Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende vaststelling van bepalingen met betrekking tot de exploitatie van televisie-inrichtingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende vaststelling van bepalingen met betrekking tot de exploitatie van televisie-inrichtingen
CiteertitelTelevisielandsverordening
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpTelecommunicatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 26 maart 1971, gepubliceerd in P.B. 1971, no. 33, en in werking getreden op 1 januari 1973.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, onderdeel f, van de Televisielandsverordening,

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 3 van de Televisielandsverordening 

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-2015Artikel 15

17-04-2015

AB 2015, no. 9

onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

03-05-2013

AB 2013, GT no. 553

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende vaststelling van bepalingen met betrekking tot de exploitatie van televisie-inrichtingen

 

 

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze landsverordening wordt verstaan onder:

Minister

:

Minister van Financiën;

uitzending

:

de uitzending langs radio-elektrische weg van beeldprogramma's al dan niet vergezeld van klanken, bestemd voor allen, die deze wensen te ontvangen;

televisie-inrichting

:

de studiogebouwen met de daarbij behorende zendinrichtingen en verdere technische en administratieve inventaris en technische hulpmiddelen, waaronder begrepen het rollend materieel, ten dienste van de uitzendingen;

exploitant

:

de exploitant van een televisie-inrichting.

§ 2. Vergunning tot exploitatie

Artikel 2
  • 1.

    De exploitatie van een televisie-inrichting is slechts toegestaan aan degene, aan wie daartoe bij landsbesluit vergunning is verleend.

  • 2.

    Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend aan degene aan wie een machtiging als bedoeld in artikel 15 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen is verleend.

  • 3.

    De vergunning wordt verleend voor ten hoogste tien jaren. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 4.

    De vergunning kan bij een met redenen omkleed landsbesluit worden ingetrokken, indien een of meer voorwaarden van de vergunning, dan wel een of meer van de voorschriften, bij of krachtens deze landsverordening gegeven, niet of niet voldoende worden nageleefd.

Artikel 3

[vervallen]

§ 3. Voorschriften met betrekking tot de exploitatie

Artikel 4
  • 1.

    De uitzendingen mogen niet in strijd komen met of schadelijk zijn voor de gezonde geestelijke ontwikkeling van de bevolking van Sint Maarten.

  • 2.

    De exploitant deelt de programma's van de uitzendingen naar onderdelen zodanig in, dat een welverzorgd programma wordt verkregen.

Artikel 5
  • 1.

    De exploitant zendt geen programma's uit, die:

    • a.

      naar inhoud of strekking in strijd zijn met het algemeen belang of de veiligheid van het Koninkrijk of diens territoriale onschendbaarheid, waaronder begrepen het algemeen belang of de veiligheid van ieder van de landen en hun territoriale onschendbaarheid, de openbare orde of de goede zeden;

    • b.

      kennelijk bestemd zijn voor het buitenland;

    • c.

      bedrieglijke of valse noodseinen of noodroepen inhouden;

    • d.

      behoudens in noodgevallen, geadresseerde berichten bevatten;

    • e.

      direct of indirect een aanprijzing inhouden voor het aanwenden van geneesmiddelen in de zin van de Landsverordening op de geneesmiddelenvoorziening, anders dan volgens bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels;

    • f.

      direct of indirect een aanprijzing inhouden voor het gebruik van sterke drank anders dan volgens bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels;

    • g.

      in het algemeen zodanig zijn samengesteld of van een zodanige inhoud zijn, dat zij in strijd zijn met de plichten en verantwoordelijkheden van degene, die van het recht tot vrije meningsuiting gebruik maakt.

  • 2.

    De exploitant zendt films of gedeelten van films niet uit, dan nadat deze door de filmkeuringscommissie toelaatbaar zijn bevonden voor het vertonen aan personen van alle leeftijden. Films of gedeelten daarvan, welke door de filmkeuringscommissie toelaatbaar zijn bevonden voor personen ouder dan 18 jaar, kunnen na 22:00 uur worden uitgezonden.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid kan de minister onder door hem te stellen voorwaarden toestemming verlenen tot het uitzenden van films of gedeelten van films, welke niet zijn gekeurd door de filmkeuringscommissie. Bij gemis aan overeenstemming tussen de exploitant en de minister beslist de Minister van Justitie.

Artikel 6
  • 1.

    De exploitant brengt ten minste een week van tevoren het programma over ten minste een week schriftelijk ter kennis van de commissie, bedoeld in artikel 7, en van het publiek.

  • 2.

    De kennisgeving houdt in:

    • a.

      aanduiding van de onderdelen, waaruit het programma bestaat;

    • b.

      opgave van de tijden, waarop ieder onderdeel van het programma wordt uitgezonden;

    • c.

      ten aanzien van de onderdelen van het programma, dat is samengesteld door of ten behoeve van maatschappelijke organisaties, de naam van die organisatie;

    • d.

      ten aanzien van het gesproken woord het onderwerp, dat wordt behandeld dan wel het algemene onderwerp van de rubriek;

    • e.

      ten aanzien van televisiespelen, de juiste titel van het spel en de namen van de auteur en de uitvoerenden;

    • f.

      ten aanzien van muziek en zang, de naam van het orkest en van de solist, onder vermelding van de rubriek, waartoe de muziek of de zang behoort.

  • 3.

    De exploitant brengt in het bekend gemaakte programma slechts wijziging, wanneer de omstandigheden zulks wenselijk of noodzakelijk maken. De commissie, bedoeld in artikel 7, ontvangt dagelijks een afschrift van de eventuele wijzigingen welke in het programma werden aangebracht.

Artikel 7
  • 1.

    In Sint Maarten is een commissie bestaande uit de minister of een door hem aan te wijzen persoon en twee bij gemeenschappelijke beschikking van de minister en de Minister van Justitie aan te wijzen leden.

  • 2.

    De commissie brengt indien zij van oordeel is dan wel redelijkerwijs vermoedt dat de uitzending van een programma of onderdeel daarvan in strijd is met een verplichting, welke bij of krachtens deze landsverordening aan de exploitant is opgelegd, onverwijld haar oordeel ter kennis van de minister en de Minister van Justitie.

  • 3.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de wijze waarop de commissie haar taak zal vervullen alsmede over de vergoeding die haar leden eventueel zullen genieten.

Artikel 8

De exploitant dient te allen tijde in staat te zijn uitzendingen te verzorgen in het Nederlands en in het Engels.

Artikel 9
  • 1.

    De exploitant legt de letterlijke tekst van het in de uitzendingen gesproken woord vast en bewaart die tekst gedurendeten minste zeven dagen.

  • 2.

    Op eerste vordering van of vanwege de Minister van Justitie stelt de exploitant de vastgestelde tekst aan deze minister ter beschikking.

Artikel 10
  • 1.

    De exploitant stelt in opdracht van de minister voor het doen van mededelingen van algemeen belang zendtijd tot ten hoogste een half uur per dag kosteloos ter beschikking van de door de minister aangewezen instantie of instanties.

  • 2.

    De minister bepaalt op welk uur van de dag de zendtijd ter beschikking moet worden gesteld.

Artikel 11
  • 1.

    De exploitant stelt, op aanvraag, zendtijd ter beschikking van bonafide maatschappelijke organisaties met een niet-commercieel doel. Indien de exploitant en de organisatie, die zendtijd aanvraagt, niet tot overeenstemming kunnen komen aangaande het ter beschikking stellen van zendtijd beslist de minister op verzoek van de meest gerede partij.

  • 2.

    De exploitant stelt aan organisaties van partij-politieke aard zendtijd ter beschikking volgens bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels. De exploitant zal aan vertegenwoordigers van buitenlandse mogendheden niet toestaan door middel van de televisie politieke propaganda te maken.

Artikel 12
  • 1.

    De exploitant stelt de tarieven vast waarvoor hij zendtijd ter beschikking van derden stelt en waarvoor hij programma's van of ten behoeve van derden uitzendt.

  • 2.

    De tarieven behoeven de goedkeuring van de minister.

Artikel 13

Indien de veiligheid van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of rechten van anderen, het voorkomen van de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen of het waarborgen van het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht, de uitzending van een programma of een onderdeel daarvan ongewenst doet zijn, of indien in het algemeen degene, die van het recht tot vrije meningsuiting gebruik maakt, daarbij in strijd komt met zijn aan dat recht verbonden plichten en verantwoordelijkheden, staakt de exploitant op vordering van of vanwege de Minister van Justitie de uitzending van dat programma of een onderdeel daarvan.

Artikel 14
  • 1.

    Indien Sint Maarten in staat van oorlog of in staat van beleg is verklaard en in geval van andere buitengewone omstandigheden, kan bij landsbesluit het gebruik van een televisie-inrichting worden gevorderd ten behoeve van het burgerlijke openbare gezag en worden geplaatst onder toezicht van een bij landsbesluit aan te wijzen instantie dan wel de werking van de televisie-inrichting geheel of gedeeltelijk worden geschorst.

  • 2.

    In de gevallen, bedoeld in het voorgaande lid, regelt het landsbesluit overeenkomstig de bepalingen, die gelden ter zake van vordering van goederen ten behoeve van de volkshuishouding of landsverordening, de schadevergoeding welke aan de exploitant van de televisie-inrichting wordt toegekend.

§ 4. Strafbepalingen

Artikel 15
  • 1.

    Overtreding van de artikelen 2, eerste lid, 5, 9, 10, eerste lid, en 13, eerste lid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de derde categorie.

  • 2.

    Overtreding van de artikelen 6, 8 en 11 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 3.

    De feiten strafbaar gesteld in het eerste lid worden beschouwd als misdrijven; de feiten strafbaar gesteld in het tweede lid worden beschouwd als overtredingen.

§ 5. Toezicht en opsporing

Artikel 16
  • 1.

    Met toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2.

    De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

  • 3.

    Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 5.

    Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 17
  • 1.

    Met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren.

    Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren dienen te voldoen.

§ 6. Overgangs- en Slotbepalingen

Artikel 18

Het bepaalde in de Vestigingsregeling voor bedrijven is niet van toepassing met betrekking tot de exploitatie van televisie-inrichtingen.

Artikel 19

Het bepaalde in deze landsverordening is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de exploitatie van inrichtingen, die beeldprogramma's, al dan niet vergezeld van klanken, door middel van elektrische geleidingen overbrengen.

Artikel 20

[vervallen]

Artikel 21

Deze landsverordening, die kan worden aangehaald als: Televisielandsverordening, treedt in werking met ingang van een nader bij landsbesluit te bepalen datum.