Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende regels ten aanzien van het onderzoek naar en de winning van petroleum in of op de Saba Bank

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende regels ten aanzien van het onderzoek naar en de winning van petroleum in of op de Saba Bank
CiteertitelPetroleumlandsverordening Saba Bank
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 13 december 1976, gepubliceerd in P.B. 1976, no. 251, en in werking getreden op 20 maart 1980.

De zeegrens tussen Sint Maaren en Saba is vastgesteld bij de Rijkswet tot vaststelling zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba (Stb. 2010, 388).

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-2015Art. 11, 12

17-04-2015

AB 2015, no. 9

onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

03-05-2013

AB 2013, GT no. 767

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regels ten aanzien van het onderzoek naar en de winning van petroleum in of op de Saba Bank

 

 

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde wordt verstaan onder:

Saba Bank

:

het onder de Caraïbische Zee in het tot Sint Maarten behorende deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk der Nederlanden mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay gesloten Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) souvereine rechten heeft en dat aangegeven is op de bij deze landsverordening als bijlage I gevoegde kaart en in bijlage II bij deze landsverordening nader is omschreven;

petroleum

:

aardolie en aardgas;

aardolie

:

ruwe minerale olie, condensaat, asfalt, ozokeriet en alle soorten koolwaterstoffen, zwavel en bitumina, in vaste en in vloeibare vorm, in hun natuurlijke staat of verkregen uit aardgas door condensatie of extractie;

aardgas

:

alle gasvormige koolwaterstoffen geproduceerd uit een put, inbegrepen nat aardgas, droog aardgas, puthoofdgas en residuëel gas, overblijvende na de extractie van vloeibare koolwaterstoffen uit nat gas, en gas niet bestaande uit koolwaterstoffen voorkomend in natuurlijke associatie met gasvormige of vloeibare koolwaterstoffen;

vat

:

een hoeveelheid of eenheid olie gelijk aan 42 Amerikaanse Gallon bij een temperatuur van 60 graden Fahrenheit (60F);

petroleuminstallatie

:

a)

een in, op of boven de Saba Bank geplaatste inrichting voor het onderzoek naar en de winning van petroleum;

 

 

b)

een samenstel van inrichtingen waarvan er tenminste één aan de onder a) gegeven omschrijving voldoet;

Mijnraad

:

de raad, bedoeld in artikel 9;

minister

:

de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie;

Inspectie-ambtenaren

:

de ambtenaren aangewezen krachtens artikel 10, eerste lid.

Artikel 2
  • 1.

    De in of op de Saba Bank aanwezige petroleum is eigendom van Sint Maarten.

  • 2.

    De eigendom van deze petroleum gaat door de winning over op de in artikel 3 genoemde naamloze vennootschap.

Artikel 3
  • 1.

    De naamloze vennootschap Saba Bank Resources N.V., gevestigd op Saba, heeft het exclusieve recht op het onderzoek naar- en de winning van petroleum in of op Saba Bank, behoudens het bepaalde in artikel 6, eerste lid.

  • 2.

    De aandelen van Saba Bank Resources N.V. kunnen slechts gehouden worden door Sint Maarten tezamen met het openbaar lichaam Saba of de Staat der Nederlanden.

Artikel 4
  • 1.

    Saba Bank Resources N.V. is gerechtigd om, indien en voorzover zij dit noodzakelijk oordeelt, met betrekking tot het onderzoek naar- en de winning van petroleum in of op de Saba Bank overeenkomsten met derden aan te gaan, die alvorens in werking te kunnen treden de goedkeuring behoeven van de minister.

  • 2.

    Ingeval een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op onderzoek met gebruikmaking van boringen en op winning van petroleum, verleent de minister zijn goedkeuring slechts indien de overeenkomst wordt aangegaan met een of meer volgens het recht van Sint Maarten opgerichte en aldaar gevestigde naamloze vennootschappen.

Artikel 5
  • 1.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, de Mijnraad gehoord, regels gesteld betreffende het aangaan van de in artikel 4, eerste lid bedoelde overeenkomsten.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, de Mijnraad gehoord, nadere regels gesteld met betrekking tot het onderzoek naar en de winning van petroleum in, op of boven de Saba Bank. Het in de vorige volzin bedoeld landsbesluit, dient in ieder geval bepalingen te bevatten:

    • a)

      ter bescherming van en controle op de ontwikkeling van de levende en niet-levende natuurlijke rijkdommen, waaronder petroleum;

    • b)

      ter voorkoming van verontreiniging van het milieu;

    • c)

      ten behoeve van de scheepvaart, de luchtvaart, de visserij, het zuiver wetenschappelijk onderzoek, het leggen en onderhouden van onderzeese kabels en pijpleidingen;

    • d)

      omtrent de arbeid en in het belang van de gezondheid van de personen, die bij het onderzoek naar en de winning van petroleum betrokken zijn;

    • e)

      in het belang van de veiligheid van personen en goederen;

    • f)

      ter bescherming van historische, oudheidkundige en andere wetenschappelijke vondsten;

    • g)

      omtrent het gebruik van electromagnetische golven;

    • h)

      ten behoeve van andere in het volkenrecht erkende belangen, waaronder verplichtingen voortvloeiende uit internationale overeenkomsten.

  • 3.

    Bij het in het eerste en tweede lid bedoelde landsbesluit kan worden bepaald, dat de minister en de ministers wie het mede aangaat daarbij omschreven bevoegdheden hebben ter uitvoering van daarbij aangewezen voorschriften.

  • 4.

    Bij het in het tweede lid bedoelde landsbesluit kan voorts aan de minister de bevoegdheid worden toegekend, om in gevallen waarin ernstige aantasting van de in het tweede lid bedoelde belangen ontstaat of dreigt te ontstaan:

    • a)

      maatregelen voor te schrijven ten aanzien van het onderzoek naar en de winning van petroleum;

    • b)

      deze werkzaamheden te doen staken, zolang de voorgeschreven maatregelen niet zijn getroffen;

    • c)

      de voorgeschreven maatregelen op kosten van de nalatige te doen verrichten.

Artikel 6
  • 1.

    De minister kan op daartoe strekkend verzoek, na overleg met Saba Bank Resources N.V. en in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport aan derden vergunning verlenen tot het instellen van een zuiver wetenschappelijk onderzoek in, op of boven de Saba Bank.

  • 2.

    De minister kan, de Mijnraad gehoord, aan de in het eerste lid bedoelde vergunning voorschriften verbinden.

Artikel 7
  • 1.

    Saba Bank Resources N.V. is in verband met het in artikel 3, eerste lid, aan haar verleende recht, een heffing verschuldigd aan Sint Maarten.

  • 2.

    De grondslag van deze heffing is het aantal vaten aardolie, dat gemiddeld per dag door Saba Bank Resources N.V. of elke derde, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, is aangegaan, afzonderlijk wordt geproduceerd uit de Saba Bank.

  • 3.

    Deze heffing bedraagt, indien het volume van de gemiddelde dagproductie als bedoeld in het tweede lid niet meer dan 24.999 vaten beloopt, 12,5% van het gemiddelde dagvolume. Beloopt de gemiddelde dagproductie als bedoeld in het tweede lid meer dan 24.999 doch niet meer dan 74.999 vaten, dan bedraagt deze heffing 3.125 vaten per dag verhoogd met 25% van het gemiddelde dagvolume dat 24.999 vaten te boven gaat. Beloopt de gemiddelde dagproductie als bedoeld in het tweede lid meer dan 74.999 doch niet meer dan 199.999 vaten, dan bedraagt deze heffing 15.625 vaten per dag verhoogd met 35% van het gemiddelde dagvolume dat 74.999 vaten te boven gaat. Beloopt de gemiddelde dagproductie als bedoeld in het tweede lid meer dan 199.999 doch niet meer dan 299.999 vaten, dan bedraagt deze heffing 59.375 vaten per dag verhoogd met 37,5% van het gemiddelde dagvolume dat 199.999 vaten te boven gaat.

    Beloopt de gemiddelde dagproductie als bedoeld in het tweede lid meer dan 299.999 vaten, dan bedraagt deze heffing 96.875 vaten per dag verhoogd met 40% van het gemiddelde dagvolume dat 299.999 vaten te boven gaat.

  • 4.

    Voor de toepassing van het in het derde lid genoemde tarief van de heffing wordt het volume van de gemiddelde dagproductie, bedoeld in het tweede lid, berekend aan het eind van iedere kalendermaand aan de hand van de in de voorafgaande maand behaalde werkelijke dagproductie. Deze berekening is de basis voor de afrekening van de heffing met Sint Maarten in de daaropvolgende kalendermaand.

  • 5.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan de omrekening van de krachtens dit artikel verschuldigde vaten aardolie naar de tegenwaarde in Nederlands-Antilliaans courant worden geregeld.

  • 6.

    Het tweede tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op aardgas, met dien verstande dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een omrekeningsformule wordt vastgesteld krachtens welke een verband wordt gelegd tussen gewonnen aardgas en vaten aardolie op basis van de geldende relatieve waarden van aardgas en aardolie bij de bron.

  • 7.

    De gelden die uit hoofde van de in het eerste lid bedoelde heffing aan Sint Maarten verschuldigd zijn, worden door de zorg van de Minister van Financiën gestort in een bij landsbesluit aan te wijzen dan wel bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op te richten fonds ten behoeve van de economische ontwikkeling van Sint Maarten.

Artikel 8
  • 1.

    Derden waarmee een overeenkomst tot winning van petroleum als bedoeld in artikel 4, eerste lid, is aangegaan, zijn belasting verschuldigd op hun belastbare winst als omschreven in dit artikel.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder belastbare winst verstaan dat bedrag dat een derde, waarmee een overeenkomst tot winning van petroleum als bedoeld in artikel 4, eerste lid, is aangegaan, jaarlijks verkrijgt door verkoop van de hoeveelheid aardolie die aan deze derde krachtens bedoelde overeenkomst in natura is toegewezen, verminderd met de kosten tot verwerving, inning en behoud van de inkomsten. Deze kosten mogen niet meer belopen dan een bedrag dat voor analoge transacties tussen derden als redelijk kan worden aangemerkt en zullen het bij bovenbedoelde overeenkomst vastgestelde percentage niet kunnen overschrijden.

  • 3.

    Indien en voorzover een overeenkomst tot winning van petroleum als bedoeld in artikel 4, eerste lid, voorziet in betaling door Saba Bank Resources N.V. van de belasting, als bedoeld in dit artikel, wordt de belastbare winst verhoogd met een bedrag gelijk aan de door Saba Bank Resources N.V. te betalen winstbelasting.

  • 4.

    Onverkort het bepaalde in het tweede lid, worden kosten die het in dat lid bedoelde percentage overtreffen, toegevoegd aan de kosten van een volgend jaar.

  • 5.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan de omrekening van de hoeveelheid aardolie bedoeld in het tweede lid naar de tegenwaarde in Nederlands-Antilliaans courant worden geregeld.

  • 6.

    De door een derde waarmee een overeenkomst tot winning van petroleum als bedoeld in artikel 4, eerste lid, is aangegaan, verschuldigde winstbelasting bedraagt 30% van de belastbare winst, indien er geen opcentenheffing plaats vindt.

    De verschuldigde winstbelasting, wordt ingeval van opcentenheffing zodanig bepaald, dat de winstbelasting en de opcenten tezamen 30% van de belastbare winst bedragen.

  • 7.

    Voor de duur van een overeenkomst tot winning van petroleum als bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt door Sint Maarten geen hogere belasting dan bedoeld in het zesde lid van dit artikel geheven.

  • 8.

    De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op aardgas, met dien verstande dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een omrekeningsformule wordt vastgesteld krachtens welke een verband wordt gelegd tussen gewonnen aardgas en vaten aardolie op basis van de geldende relatieve waarden van aardgas en aardolie bij de bron.

  • 9.

    Voorzover daarvan in dit artikel niet uitdrukkelijk is afgeweken, blijven de bepalingen van de Landsverordening op de Winstbelasting van toepassing. De winst, behaald uit anderen hoofde dan met de activiteiten welke specifiek omschreven zijn in bovenbedoelde overeenkomst, blijft onderworpen aan de bepalingen van voornoemde landsverordening.

Artikel 9
  • 1.

    Er is een Mijnraad, die tot taak heeft de minister te adviseren omtrent de uitvoering van deze landsverordening.

  • 2.

    Saba Bank Resources N.V. is verplicht de Mijnraad alle verlangde inlichtingen en gegevens te verschaffen betreffende het onderzoek naar en de winning van petroleum in of op de Saba Bank.

  • 3.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld betreffende de samenstelling en werkwijze van de Mijnraad.

  • 4.

    De Mijnraad brengt jaarlijks vóór 31 december aan de minister schriftelijk verslag uit omtrent zijn werkzaamheden.

Artikel 10
  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2.

    De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen.

  • 3.

    Indien nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 5.

    Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 11
  • 1.

    Hij die opzettelijk zonder vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, handelt, maakt zich aan een misdrijf schuldig en wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren en een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met een van deze straffen.

  • 2.

    Voor zover de handeling als in het eerste lid bedoeld niet opzettelijk is verricht, wordt zij beschouwd als overtreding en gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar en een geldboete van de derde categorie, hetzij met een van deze straffen.

Artikel 12
  • 1.

    Overtreding van het in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, vierde lid, bepaalde en van krachtens artikel 5 gestelde regels en voorschriften, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.

  • 2.

    De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 13

[vervallen]

Artikel 14

De strafwet van Sint Maarten is van toepassing op ieder die zich op een petroleuminstallatie op de Saba Bank aan enig strafbaar feit schuldig maakt.

Artikel 15

Voor de toepassing van het bij of krachtens de Landsverordening I.U. en D. bepaalde wordt in of op de Saba Bank gewonnen petroleum geacht gewonnen te zijn in het binnenland van Sint Maarten.

Artikel 16
  • 1.

    Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Petroleumlandsverordening Saba Bank.

  • 2.

    [regelt de inwerkingtreding]

Bijlage I  

Bijlage II  

PLAATSBEPALING OP DE SABA BANK

Het gebied dat bekend staat als Saba Bank beslaat 43 blokken, waarvan elk blok een rechthoekig gebied omsluit van 0 03' 45" (langs een parallel gemeten) bij 0 07' 30" (langs een meridiaan gemeten), met uitsluiting van het eiland Saba.

De blokken worden genummerd volgens het ruitensysteem, dat op bijgaande situatie-tekening is aangegeven.

De richtingen (lijnen) 17 30' 00" noorderbreedte en 63 30' 00" westerlengte verdelen het gebied (63 00' 00" W tot 64 00' 00" W, 17 00' 00" N tot 18 00' 00" N) in kwadranten A, B, C en D.

Elk kwadrant wordt verdeeld in 32 blokken van 0 03' 45" bij 0 07' 30".

De blokken die het gebied van de Saba Bank bestrijken zijn:

1763-A-24

1763-C- 3

1763-D- 1

1763-A-28

1763-C- 4

1763-D- 2

1763-A-29

1763-C- 5

1763-D- 3

1763-A-30

1763-C- 6

1763-D- 4

1763-A-31

1763-C- 7

1763-D- 5

1763-A-32

1763-C- 8

1763-D- 6

 

1763-C-11

1763-D- 9

1763-B-17

1763-C-12

1763-D-10

1763-B-18

1763-C-13

1763-D-11

1763-B-19

1763-C-14

1763-D-12

1763-B-25

1763-C-15

1763-D-13

1763-B-26

1763-C-16

1763-D-17

1763-B-27

1763-C-21

1763-D-18

1763-B-28

1763-C-22

 

1763-B-29

1763-C-23

 

 

1763-C-24

 

 

 

 

De bovenvermelde blokken worden begrensd door lijnstukken, die de navolgende punten (deze zijn gedefinieerd in het geografische stelsel) onderling verbinden.

De begrenzing wordt als volgt geformeerd:

Vanuit het beginpunt A in zuidelijke richting via een rechte lijn naar punt B, vandaar in oostelijke richting via een rechte lijn naar punt C, vandaar in zuidelijke richting via een rechte lijn naar punt D, vandaar in oostelijke richting via een rechte lijn naar punt E, vandaar in zuidelijke richting via een rechte lijn naar punt F, vandaar in westelijke richting via een rechte lijn naar punt G, vandaar in zuidelijke richting via een rechte lijn naar punt H, vandaar in westelijke richting via een rechte lijn naar punt I, vandaar in zuidelijke richting via een rechte lijn naar punt J, vandaar in westelijke richting via een rechte lijn naar punt K, vandaar in noordelijke richting via een rechte lijn naar punt L, vandaar in westelijke richting via een rechte lijn naar punt M, vandaar in noordelijke richting via een rechte lijn naar punt N, vandaar in oostelijke richting via een rechte lijn naar punt O, vandaar in noordelijke richting via een rechte lijn naar punt P, vandaar in oostelijke richting via een rechte lijn naar punt Q, vandaar in noordelijke richting via een rechte lijn naar punt R, vandaar in oostelijke richting via een rechte lijn naar het beginpunt A.

De geografische coördinaten (=graden, '=minuten, "=seconden) van de punten A t/m R zijn:

 

NOORDERBREEDTE

WESTERLENGTE

 

 

 

A

1745'00"

6318'45"

B

1737'30"

6318'45"

C

1737'30"

6311'15"

D

1730'00"

6311'15"

E

1730'00"

6307'30"

F

1722'30"

6307'30"

G

1722'30"

6311'15"

H

1715'00"

6311'15"

I

1715'00"

6322'30"

J

1707'30"

6322'30"

K

1707'30"

6345'00"

L

1715'00"

6345'00"

M

1715'00"

6352'30"

N

1730'00"

6352'30"

O

1730'00"

6348'45"

P

1737'30"

6348'45"

Q

1737'30"

6333'45"

R

1745'00"

6333'45"