Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, regelende de instelling, de taak en organisatie van de Dienst Bijstand Politie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, regelende de instelling, de taak en organisatie van de Dienst Bijstand Politie
CiteertitelLandsbesluit Dienst Bijstand Politie
Vastgesteld doorregering
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 3 juli 1979, gepubliceerd in P.B. 1969, no. 91, en in werking getreden op 4 juli 1969.

Deze regeling is gebaseerd op de op 1 oktober 1999 vervallen Politieregeling (P.B. 1962, no. 64). Op grond de overgangsbepaling in artikel 31 van de Politieregeling 1999 (P.B. 1999, no. 79) blijft deze regeling van kracht totdat die overeenkomstig de nieuwe landverordening is vervangen.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening politie, art. 8, jo. Politieregeling 1999, art. 31

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 162

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, regelende de instelling, de taak en organisatie van de Dienst Bijstand Politie

 

 

Artikel 1
  • 1.

    Er is een Dienst Bijstand Politie, ressorterend onder de Minister van Justitie, hierna te noemen: de minister. Deze Dienst maakt deel uit van het Korps Politie Sint Maarten.

  • 2.

    Het personeel van de Dienst Bijstand Politie staat onder de bevelen van de minister.

  • 3.

    De minister stelt voor het personeel van de Dienst Bijstand Politie een instructie vast.

Artikel 2

Aan de Dienst Bijstand Politie is opgedragen het verlenen van bijstand aan het Korps Politie Sint Maarten bij de uitoefening van de hem in artikel 5 van de Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba opgedragen taak.

Artikel 3
  • 1.

    De aanneming van personeel van de Dienst Bijstand Politie geschiedt door de minister, door met betrokkenen een overeenkomst naar burgerlijk recht aan te gaan. De dienstbetrekking krachtens deze overeenkomst kan na een diensttijd van tenminste één jaar worden omgezet in een ambtelijk dienstverband.

  • 2.

    Als zodanig kunnen slechts worden aangenomen personen die:

    • a.

      Nederlander zijn;

    • b.

      de leeftijd van 19 jaren hebben bereikt

    • c.

      betrouwbaar zijn;

    • d.

      van goed levensgedrag zijn;

    • e.

      naar het oordeel van de minister voldoende algemene ontwikkeling bezitten;

    • f.

      voldoen aan de door de minister te stellen medische eisen van geschiktheid.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoeld personeel legt alvorens zijn betrekking te aanvaarden in handen van de korpschef, bedoeld in artikel 6 van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de volgende eed (verklaring of belofte) af:

    „Ik zweer/verklaar, dat ik middellijk of onmiddellijk onder welke vorm of voorwendsel ook tot het verkrijgen mijner aanstelling, aan niemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, of zal geven of beloven.

    Ik zweer/beloof, dat ik, om iets hoegenaamd in mijn betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd middellijk of onmiddellijk enige beloften of geschenken aannemen zal.

    Ik zweer/beloof trouw aan de Koning en aan de wettelijke regelingen die in Sint Maarten geldig zijn, alsmede gehoorzaamheid aan de Gouverneur en aan allen, die in de dienst boven mij zijn geplaatst; voorts dat ik mij in de dienst getrouw en eerlijk zal gedragen; dat ik de mij gegeven bevelen en opdrachten met alle ijver zal vervullen; dat ik aan niemand anders dan aan de boven mij gestelde autoriteiten zal openbaren, zaken en handelingen, welke geheim behoren te worden gehouden en in het algemeen alles zal doen wat een goed lid van de Dienst Bijstand Politie betaamt.

    Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. (Dat verklaar en beloof ik)".

Artikel 4
  • 1.

    De artikelen 40, 41 en 42 van het Landsbesluit kleding, bewapening en overige uitrusting politie en het bepaalde in de Ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 2, derde lid, van vorengenoemd landsbesluit, zijn van overeenkomstige toepassing op het personeel van de Dienst Bijstand Politie.

  • 2.

    Het model van de kleding van het personeel van de Dienst Bijstand Politie wordt vastgesteld door de korpschef.

Artikel 5

De korpschef draagt zorg voor de noodzakelijke opleiding en voortdurende geoefendheid en paraatheid van het personeel van de Dienst Bijstand Politie.

Artikel 6

Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald als "Landsbesluit Dienst Bijstand Politie", treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging.