Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 12, eerste lid, onder 2, derde lid en artikel 13 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingMINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 12, eerste lid, onder 2, derde lid en artikel 13 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag
CiteertitelRegeling inlichtingen justitiële documentatie
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpstrafrecht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 12 augustus 1969, gepubliceerd in P.B. 1969, no. 118, en in werking getreden op 16 september 1973.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag, art. 12 en 13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-2014Artikel 3

13-02-2014

AB 2014, no. 26

n.v.t.
10-10-201028-03-2014Geconsolideerde tekst (GT)

05-04-2013

A.B. 2013, GT no. 815

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 12, eerste lid, onder 2, derde lid en artikel 13 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag

 

 

Artikel 1
  • 1.

    Aan de rechterlijke ambtenaren, verbonden aan gerechten van Nederland, Suriname of van enig land, waarmede een overeenkomst bestaat betreffende de uitwisseling van gegevens over strafrechtelijke veroordelingen, worden inlichtingen verstrekt uit het strafkaartsysteem, alsmede over gegevens, die in de strafregisters zijn opgenomen of daarin opgenomen zijn geweest. Voorts kunnen inlichtingen worden verstrekt omtrent aanhangige strafzaken.

  • 2.

    Gelijke inlichtingen als in het vorige lid bedoeld kan de procureur-generaal verstrekken ten behoeve van andere buitenlandse rechterlijke ambtenaren, indien dit naar zijn oordeel wenselijk is in het belang van een juiste rechtsbedeling.

Artikel 2

Als instellingen en personen, bedoeld in artikel 12, derde lid van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag worden aangewezen:

  • -

    de Stichting Reclassering Sint Maarten;

  • -

    de psychiaters en psychologen, aan wie door de rechter of het openbaar ministerie het uitbrengen van rapport wordt opgedragen, of die bij rechterlijke beslissing met enig toezicht op een veroordeelde zijn belast.

Artikel 3

De procureur-generaal is voorts bevoegd uit inlichtingen van de justitiële documentatiedienst gegevens te verstrekken aan:

  • 1.

    de hoofden van dienst en hoofdambtenaren in verband met de benoeming en het ontslag van landsambtenaren of de indienstneming en het ontslag van personeel op arbeidsovereenkomst, zomede in verband met het nemen van disciplinaire maatregelen tegen onder hen ressorterend personeel;

  • 2.

    het hoofd van de afdeling Personeel en Organisatie van de Dienst Middelen en Ondersteuning van het Ministerie van Algemene Zaken in verband met personeelsaangelegenheden van Sint Maarten en de op openbaar gezag ingestelde rechtspersonen;

  • 3.

    de Gouverneur, de kabinetsformateur, respectievelijk de minister-president in verband met het onderzoek naar de benoembaarheid van een of meer kandidaat-ministers en van de kandidaat-gevolmachtigde minister;

  • 4.

    de Commandant der Zeemacht, indien en voorzover de gegevens in het belang van de taakvervulling van deze dienst nodig zijn;

  • 5.

    de Veiligheidsdienst, indien en voorzover de gegevens in het belang van de taakvervulling van deze dienst nodig zijn;

  • 6.

    het overheidsbureau, dat adviseert inzake emigratie of plaatsing van personeel in het buitenland of in een der andere rijksdelen;

  • 7.

    consulaten in verband met te verlenen visa;

  • 8.

    de autoriteiten in Nederland en Suriname die inlichtingen verzoeken in verband met vestiging in die landen;

  • 9.

    het Kabinet van de Gouverneur in verband met visum- en paspoortaanvragen;

  • 10.

    het hoofd van de afdeling Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport in verband met de benoeming en het ontslag van en het toezicht op het gedrag van leerkrachten en ander personeel, verbonden aan onderwijsinstellingen;

  • 11.

    de autoriteiten, die tot taak hebben te adviseren of te beslissen inzake het verlenen, intrekken of schorsen van vergunningen, het sluiten van lokaliteiten of het doen staken van bepaalde activiteiten, voorzover de adviezen of beslissingen (mede) gebaseerd kunnen worden op gegevens uit de justitiële documentatiedienst;

  • 12.

    de Minister van Algemene Zaken of de persoon door deze gemachtigd in verband met personeelsaangelegenheden van de weerkorpsen.

Artikel 4

Indien op grond van het bepaalde in het voorgaande artikel inlichtingen worden gevraagd en de procureur-generaal bevindt, dat de persoon op wie het verzoek om inlichtingen betrekking heeft, wordt verdacht van een strafbaar feit, dat zou kunnen leiden tot een strafrechtelijke beslissing, die bij de beoordeling van de te verstrekken inlichtingen in aanmerking zou worden genomen, is de procureur-generaal, indien hij daartoe goede redenen aanwezig acht, bevoegd aan degene, die het verzoek om inlichtingen heeft gedaan, mede te delen, dat nog een strafzaak hangende is.

De door de procureur-generaal te verstrekken inlichtingen kunnen mede omvatten de gegevens, die in de strafregisters zijn opgenomen geweest.

Artikel 5

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Inlichtingen justitiële documentatie".

 

[regelt de inwerkingtreding]

Nota-toelichting AB 2014, no. 26  

Bij landsbesluit van 22 mei 2013 (Landscourant 2013, nr. 11) zijn in het kader van de bevordering van de integriteit van het openbaar bestuur regels vastgesteld met betrekking tot de beoordeling van de benoembaarheid van kandidaat-ministers en van de kandidaat-gevolmachtigde minister, waaronder zijn of haar plaatsvervanger. In aansluiting op deze regels, in het bijzonder de Richtlijnen inzake de onverenigbaarheid van belangen en functies in het kader van de benoeming van ministers en de gevolmachtigde minister (onder 1.5), is de onderhavige regeling gewijzigd in die zin dat de Gouverneur, de kabinetsformateur en in voorkomende gevallen de minister-president in het kader van de screening van kandidaat-bewindslieden en van de kandidaat-gevolmachtigde minister kunnen beschikken over gegevens van de justitiële documentatiedienst, die hen door de procureur-generaal worden verstrekt. Daarmee is de screeningsprocedure voor kandidaat-bestuurders nader in de regelgeving verankerd.

 

De Minister van Justitie