, genoemde gedeelte D geslaagd als het totaal van de cijfers dat hij voor de tot dit gedeelte behorende vakken behaalde tenminste 24 bedraagt, echter met dien verstande dat de cijfers die voor de onder n, o en q van artikel 28, eerste lid, genoemde vakken behaalde niet minder dan 6 en het cijfer dat voor het onder p genoemde vak behaalde niet minder dan 5 mag bedragen.
De kandidaat die voor elk van de in artikel 28, eerste lid, genoemde gedeelten is geslaagd verkrijgt het Politiediploma III.
De kandidaat die niet heeft voldaan aan de in artikel 30 gestelde eisen, doch ten aanzien van wie het totaal van de door hem behaalde cijfers tenminste 114 bedraagt, wordt in de gelegenheid gesteld om zo spoedig mogelijk, doch binnen 30 dagen na de vaststelling van de uitslag, eenmalig een herexamen af te leggen in die vakken waarvoor een cijfer van minder dan 6 werd toegekend. De overige cijfers blijven hun waarde behouden. Het herexamen strekt zich slechts uit over die gedeelten of dat gedeelte waarvoor de kandidaat ingevolge het bepaalde in artikel 30 niet slaagde.
HOOFDSTUK V Van de opleiding ter verkrijging van het Politiediploma IV
De opleiding ter verkrijging van het Politiediploma IV is er op gericht de hoofdagent een ruimer inzicht te geven in zijn leidinggevende taak en hem voor te bereiden op het bekleden van een functie in de rang van onderinspecteur.
De korpschef bepaalt, rekening houdend met de voorziening in de behoefte aan functies die door politieambtenaren in de rang van onderinspecteur dienen te worden vervuld, het aantal tot de opleiding toe te laten deelnemers. Afhankelijk hiervan en in de volgorde van de ranglijst worden de hoofdagenten die zich tijdig hebben aangemeld tot de opleiding toegelaten.
De kandidaat is voor de in artikel 35, eerste lid, genoemde vakken geslaagd als het totaal van de voor die vakken behaalde cijfers tenminste 60 bedraagt, echter met dien verstande, dat het cijfer dat hij voor de onder a, b, c, d, g, h, i, en j van artikel 35, eerste lid, genoemde vakken behaalde niet minder dan 6 en het cijfer dat hij voor de overige vakken behaalde niet minder dan 5 mag bedragen.
De kandidaat die voor elk van de in artikel 35, eerste lid, genoemde vakken is geslaagd verkrijgt het Politiediploma IV.
De kandidaat die niet heeft voldaan aan de in artikel 37 gestelde eisen, doch ten aanzien van wie het totaal van de door hem behaalde cijfers tenminste 60 bedraagt, wordt in de gelegenheid gesteld om zo spoedig mogelijk, doch binnen 30 dagen na vaststelling van de uitslag, eenmalig een herexamen af te leggen in die vakken waarvoor een cijfer van minder dan een 6 werd toegekend. De overige cijfers blijven hun waarde behouden.
HOOFDSTUK VII Van examens en herexamens
Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken I tot en met VI worden de examens en herexamens gehouden overeenkomstig de in dit hoofdstuk gestelde regels.
Voor elk van de ingevolge dit landsbesluit af te nemen examens en herexamens wordt bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een examencommissie ingesteld, bestaande uit een voorzitter, een secretaris en leden, onder wie de in artikel 10, eerste lid, bedoelde beoordelaars. De korpschef treedt op als voorzitter van de examencommissie.
De gecommitteerden zien toe op een juiste gang van zaken bij de examens en herexamens alsmede op het te handhaven niveau. Zij wonen daartoe zoveel mogelijk de examens, herexamens en de vergaderingen van de examencommissie bij en kunnen inzage verlangen van het bij het examen of herexamen of tijdens de opleiding gemaakte werkstukken en van de opgaven welke daarop betrekking hebben.
Het gebruik van andere dan door het hoofd van de betreffende opleidingsschool voorgeschreven hulpmiddelen bij het maken van het schriftelijk examenwerk is verboden. Het gebruik van een woordenboek en van de naar het oordeel van het hoofd van de opleidingsschool noodzakelijke wettelijke regelingen kan bij het maken van het schriftelijk examenwerk worden toegestaan.
Kandidaten die zich ten aanzien van een examen of herexamen aan enig bedrog schuldig maken of hebben gemaakt worden door de examencommissie bij monde van haar voorzitter van deelneming of verder deelneming aan het examen of herexamen uitgesloten respectievelijk als niet geslaagd aangemerkt. Hierop wordt de kandidaat vóór de aanvang van het examen of herexamen nadrukkelijk gewezen.