Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, tweede lid, van de Landsverordening ongevallenverzekering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, tweede lid, van de Landsverordening ongevallenverzekering
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zekerheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 23 december 1966, gepubliceerd in P.B. 1966, no. 194, en in werking getreden op 1 januari 1967.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening ongevallenverzekering, artikel 4

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 207

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, tweede lid, van de Landsverordening ongevallenverzekering

 

 

Artikel 1

De kunstmiddelen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Landsverordening ongevallenverzekering zijn:

  • -

    kunstogen, brillen;

  • -

    tandprothesen;

  • -

    pruiken;

  • -

    steuncorsetten;

  • -

    buikbanden;

  • -

    breukbanden;

  • -

    suspensoirs;

  • -

    beugels;

  • -

    kniekappen, polsriemen, leren manchetten;

  • -

    elastieken kousen;

  • -

    steunzolen;

  • -

    orthopedische schoenen;

  • -

    prothesen voor verloren gegane extremiteiten of delen daarvan;

  • -

    krukken;

  • -

    loopstoelen;

  • -

    plastische aangezichtsprothesen, indien het beroep van getroffene aanleiding geeft tot verstrekken daarvan, bijvoorbeeld kunstmatige neuzen of oren;

  • -

    invalidenwagentjes of -rijwielen;

  • -

    blindenstokken;

  • -

    geleidehonden voor blinden;

  • -

    hoorapparaten.

Artikel 2

[regelt de inwerkingtreding]