Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | MINISTERIËLE REGELING houdende vaststelling van het huishoudelijk reglement voor het overheidsopvoedingsgesticht |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | Minister van Justitie |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | strafrecht |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 24 mei 1962, gepubliceerd in P.B. 1962, no. 70, en in werking getreden op 6 juni 1962.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Deze regeling bevat geen bepaling over het tijdstip waarop zij in werking treedt. Aangenomen is dat zij in werking trad met ingang van de dag volgend op die waarop zij in het Publicatieblad is opgenomen.
Landsverordening houdende beginselen omtrent maatregelen ten opzichte van jeugdige personen, artikel 27
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 734 | onbekend |
De verhoging in rang geschiedt, met inachtneming van nadere door of namens de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, hierna te noemen: de minister, vast te stellen regels, door beoordeling van de betrokken jongen.
Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met het psychiatrisch rapport en het algemeen psychologisch beeld van de betrokken jongen, terwijl voorts gelet wordt op:
Door de opvoeders worden wekelijks punten genoteerd voor gedrag, vlijt en algemene indruk. Deze punten worden centraal verzameld door de dagelijkse leiding en kunnen als leidraad of hulpmiddel dienen bij de regelmatige bespreking van het bestuur met dagelijkse leiding en opvoeders.
Het maximum bedrag, dat wekelijks kan worden toegekend, bedraagt voor de derde rangers NAf 3,60; voor de tweede rangers NAf 4,80 en voor de eerste rangers NAf 6,-. Indien wegens noodzakelijkheid van onderhoud van gebouwen, tuin of dergelijke, de pupillen buiten de normale dagorde worden ingeschakeld, mag daarvoor onafhankelijk van hun rangen een maximaal bedrag van NAf 0,30 per uur in hun uitgaanskas worden gestort.
Voor elke jongen afzonderlijk wordt een zorgvuldige administratie gehouden voor zijn uitgaanskas.
Met goedkeuring van het bestuur kan ten hoogste een derde deel van het spaargeld als zakgeld worden besteed, met dien verstande dat dit zakgeld als een afgezonderd deel van de uitgaanskas wordt geadministreerd. In bijzondere gevallen kan het bestuur toestaan, dat een hoger bedrag dan een derde deel van het spaargeld ten behoeve van de verpleegde wordt aangewend voor het aankopen van goederen. Over dit tegoed kan elke jongen privé beschikken tot een voor elke klasse bij wijze van voorrecht vast te stellen maximum.
Aan de verpleegden van wie de terbeschikkingstelling van het bestuur onherroepelijk is geëindigd, wordt de uitgaanskas, na zo nodig met reisgeld en de kosten van de in verband met de terugkeer van de verpleegde in de samenleving aan te schaffen kledingsbenodigdheden te zijn verminderd, hetzij ineens, hetzij in termijnen uitgekeerd.
Bij een ontslag tengevolge van voorwaardelijk eindigen van de terbeschikkingstelling van het bestuur kan een deel van de uitgaanskas, na zo nodig met reisgeld en de kosten van de in verband met de terugkeer van de verpleegde in de samenleving aan te schaffen kledingsbenodigdheden te zijn verminderd, worden uitgekeerd.
Na goedkeuring door of namens de minister kan de uitkering aan de verpleegde geschieden door tussenkomst van het bestuur van een vereniging, stichting of instelling als bedoeld in artikel 10 van de Landsverordening houdende beginselen en voorschriften omtrent maatregelen ten opzichte van jeugdige personen, of in het geval bedoeld in het tweede lid van dit artikel, van de instelling of persoon, die met het toezicht is belast.
Aan ouders, naaste familieleden of voogden kan worden toegestaan de verpleegden te bezoeken, een en ander met inachtneming van het advies van de psychiater.
Het aantal bezoeken wordt onafhankelijk van de rang, voor iedere verpleegde vastgesteld naar het oordeel van de dagelijkse leiding.
Door de jongens van 15 jaar en ouder mag gerookt worden op de in de dagorde van het overheidssopvoedingsgesticht vastgestelde tijden. Nimmer mag worden gerookt op de slaapzaal, in de badzaal, tijdens de werkzaamheden, de studie en het onderwijs.
Geen van de verpleegden mag in het bezit zijn van lucifers of andere vuurtuig; evenzo is verboden het in het bezit hebben van mes, schaar en anderszins scherpe voorwerpen.
De straffen, genoemd in artikel 8 van de Landsverordening houdende beginselen en voorschriften omtrent maatregelen ten opzichte van jeugdige personen, worden opgelegd door degene die belast is met de dagelijkse leiding van zaken in het overheidsopvoedingsgesticht, met dien verstande, dat de onder 2, 3 en 4 genoemde straffen slechts mogen worden opgelegd in overleg met het bestuur van het overheidsopvoedingsgesticht onder nadere goedkeuring door of namens de minister.
Ten aanzien van de behartiging van de godsdienstige belangen van de verpleegden treedt het bestuur, voor zover nodig, in overleg met de bedienaren van de verschillende godsdienstige gezindten.
Met de wensen die door de ouders of voogden worden kenbaar gemaakt omtrent de godsdienstige verzorging van verpleegden, wordt zoveel mogelijk rekening gehouden.
In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, wordt door de minister beslist, met dien verstande, dat de dagelijkse leiding van het overheidsopvoedingsgesticht in overleg met het bestuur bevoegd is voorlopige maatregelen te treffen onder nadere goedkeuring van de minister.