Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING houdende bepalingen tot beveiliging van de arbeid in ondernemingen |
Citeertitel | Veiligheidslandsverordening |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | arbeidsregelgeving |
De oorspronkelijke regeling is op 3 februari 1958, gepubliceerd in P.B. 1958, no. 14, en in werking getreden op 15 februari 1958.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Deze verordening vervangt de Veiligheidslandsverordening 1942 (P.B. 1942, no. 162) en de daarop gebaseerde regelingen, met uitzondering van het Veiligheidsbesluit I (P.B. 1955, no. 102). Dat besluit wordt ingevolge artikel 9 geacht te zijn vastgesteld ter uitvoering van artikel 2.
Onbekend
Veiligheidsbesluit I
Veiligheidsbesluit II
Veiligheidsbesluit III
Ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 38 van het Veiligheidsbesluit I
Ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 55, eeerste lid van het Veiligheidsbesluit I
Ministeriële regeling houdende aanwijzing van de ambtenaar als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, van de Veiligheidslandsverordening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | Artikelen 5 en 7 | 17-04-2015 AB 2015, no. 9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | geconsolideerde tekst (GT) | 28-02-2013 AB 2013, GT no. 438 | onbekend |
De minister of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar is bevoegd bij het niet nakomen van de voorschriften bij of krachtens deze landsverordening gegeven, de arbeid ter plaatse waar deze voorschriften niet worden nagekomen te doen staken. Gelijke bevoegdheid bestaat ten aanzien van de arbeid die voor personen onmiddellijk gevaar oplevert.
Het hoofd of de bestuurder van de onderneming is verplicht te zorgen, dat in zijn onderneming onverwijld aan een bevel als in het derde lid van dit artikel bedoeld wordt voldaan; hij is eveneens verplicht te zorgen dat de arbeid niet eerder wordt hervat dan nadat het bevel tot staking is ingetrokken door degene, die dit bevel gaf. Hij, die het bevel gaf, kan ter uitvoering hiervan de hulp inroepen van de sterke arm.
Het hoofd of de bestuurder van de onderneming is verplicht bij bovenbedoeld onderzoek de hulp te verlenen of te doen verlenen, die door de met het onderzoek belaste ambtenaren redelijkerwijze wordt verlangd om de oorzaak en de toedracht van het ongeval te kunnen vaststellen. Onder hulp wordt ten deze mede begrepen het afstaan van voorwerpen of stoffen in het belang van het onderzoek.
Gelijke verplichting als in het eerste lid van dit artikel op het hoofd of de bestuurder van een onderneming is gelegd, rust op de personen die ingevolge het tweede lid van dit artikel belast zijn met het toezicht op de naleving van enig voorschrift of aanwijzing gegeven bij of krachtens deze landsverordening.
Aan de verplichting van het hoofd of de bestuurder en het toezicht houdend personeel wordt geacht te zijn voldaan, wanneer zij aantonen, dat door hen de nodige bevelen zijn gegeven, de nodige middelen zijn verschaft en tevens het redelijkerwijze te vorderen toezicht is gehouden om de naleving te verzekeren van de bepalingen, voor de naleving waarvan zij verplicht waren te zorgen.
Het hoofd of de bestuurder van de onderneming is verplicht aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, in het belang van de beveiliging van de arbeid, gelegenheid te geven en hulp te verlenen om monsters te nemen van stoffen of voorwerpen, welke in de onderneming ontstaan, worden verwerkt, vervaardigd, bereid of ten behoeve van de onderneming worden gebruikt.
Het hoofd of de bestuurder van de onderneming is verplicht te zorgen, dat in zijn onderneming bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen werktuigen, toestellen, vaten of gereedschappen niet worden vervaardigd, verkocht, verhuurd, afgeleverd of ten verkoop, ter verhuring of ter aflevering dan wel ten gebruik voorhanden worden gehouden, indien deze niet aan bij dat landsbesluit gestelde voorschriften voldoen. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voorschriften gegeven met betrekking tot de constructie en de beproeving van bij dat landsbesluit aangewezen toestellen en vaten, welke gevaar voor ontploffing opleveren.
Is de plaats, bedoeld in het tweede lid van dit artikel, tevens een woning of alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij tegen de wil van de bewoner niet binnen dan op vertoon van een schriftelijke last van een ambtenaar van het openbaar ministerie, dan wel in diens tegenwoordigheid. Van dit binnentreden wordt door hen proces-verbaal opgemaakt en binnen twee maal 24 uur aan degene, wiens woning is binnengetreden, in afschrift meegedeeld.
De in artikel 6 bedoelde ambtenaren zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun in plaatsen waar zij krachtens dat artikel binnentreden, omtrent het daar uitgeoefend wordend bedrijf is bekend geworden, voor zover hetgeen hun bekend is geworden niet in strijd is met de bepalingen van deze of van andere landsverordeningen.