Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, derde lid van de Politieregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, derde lid van de Politieregeling
CiteertitelInstructie korpschef
Vastgesteld doorregering
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 4 april 1963, gepubliceerd in P.B. 1963, no. 70, en in werking getreden op 1 juli 1963.

De functiebenaming Hoofdcommissaris van Politie komt in de Politieregeling 1999 niet meer voor. Aangenomen wordt dat de functiebenaming “korpschef” in de plaats is getreden van “Hoofdcommissaris van Politie”.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 25-6-1963 (P.B. 1963, no. 100).

Deze regeling is gebaseerd op artikel 4, lid 3, van de op 1 oktober 1999 vervallen Politieregeling (P.B. 1962, no. 64). Op grond de overgangsbepaling in artikel 31 van de Politieregeling 1999 (P.B. 1999, no. 79) blijft deze regeling van kracht totdat die overeenkomstig de nieuwe landverordening is vervangen.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening Politie, artikel 8 jo. Politieregeling 1999, artikel 31

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 160

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, derde lid van de Politieregeling

 

 

Artikel 1

De korpschef staat onder de directe bevelen van de Minister van Justitie, hierna te noemen: de minister. Hij voert het rechtstreekse bevel over het bij zijn staf ingedeelde politiepersoneel.

Artikel 2
  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

    [vervallen]

Artikel 3

Onverminderd de hem bij of krachtens andere wettelijke regelingen of instructies opgedragen taak, is de korpschef belast met het doen van voorstellen en het geven van adviezen aan de minister nopens:

  • a.

    het samenstellen, aanvullen of herzien van reglementen en voorschriften betreffende de politiedienst;

  • b.

    de organisatie en het beheer van het politiekorps;

  • c.

    het geven van handleidingen, toelichtingen of nadere begripsomschrijvingen betreffende de voorschriften inzake de politiedienst;

  • d.

    de begroting en de bewaking daarvan;

  • e.

    het handhaven van de discipline;

  • f.

    de benoeming, bevordering, schorsing en het ontslag van politiepersoneel;

  • g.

    de overige personeelszaken;

  • h.

    de verplaatsing van personeel;

  • i.

    de werving van politiepersoneel;

  • j.

    de vernieuwing en aanschaffing van materieel;

  • k.

    de kleding, uitrusting, bewapening, communicatie- en andere hulpmiddelen van de politie;

  • l.

    de gebouwen, terreinen, dienstwoningen en verblijven, die bij de politie in gebruik zijn.

Artikel 4
  • 1.

    De korpschef draagt zorg voor:

    • a.

      de opleiding van nieuw geworven politiepersoneel;

    • b.

      de verdere opleiding en de voortgezette oefening van het overige personeel;

    • c.

      de vaktechnische voorlichting van het politiepersoneel.

  • 2.

    [vervallen]

Artikel 5

De korpschef ziet toe op:

  • a.

    het onderhoud of gebruik van materieel, uitrusting, bewapening, communicatie- en andere hulpmiddelen van de politie alsmede gebouwen, terreinen en verblijven, die bij de politie in gebruik zijn;

  • b.

    het gebruik en de verantwoording van munitie.

Artikel 6
  • 1.

    De korpschef is belast met het bijhouden van de administratie betreffende:

    • a.

      de buitengewone agenten van politie;

    • b.

      [vervallen]

    • c.

      de legitimatiebewijzen van opsporingsambtenaren.

Artikel 7

De korpschef verzamelt en verspreidt op verzoek van het Hoofd van het Bureau Interpol ten dienste van dat bureau de gegevens, die betrekking hebben op de internationale criminaliteit.

Artikel 8

Jaarlijks en wel vóór 1 april brengt de korpschef aan de minister verslag uit van zijn zienswijze met betrekking tot de organisatie en het beheer van het Korps Politie Sint Maarten.

Artikel 9

Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald als "Instructie Korpschef", treedt in werking op een bij landsbesluit nader te bepalen tijdstip.