Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENINGhoudende bijzondere regels ten aanzien van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten |
Citeertitel | Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | arbeidsregelgeving |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 31 mei 1972, gepubliceerd in P.B. 1972, no. 111, en in werking getreden op 30 maart 1974.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 6 van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | wijziging artikelen 8 en 8a | 17-04-2015 AB 2015, no. 9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 750 | onbekend |
In deze landsverordening wordt verstaan onder:
Een bedrijf, waarop de artikelen 3 en 4 van deze landsverordening ingevolge een ministeriële regeling, bedoeld in het eerste of derde lid, niet van toepassing zijn, is verplicht de secretaris-generaal onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst, waarvoor hij zonder evenbedoelde ministeriële regeling toestemming van de secretaris-generaal als bedoeld in artikel 4, nodig zou hebben.
De voorzitter en zijn plaatsvervanger mogen niet werkzaam zijn bij het Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid of het Ministerie van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie. Van de overige leden en van hun plaatsvervangers wordt de helft benoemd op voordracht van werkgeversorganisaties en de helft op voordracht van werknemersorganisaties.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet:
indien de beëindiging betrekking heeft op een al dan niet voortgezette arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en die beëindiging plaatsvindt tegen de in die overeenkomst opgenomen einddatum, tenzij het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft als bedoeld in artikel 1615e, zevende of achtste lid, van het Burgerlijk Wetboek.
De secretaris-generaal besluit binnen twee weken na ontvangst van het advies van de commissie, bedoeld in artikel 3, doch in ieder geval binnen zes weken na ontvangst van het verzoek om toestemming tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. In bijzondere gevallen kan de minister op verzoek van de secretaris-generaal bij met redenen omklede beschikking de termijn van zes weken verlengen tot ten hoogste 12 weken.
Het verzoek om toestemming tot het beëindigen van een arbeidsovereenkomst wordt gedaan door indiening van een ingevuld en ondertekend formulier bij de secretaris-generaal. Het model van dit formulier wordt vastgesteld door de minister en in het Afkondigingsblad bekend gemaakt. Het verzoek wordt geacht niet te zijn gedaan, zolang de in het formulier vereiste gegevens niet zijn verstrekt en de daarin vereiste bewijsstukken niet zijn overgelegd.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4, dient een werkgever, zodra hij voornemens is binnen een termijn van drie maanden 25 werknemers of meer dan wel meer dan 25% van het aantal werknemers in een vestiging van een onderneming, voor zover dit percentage niet resulteert in vijf of minder werknemers, te ontslaan dit voornemen minstens twee maanden voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst aan de secretaris-generaal te kennen te geven.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere voorschriften worden gegeven ter uitvoering van de bepalingen van deze landsverordening.