Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de juni 1957, ter uitvoering van artikel 20, eerste en tweede lid, van de Landsloterijverordening 1949 |
Citeertitel | geen |
Vastgesteld door | Gouverneur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling betreft de Landsloterij. Na 10 oktober 2010 is deze regeling een regeling van het land Curaçao geworden omdat de Landsloterij een Curacaose NV is. Omdat de Landsloterij actief is in Sint Maarten met een depothouder in Sint Maarten, is deze regeling ter informatie opgenomen.
Deze regeling is nog niet aangepast aan de huidige staatkundige situatie.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Andere dan de vermelde wetshistorische gegevens zijn niet bekend over de wijzigingsregelingen van 12-8-1961 (P.B. 1961, no. 131), 4-5-1961 (P.B. 1961, no. 72), 25-7-1959 (P.B. 1959, no. 93) en over de wijzigingsregelingen die zijn geplaatst in P.B. 1961, no. 172 (wijziging art. 4), P.B. 1963, no. 115 (wijziging art.2, 4), P.B. 1967, no. 130 (wijziging art. 2, 4), P.B. 1971, no. 150 (wijziging art. 4), P.B. 1972, no. 63 (wijziging art. 2, 4), P.B. 1974, no. 92 (wijziging art. 1, 2, 4), P.B. 1975, no. 167 (wijziging art.2, 4), P.B. 1976, no. 65 (wijziging art. 1), P.B. 1977, no. 216 (wijziging art. 1, 2, 3, 4), P.B. 1982, no. 362 (wijziging art. 1), P.B. 1984, no. 115 (wijziging art. 3, 6), P.B. 1984, no. 5 (wijziging art. 3, 6, 7), P.B. 1984, no. 91 (wijziging art. 3, 6), P.B. 1986, no. 173 (wijziging art. 1, 3, 4, 6), P.B. 1986, no. 176 (wijziging art. 3, 6), P.B. 1987, no. 47 (wijziging art. 4), P.B. 1987, no. 97 (wijziging art. 4), P.B. 1987, no. 99 (wijziging art. 3, 6), P.B. 1988, no. 55 (wijziging art. 4, 6), P.B. 1989, no. 101 (wijziging art. 2, 3, 6), P.B. 1989, no. 56 (wijziging art. 2, 3, 4, 6), P.B. 1990, no. 26 (wijziging art. 1, 3, 6), P.B. 1990, no. 31 (wijziging art. 4), P.B. 1990, no. 68 (wijziging art. 4), P.B. 1991, no. 57 (wijziging art. 1, 4), P.B. 1993, no. 94 (wijziging art. 4), P.B. 1995, no. 226 (wijziging art. 4), P.B. 1996, no. 205 (wijziging art. 3, 4, 6), P.B. 1998, no. 165 (wijziging art. 6), P.B. 1998, no. 77 (wijziging art. 4, 6) en P.B. 1999, no. 49 (wijziging art. 4, 6).
Krachtens landsbesluit van 21-08-1961 is een doorlopende tekst van deze regeling geplaatst in P.B. 1961, no. 137.
Abusievelijk is bij het invoegen van een artikel 7 bij het wijzigingsbesluit van 30-12-2003(P.B. 2003, no. 115) het oude artikel 7 niet vernummerd. Er zijn dus twee artikelen 7.
Landsloterijverordening 1949, art. 20, eerste en tweede lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Sint Maarten | 21-07-2010 A.B. 2010, GT no. 1 en A.B. 2010, GT no. 30 | onbekend |
Er vinden 25 trekkingen per jaar plaats. De eerste trekking geschiedt op 1 januari, de tweede trekking op de derde donderdag van de maand januari, en de daarop volgende trekkingen om de twee weken, met dien verstande dat er in de twee weken voorafgaande aan de bijzondere trekking in de maand januari geen trekking zal worden gehouden. De eerste trekking in de maanden januari, april, juni en oktober is een bijzondere trekking.
De afgeleide prijzen, genoemd in het eerste lid, van NAF. 150,-- (honderdvijftig gulden), NAF. 125,-- (honderdvijfentwintig gulden) en NAF. 100,-- (honderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste twee cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste twee cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het eerste lid, van NAF. 400,-- (vierhonderd gulden), NAF. 300,-- (driehonderd gulden) en NAF. 200,-- (tweehonderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste drie cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste drie cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het eerste lid, van NAF. 1000,-- (duizend gulden), NAF. 750,-- (zevenhonderd vijftig gulden) en NAF. 500,-- (vijfhonderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten, waarvan de laatste vier cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste vier cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De bijzondere loterij bevat een gelijk aantal prijzen en premies als een gewone loterij, met dien verstande dat het bedrag van die prijzen en premies het dubbele is van die van een gewone loterij.
De 315 afgeleide prijzen, genoemd in het eerste lid, van NAF. 350,-- (driehonderdvijftig gulden), NAF. 250,-- (tweehonderd vijftig gulden) en NAF. 200,-- (tweehonderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste twee cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste twee cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het eerste lid, van NAF. 1.000,-- (duizend gulden), NAF. 800,-- (achthonderd gulden) en NAF. 600,-- (zeshonderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste drie cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste drie cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het eerste lid, van NAF. 2.500,-- (tweeduizendvijfonderd gulden), NAF. 2.000,-- (tweeduizend gulden) en NAF. 1.500,-- (éénduizendvijfhonderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste vier cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste vier cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het vijfde lid, van NAF. 300,-- (driehonderd gulden), NAF. 200,-- (tweehonderd gulden) en NAF. 150,-- (honderdvijftig gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste twee cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste twee cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het vijfde lid, van NAF. 600,-- (zeshonderd gulden), NAF. 500,-- (vijfhonderd gulden) en NAF. 400,-- (vierhonderd gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste drie cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste drie cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
De afgeleide prijzen, genoemd in het vijfde lid, van NAF. 1.500,-- (éénduizendvijfonderd gulden), NAF. 1000,-- (éénduizend gulden) en NAF. 750,-- (zevenhonderdvijftig gulden) worden respectievelijk toegekend aan die loten waarvan de laatste vier cijfers van het nummer overeenkomen met de laatste vier cijfers van het nummer van het lot waarop respectievelijk de eerste, de tweede en de derde prijs is gevallen.
Indien bij een trekking op een nummer een jackpotprijs valt op een onverkocht lot of gedeelte van een lot, dat dit nummer draagt, geldt telkens als jackpotprijs van de eerstvolgende trekking de som van de jackpotprijs van de vorige trekking en de jackpotprijs die in het onderhavige landsbesluit aan de huidige trekking is toegekend.
Indien bij een trekking de jackpotprijs valt op een lot, waarvan een gedeelte onverkocht is, wordt de som, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval bepaald door de jackpotprijs van die trekking welke op de onverkochte gedeelten van dat lot is gevallen samen te tellen met de jackpotprijs die in het onderhavige landsbesluit aan de eerstvolgende trekking is toegekend.