Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende regels betreffende de Postspaarbank

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende regels betreffende de Postspaarbank
CiteertitelPostspaarbankverordening
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 12 mei 1985, gepubliceerd in P.B. 1958, no. 62, en is in werking getreden op 1 januari 1966.

De vermogensbestanddelen van de Postspaarbank zijn krachtens de Landsverordening overgang vermogensbestanddelen Postspaarbank naar de PSB Bank N.V. van het land Curaçao (P.B. 2011, no. 54) op de PSB Bank N.V. overgegaan op 16 december 2011.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

03-06-2013

AB 2013, GT no. 759

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regels betreffende de Postspaarbank

 

 

Artikel 1

Er is een Postspaarbank. Zij is een rechtspersoon en is gevestigd te Philipsburg en wordt in deze landsverordening en in de ter uitvoering daarvan vast te stellen landsbesluiten verder genoemd: de Postspaarbank.

Artikel 2
  • 1.

    Het beheer van de Postspaarbank is opgedragen aan een bij landsbesluit aangewezen rechtspersoon.

  • 2.

    De leiding ter zake van het beheer van de Postspaarbank berust bij een directeur; deze vertegenwoordigt de Postspaarbank in en buiten rechte.

  • 3.

    De directeur wordt bij afwezigheid of ontstentenis vervangen door een plaatsvervangend directeur.

  • 4.

    De directeur en zijn plaatsvervanger worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen.

Artikel 3
  • 1.

    Op de toestand en het beheer van de Postspaarbank wordt toezicht uitgeoefend door een Raad van Toezicht.

  • 2.

    De Raad bestaat uit een voorzitter, twee leden en twee plaatsvervangende leden. De voorzitter, leden en de plaatsvervangende leden worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Tot regeling van de werkzaamheden van de Raad worden door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, de Raad gehoord, de nodige voorschriften gegeven.

Artikel 4
  • 1.

    Door de Postspaarbank wordt op bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen voorwaarden gelegenheid gegeven tot het bij haar openen van een spaarrekening en het daarop rentegevend inleggen van gelden.

  • 2.

    De rentevoet, de wijze van berekening van het rentebedrag, het maximum rentegevend tegoed en de gevallen, waarin de rentevergoeding kan worden beëindigd, worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgesteld, met dien verstande, dat de rentevoet nooit lager gesteld kan worden dan 1% en het maximum rentegevend tegoed, ten name van één inlegger, nooit lager dan NAƒ 2.500,- kan worden gesteld. Het minimum rentegevend tegoed ten name van één inlegger wordt vastgesteld op NAƒ 1,-.

  • 3.

    Degene, te wiens name de inleg in het eerste lid bedoeld wordt gedaan, wordt als inlegger aangemerkt.

  • 4.

    Bij het openen van een spaarrekening op naam van een ander kan het vorderingsrecht van deze worden beperkt door het stellen van een tijdsbepaling voor de uitoefening daarvan. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden hiervoor nadere regels gesteld.

  • 5.

    Aan een aanvraag om uitbetaling op het tegoed wordt binnen 14 dagen, nadat de Postspaarbank gebleken is dat deze door of namens de rechthebbende is ingediend, voldaan.

  • 6.

    In buitengewone omstandigheden kan de in het vorige lid genoemde termijn door de minister, de in artikel 3 bedoelde Raad gehoord, tot ten hoogste zes maanden worden verlengd. De daartoe te nemen beschikking wordt, voor zij in werking treedt, in de Landscourant geplaatst.

Artikel 5
  • 1.

    De minderjarige kan zonder tussenkomst van zijn wettelijke vertegenwoordiger op eigen naam inleggen; hij kan evenzo uitbetaling verkrijgen, tenzij de wettelijke vertegenwoordiger zich hiertegen verzet. Deze kan, nadat de minderjarige de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, geen uitbetaling meer vorderen dan na machtiging van de rechter in eerste aanleg, die deze machtiging verleent, indien hem dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk, nuttig of wenselijk voorkomt.

  • 2.

    Het ten name van een minderjarige staande tegoed valt niet onder het in artikel 253 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde vruchtgenot.

  • 3.

    Van hem, die na het overlijden van de inlegger uitbetaling verlangt, kan overlegging van een verklaring van erfrecht, af te geven door de rechter of door een notaris, worden gevorderd.

  • 4.

    Het tegoed van een inlegger kan na zijn overlijden worden uitbetaald:

    • a.

      indien hij ongehuwd en jonger dan 18 jaar was, aan zijn wettelijke vertegenwoordiger;

    • b.

      indien hij gehuwd was, aan zijn echtgenoot, tenzij binnen een maand na het overlijden aan de Postspaarbank bezwaren hiertegen kenbaar zijn gemaakt.

  • 5.

    Het tegoed van een inlegger kan na het overlijden van zijn echtgenoot, ook indien dit tegoed in enige gemeenschap valt, aan hemzelf worden uitbetaald.

Artikel 6
  • 1.

    Door de rechter worden verklaringen en machtigingen, uitsluitend bestemd voor het openen van een spaarrekening, het inleggen en het opnemen van gelden daarop, kosteloos afgegeven; de daarvoor benodigde uittreksels uit openbare registers worden kosteloos verstrekt.

  • 2.

    De stukken, nodig voor het openen van een spaarrekening, het inleggen en het opnemen van gelden hierop, alsmede de daartoe verstrekte volmachten, zijn vrij van zegel, mits deze bestemming uit de stukken blijkt.

Artikel 7
  • 1.

    De beschikbare gelden van de Postspaarbank mogen worden belegd:

    • a.

      in schuldbewijzen ten laste van Sint Maarten onder voorafgaande goedkeuring van de minister;

    • b.

      in schuldbewijzen ten laste van in Sint Maarten gevestigde lichamen, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen;

    • c.

      in eerste klas aandelen en obligaties, die opgenomen zijn in de officiële notering op een van de grote Europese of Amerikaanse beurzen;

    • d.

      in schuldvorderingen, gewaarborgd door het recht van eerste hypotheek op onroerende zaken in hier te lande gelegen of de rechten waaraan deze zijn onderworpen.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels vastgesteld met betrekking tot de belegging van de bij de Postspaarbank beschikbare gelden, alsmede met betrekking tot het bewaren van alle aan de Postspaarbank toebehorende en door haar in pand genomen waarden.

Artikel 8
  • 1.

    Het Land waarborgt de volledige nakoming door de Postspaarbank van de verplichtingen haar door of krachtens landsverordening opgelegd.

  • 2.

    Elk jaar wordt ten laste van de landsbegroting een memoriepost inzake de in het eerste lid bedoelde garantie opgenomen.

Artikel 9
  • 1.

    De Postspaarbank vormt een reserve. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt voor dit reservefonds een maximum vastgesteld, welk maximum tenminste 10% van het bedrag van de inleggelden zal bedragen.

  • 2.

    Voordelige saldi van de jaarlijkse verlies- en winstrekening komen ten gunste, nadelige saldi in mindering van het reservefonds. Indien de verlies- en winstrekening van enig jaar een nadelig saldo heeft en dit het reservefonds overtreft, wordt het verschil verantwoord ten laste van de landsbegroting; het aldus geboekte verschil wordt in de eerste plaats uit de voordelige saldi van de volgende jaren terugbetaald.

  • 3.

    Aan de Postspaarbank vervalt het tegoed van een spaarrekening, indien in 30 kalenderjaren geen inleg is geschied, geen verzoek om uitbetaling is ingekomen en - indien een spaarbankboekje is uitgegeven - dit evenmin ter bijschrijving van rente is ontvangen. Dit tegoed wordt aan het einde van het boekjaar ten gunste van het reservefonds gebracht.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in voorgaande leden komen de exploitatiewinst over enig boekjaar en de toevoeging, bedoeld in het derde lid, niet aan het reservefonds ten goede, voor zover tengevolge daarvan dit fonds aan het einde van het boekjaar het in het eerste lid bedoelde maximum zou overtreffen.

  • 5.

    Het bedrag, dat ten gevolge van de in het vierde lid opgenomen regeling niet aan het reservefonds ten goede komt, wordt in de Landsbegroting onder de middelen van het Land opgenomen.

Artikel 10

Alle rechtsvorderingen op de Postspaarbank ter zake van schade, ontstaan door fouten of verzuimen bij de uitoefening van de dienst door deze instelling, vervallen door verloop van tien jaar na het begaan van de fout of het verzuim.

Artikel 11

Bij liquidatie van de Postspaarbank gaan alle goederen, rechten en verplichtingen van rechtswege over op het land.

Artikel 12
  • 1.

    De Postspaarbank maakt bij de uitoefening van haar bedrijf in ieder geval gebruik van de postinrichtingen van de houder van de concessie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Postlandsverordening, die door de minister, na overleg met de Postspaarbank en de houder van eerder bedoelde concessie, zijn aangewezen.

  • 2.

    De rechtsbetrekkingen tussen de Postspaarbank en Postal Service Sint Maarten N.V. ten aanzien van het gebruik van de aangewezen postinrichtingen worden bij overeenkomst vastgesteld.

Artikel 13

Maandelijks wordt in de Landscourant een staat openbaar gemaakt, behelzende het totaalbedrag van de in de voorlaatste maand in de Postspaarbank ingelegde en daaruit uitbetaalde gelden, alsmede het saldo van het tegoed op spaarrekeningen op de laatste dag van die maand.

Artikel 14

Jaarlijks wordt door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan de minister verslag uitgebracht over het gevoerde beheer van de Postspaarbank.

Artikel 15
  • 1.

    Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Postspaarbankverordening.

  • 2.

    [regelt de inwerkingtreding]

  • 3.

    [vervallen]