Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT,HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 79, tweede lid van de Onteigeningsverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT,HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 79, tweede lid van de Onteigeningsverordening
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerponteigening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 19 april 1961, gepubliceerd in P.B. 1961, no. 58 en in werking getreden op 7 mei 1961.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onteigeningsverordening, artikel 79

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 316

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT,HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 79, tweede lid van de Onteigeningsverordening

 

 

Artikel 1
  • 1.

    De toelating van de in artikel 79 van de Onteigeningsverordening bedoelde verenigingen, vennootschappen of stichtingen geschiedt, op verzoek van haar bestuur:

    • a.

      hetzij bij het landsbesluit, waarbij de statuten van de vereniging worden goedgekeurd;

    • b.

      hetzij bij afzonderlijk landsbesluit, indien de toelating is gevraagd van een stichting of vennootschap of indien de toelating is gevraagd van een vereniging op wier statuten reeds vroeger goedkeuring is verleend.

  • 2.

    Het bepaalde in dit artikel vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot een verzoek om handhaving van de toelating, gedaan naar aanleiding van wijziging of aanvulling van de statuten of van de akte van oprichting.

  • 3.

    De in dit artikel bedoelde landsbesluiten worden in de Landscourant bekendgemaakt.

Artikel 2
  • 1.

    Bij het verzoekschrift om toelating van een stichting moet worden overgelegd een authentiek afschrift of een afschrift of afdruk door alle bestuursleden getekend, van de notariële akte, waaruit van het bestaan van de stichting blijkt en waarin de werkkring van de stichting is geregeld.

  • 2.

    Indien de toelating wordt gevraagd van een vennootschap of van een vereniging, op wier statuten reeds vroeger goedkeuring verleend is, moet worden overgelegd:

    • a.

      een authentiek afschrift of een afschrift of afdruk, door alle bestuursleden getekend, van de akte van oprichting of van de statuten;

    • b.

      een afschrift van de ministeriële beschikking of het landsbesluit, blijkens welke bescheiden ten aanzien van die vennootschap de vereiste verklaring van geen bezwaar, onderscheidenlijk ten aanzien van die statuten de vereiste goedkeuring is verkregen, een en ander overeenkomstig de te dien aanzien geldende wettelijke voorschriften;

    • c.

      een opgave van datum en nummer van de Landscourant waaruit kan blijken, dat de statuten of de akte van oprichting zijn openbaar gemaakt op de wijze, bij wettelijke regeling voorgeschreven.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en het tweede lid vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot een verzoek om handhaving van de toelating naar aanleiding van wijziging of aanvulling van de statuten of van de akte van oprichting.

Artikel 3
  • 1.

    De toelating wordt geweigerd:

    • a.

      indien uit de overgelegde statuten of akte of op andere wijze blijkt, dat de vereniging, vennootschap of stichting niet uitsluitend ten doel heeft in het belang van verbetering van de volkshuisvesting werkzaam te zijn;

    • b.

      indien de overgelegde statuten of akte niet voldoen aan de eisen, bij de artikelen 4 en 5 gesteld;

    • c.

      indien de verlening daarvan niet in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting is te achten.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot een verzoek om handhaving van de toelating naar aanleiding van wijziging of aanvulling van de statuten of van de akte van oprichting.

  • 3.

    Het landsbesluit tot weigering van de toelating of van de handhaving van de toelating wordt met redenen omkleed en wordt in de Landscourant bekendgemaakt.

Artikel 4
  • 1.

    Behalve hetgeen daarin overigens ter voldoening aan wettelijke voorschriften moet worden opgenomen, zullen de statuten of de akte moeten bevatten:

    • a.

      een bepaling die aan het bestuur de bevoegdheid geeft de verlangde toelating en de handhaving daarvan te verzoeken;

    • b.

      voorschriften, waaruit blijkt, dat geldelijk voordeel voor de leden, aandeelhouders, bestuurders, commissarissen of bewindvoerders geheel is uitgesloten, met uitzondering van een billijke vergoeding voor verrichte werkzaamheden of bewezen diensten, alsmede een billijke rente — ter beoordeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur, hierna te noemen: de minister — over het bijeengebrachte stamkapitaal en de eventueel door lening van hen verkregen fondsen, en dat aan de winsten van de vereniging, vennootschap of stichting geen andere bestemming kan worden gegeven dan ter bevordering van haar doel;

    • c.

      het voorschrift, dat vervreemding of bezwaren van de onroerende goederen van de vereniging, vennootschap of stichting niet anders zal kunnen geschieden dan met goedkeuring van de minister;

    • d.

      het voorschrift dat intrekking van de toelating, ontbinding of opheffing van de vereniging, vennootschap of stichting medebrengt;

    • e.

      het voorschrift, dat bij ontbinding of opheffing van de vereniging, vennootschap of stichting de volgende regels in acht moeten worden genomen:

      1°. het bestuur zal, alvorens tot vereffening over te gaan, alle bezittingen, met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden van de vereniging, vennootschap of stichting gezamenlijk aanbieden aan het Land Sint Maarten, en wel tegen teruggave van het bijeengebracht, gestort of ter vestiging van de stichting afgezonderd kapitaal en uitkering van een billijk bedrag voor liquidatiekosten, en onder voorwaarde, dat die eigendommen de bestemming zullen behouden om te dienen in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting;

    • 2°. [vervallen];

    • 3°. [vervallen];

    • 4°. [vervallen].

    • f.

      het voorschrift, dat bij ontbinding of opheffing van de vereniging, vennootschap of stichting, en nadat wegens niet aanvaarden van een aanbieding, als onder e bedoeld, tot vereffening is overgegaan, moet worden gehandeld naar de volgende regels:

      • 1°.

        voorhanden overschotten boven het bijeengebracht, gestort of ter vestiging van de stichting afgezonderd kapitaal, zullen ter beschikking komen van het Land Sint Maarten, teneinde te worden aangewend ter verbetering van de volkshuisvesting;

      • 2°.

        bij ontstentenis van onroerende goederen zullen de overschotten, onder 1°. bedoeld, met dezelfde doelstelling ten goede komen aan het Land Sint Maarten;

      • 3°.

        [vervallen];

      • 4°.

        [vervallen];

    • g.

      het voorschrift, waarbij aan het bestuur de verplichting wordt opgelegd, jaarlijks aan de minister een beredeneerd verslag te doen toekomen van haar werkzaamheden gedurende het afgelopen jaar met bijvoeging van balans en van winst- en verliesrekening, opgemaakt volgens het model, vast te stellen door de minister;

    • h.

      het voorschrift, waarbij aan het bestuur de verplichting wordt opgelegd, de minister onmiddellijk in kennis te stellen van de ontbinding of opheffing van de vereniging, vennootschap of stichting;

    • i.

      het voorschrift, dat wijziging of aanvulling van de statuten of van de akte, daarin aangebracht nadat de toelating is verleend, slechts van kracht zal zijn van de dag, volgende op die, waarop de toelating krachtens artikel 1 is gehandhaafd en dat elke wijziging of aanvulling, aangebracht nadat de toelating is gehandhaafd, telkenmale slechts van kracht zal zijn van de dag, volgende op die, waarop de toelating opnieuw is gehandhaafd.

  • 2.

    Indien uit de statuten of de akte blijkt, dat de vereniging, vennootschap of stichting uitsluitend of in hoofdzaak met eigen dan wel van particulieren of particuliere instellingen geleend kapitaal haar doel zal nastreven en dat zij zich niet om geldelijke steun tot het Land Sint Maarten zal wenden, zullen de statuten of de akte, behalve hetgeen daarin overigens ter voldoening aan wettelijke bepalingen moet worden opgenomen, moeten bevatten:

    • a.

      een bepaling en voorschriften, als bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk onder a en b;

    • b.

      het voorschrift, dat vervreemding of bezwaring van de onroerende goederen van de vereniging, vennootschap of stichting niet anders zal kunnen geschieden dan met goedkeuring van de minister;

    • c.

      het voorschrift, dat na intrekking van de toelating, en zolang deze niet is ingetrokken, na ontbinding of opheffing, in acht zullen worden genomen de regels, die de minister bij de toekenning van een voorschot of bijdrage zal stellen met betrekking tot het voorschot, dat de vereniging, vennootschap of stichting van het Land Sint Maarten mocht hebben genoten;

    • d.

      het voorschrift, bedoeld in het eerste lid onder g, met dien verstande, dat de toezending aan de minister niet zal zijn vereist;

    • e.

      het voorschrift, dat wijziging of aanvulling van de statuten of van de akte, daarin aangebracht nadat de toelating is verleend en voordat zij is ingetrokken, telkenmale slechts van kracht zal zijn van de dag, volgende op die, waarop de toelating is gehandhaafd.

Artikel 5
  • 1.

    De statuten of de akte mogen geen bepalingen bevatten, waaraan leden, aandeelhouders of derden het recht ontlenen tot het verkrijgen van de eigendom van onroerende goederen der vereniging, vennootschap of stichting.

  • 2.

    Indien in de statuten of in de akte aan het bestuur van de vereniging, vennootschap of stichting de bevoegdheid is voorbehouden, één of meer woningen in eigendom over te dragen, kan die overdracht alleen plaats vinden aan bewoners van de over te dragen woningen en onder door de minister goedgekeurde bepalingen.

Artikel 6
  • 1.

    De toelating wordt bij landsbesluit ingetrokken, indien blijkt, dat de vereniging, vennootschap of stichting niet uitsluitend in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting werkzaam is of handelt in strijd met de voorschriften, bij artikel 4 gesteld.

  • 2.

    Voorts kan de toelating worden ingetrokken, ingeval de vereniging, vennootschap of stichting naar het oordeel van de minister het belang van de verbetering van de volkshuisvesting niet meer of niet voldoende behartigt.

  • 3.

    [vervallen]

  • 4.

    Het landsbesluit tot intrekking van de toelating wordt met redenen omkleed en wordt in de Landscourant bekendgemaakt.

Artikel 7
  • 1.

    Het landsbesluit, waarbij de toelating is verleend, wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2.

    Indien de toelating wordt verleend aan een vereniging of vennootschap, wordt bij de bekendmaking verwezen naar de openbaarmaking van de statuten of akte, alsmede van de daarin aangebrachte wijzigingen, welke ingevolge bestaande bepalingen is voorgeschreven.

  • 3.

    Indien de toelating wordt verleend aan een stichting, wordt de stichtingsakte als bijlage opgenomenin de in het eerste lid bedoelde Landscourant.