Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING van de 15de oktober 1949 betreffende de Landsloterij

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 15de oktober 1949 betreffende de Landsloterij
CiteertitelLandsloterijverordening 1949
Vastgesteld doorGouverneur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling betreft de Landsloterij. Na 10 oktober 2010 is deze regeling een regeling van het land Curaçao geworden omdat de Landsloterij een Curacaose NV is. Omdat de Landsloterij actief is in Sint Maarten met een depothouder in Sint Maarten, is deze regeling ter informatie opgenomen.

Deze regeling is nog niet aangepast aan de huidige staatkundige situatie.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Deze regeling is gewijzigd voor zij in werking is getreden bij de regeling van 12-05-1951 (P.B. 1951, no. 80). De wijziging is in werking getreden op hetzelfde tijdstip als de oorspronkelijke regeling.

Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is bij landsbesluit van 25-09-1951 (P.B. 1951, no. 146) voor wat betreft de art. 1, eerste lid, 18, 26, eerste lid, 27, 30, 37, 41, 42 en 43 vastgesteld op 02-10-1951.

Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is bij landsbesluit van 10-01-1952 (P.B. 1952, no. 2) voor wat betreft de overige artikelen vastgesteld op 01-03-1952.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 17-07-1959 (P.B. 1959, no. 89) is voor wat betreft art. 17 bij landsbesluit van 26-07-1977 (P.B. 1977, no. 202) vastgesteld op 10-03-1977.

Krachtens landsbesluit van 02-07-1960 is een doorlopende tekst van deze regeling geplaatst in P.B. 1960, no. 123, en krachtens landsbesluit van 01-07-1965 is een doorlopende tekst van deze regeling geplaatst in P.B. 1965, no. 122.

De datum van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling (art. 17) van 24-09-1961 (P.B. 1961, no. 158) is niet bekend.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Landsbesluit houdende algemene maatregelen van 18 juli 1955 (P.B. 1955, no. 78)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Sint Maarten

21-07-2010

A.B. 2010, GT no. 1 en A.B. 2010, GT no. 30

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 15de oktober 1949 betreffende de Landsloterij

 

 

AFDELING I
Artikel 1
  • 1.

    Er is een Landsloterij.

  • 2.

    De Landsloterij is rechtspersoon.

  • 3.

    De Landsloterij is gevestigd te Willemstad, Curaçao.

Artikel 2

[vervallen]

Artikel 3

[vervallen]

Artikel 4

[vervallen]

AFDELING II

Van het beheer, de begroting en de rekening der Landsloterij

Artikel 5

De Directeur vertegenwoordigt de Landsloterij in en buiten rechte.

Artikel 6
  • 1.

    Het beheer van de geldmiddelen der Landsloterij is opgedragen aan een Directeur.

  • 2.

    Het in lid 1 bedoelde beheer wordt geheel afgescheiden van het beheer van de geldmiddelen van de Nederlandse Antillen.

Artikel 7

De overtollige kasmiddelen worden door de Directeur in rekening-courant gestort bij de Bank van de Nederlandse Antillen (voorheen de Curaçaosche Bank).

Artikel 8
  • 1.

    De Directeur dient jaarlijks voor de dertigste mei in overeenstemming met de Raad van Toezicht en Advies door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën bij de Gouverneur een begroting in van de inkomsten en uitgaven van het volgende dienstjaar.

  • 2.

    De begroting, zoals door de Gouverneur voor zover nodig gewijzigd en aangevuld wordt, de Raad van Advies gehoord, uiterlijk op de eerste augustus aan de Staten ter goedkeuring aangeboden.

  • 3.

    De begroting wordt, zoals zij door de Staten is goedgekeurd, vastgesteld bij landsbesluit en treedt in werking met ingang van 1 januari van het dienstjaar, waarop zij betrekking heeft.

  • 4.

    Zolang de begroting niet is vastgesteld, strekt de begroting van het voorafgaande dienstjaar tot grondslag van het beheer.

Artikel 9
  • 1.

    Over elk dienstjaar wordt een rekening van ontvangsten en uitgaven opgemaakt, welke vergezeld van een rapport van de Landsaccountantsdienst vóór de eerste juli van het jaar volgende op het dienstjaar waarop de rekening betrekking heeft, ter goedkeuring aan de Algemene Rekenkamer wordt toegezonden.

  • 2.

    Na verkregen goedkeuring van de Algemene Rekenkamer wordt de rekening, de Raad van Advies gehoord, aan de Staten ter goedkeuring voorgelegd en zij wordt zoals door de Staten goedgekeurd, bij landsbesluit vastgesteld.

Artikel 10

De Directeur is belast met de leiding der Landsloterij onder toezicht van de Raad van Toezicht en Advies. Hij ziet toe op de werkzaamheden van het aan hem ondergeschikt personeel.

Artikel 11

De Directeur is verantwoordelijk en rekenplichtig aan de Minister van Financiën.

Artikel 12

Het ontvangen van gelden voor de Landsloterij, voortvloeiende uit de uitgifte van loten aan de wederverkopers, geschiedt op de wijze als bepaald in de artikelen 28, 29 en 31 van deze landsverordening.

Artikel 13

Het uitbetalen van prijzen en premies geschiedt op de wijze als bepaald in artikel 22.

Artikel 14
  • 1.

    Alle andere ontvangsten dan die, welke genoemd zijn in artikel 12, geschieden niet dan tegen afgifte van kwijtingsbewijzen.

  • 2.

    Alle andere betalingen dan die, welke genoemd zijn in artikel 13 geschieden niet dan tegen ontvangst van behoorlijke kwijtingsbewijzen.

Artikel 15
  • 1.

    De boeken van de Landsloterij geven een volledig en nauwkeurig overzicht van de bezittingen en schulden en ontvangsten en uitgaven van het bedrijf.

  • 2.

    Voor de inrichting der boekhouding richt de Directeur zich naar de aanwijzingen, door het Hoofd van de Landsaccountantsdienst gegeven.

  • 3.

    In de boekhouding mogen geen wijzigingen worden aangebracht zonder goedkeuring van het Hoofd van de Landsaccountantsdienst.

Artikel 16
  • 1.

    De Directeur van het Departement van Financiën doet de kas der Landsloterij ten minste tweemaal per jaar door het Hoofd van de Landsaccountantsdienst of de ambtenaar die hem van zijnentwege vervangt, opnemen.

  • 2.

    De Directeur is verplicht aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst of de ambtenaar, die hem van zijnentwege vervangt, zo dikwijls deze het wenst in de ruimste zin inzage te geven in de boekhouding en de administratie en hem bij de opneming van de kas elke door hem gewenste inlichting en hulp te verschaffen.

AFDELING III

Van de Directeur en het personeel der Landsloterij

Artikel 17
  • 1.

    De Gouverneur benoemt, schorst en ontslaat, de Raad van Toezicht en Advies gehoord, de Directeur der Landsloterij.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, de Raad van Toezicht en Advies gehoord, nadere voorschriften gegeven met betrekking tot de bevoegdheden en verplichtingen van de Directeur.

  • 3.

    De Gouverneur benoemt, schorst en ontslaat, de Raad van Toezicht en Advies en de Directeur gehoord, een onderdirecteur. Deze vervangt de Directeur tijdens diens afwezigheid of ontstentenis.

  • 4.

    Het overige personeel van de Landsloterij wordt op voordracht van de Directeur door de Gouverneur benoemd, geschorst en ontslagen en geniet een bezoldiging gelijk aan die, welke voor personeel van gelijke of gelijksoortige rang in dienst van de Nederlandse Antillen is of nader zal worden bepaald.

Artikel 18

Alle wettelijke regelingen in de zin van artikel 2 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen, welke voor de landsdienaren gelden en betrekking hebben op hun rechtstoestand, alsmede alle andere algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 35, eerste lid, van de Regeling ambtenarenrechtspraak 1951 zijn, voorzover niet bij deze landsverordening anders is bepaald, op de Directeur en het overige personeel van de Landsloterij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de toepassing van deze regelingen en voorschriften geschiedt voor wat betreft de Directeur na overleg met de Raad van Toezicht en Advies en voor wat betreft het overige personeel na overleg met de Directeur.

Artikel 19

De uitgaven in verband met de inkomens en overige aanspraken van de Directeur, de onderdirecteur en het overige personeel worden gedragen door de Landsloterij.

AFDELING IV

Van de loterijen

Artikel 20
  • 1.

    Het aantal jaarlijks te houden gewone en bijzondere loterijen, alsmede de tijdstippen waarop de trekkingen dienen te geschieden worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen bepaald.

  • 2.

    Het aantal loten in bedoelde loterijen alsmede het aantal en de hoegrootheid van de prijzen en premies, welke iedere loterij bevat, wordt bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen bepaald.3

  • 3.

    Over het nominaal bedrag der loten, bij de vaststelling van welk bedrag op de loten verschuldigde zegelbelasting buiten beschouwing wordt gelaten, wordt door de Directeur vóór de aanvang van elke trekking een vergunningsrecht van tien ten honderd in 's Landskas gestort.

  • 4.

    Vóór de aanvang van elke trekking stort de Directeur een belasting in 's Lands kas ten bedragen van f 2,50 per geheel lot van een gewone trekking. Voor de loten van een bijzondere trekking wordt het bedrag der verschuldigde belasting bepaald naar de verhouding tussen de prijs van de loten ener gewone trekking en die van de loten ener bijzondere trekking.

Artikel 21
  • 1.

    Indien bij een trekking op een nummer een prijs of premie valt, geeft het lot of gedeelte van het lot, dat dit nummer draagt, recht op die prijs of premie of op een evenredig gedeelte daarvan.

  • 2.

    De premies vallen op het naasthogere respectievelijk het naastlagere nummer van het nummer, waarop de prijs, waaraan zij zijn toegevoegd, is gevallen.

  • 3.

    De toekenning van andere dan bij het tweede lid van dit artikel bedoelde premies kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen worden geregeld.

Artikel 22
  • 1.

    De prijzen of premies zijn betaalbaar daags na de trekking en gedurende zes maanden daarna ten kantore van de Directeur of ten kantore van de in artikel 31 bedoelde depothouder tegen inname van het lot of gedeelte van het lot, waarop een prijs of premie is gevallen. De uitbetaling vindt echter niet plaats voordat de trekkingslijst in het bezit is van de betrokken depothouder.

  • 2.

    Bij de uitbetaling behoeft niet onderzocht te worden of de aanbieder van het lot of gedeelte van het lot dit op rechtsgeldige wijze heeft verkregen. De Directeur en de depothouder zijn echter bevoegd, de betaling uit te stellen, indien er voldoende redenen bestaan tot twijfel of de aanbieder het recht heeft om over het lot te beschikken.

  • 3.

    In geval van verlies van loten of gedeelten van loten moet hiervan vóór de trekkingsdatum bij de kassier aangifte worden gedaan onder opgave van het nummer en trekkingsdatum van het lot of gedeelte van het lot. Van deze aangifte wordt door de kassier aantekening gehouden in een register. Indien op het lot of gedeelte van het lot een prijs of premie valt, zal daarvan, met machtiging van de Directeur van het Departement van Financiën, na de vervaldag der onafgehaalde prijzen, mits het lot of gedeelte van het lot niet is uitbetaald, uitbetaling plaatsvinden, indien door de rechthebbende daartoe vóór de vervaldag bij de Directeur een schriftelijk verzoek wordt ingediend en ten genoegen van hem wordt aannemelijk gemaakt, dat de verzoeker uitsluitend rechthebbende is.

  • 4.

    Wegens verlies van loten of gedeelten van loten, nadat de trekking van de loterij, waarop zij betrekking hebben, reeds heeft plaats gevonden, wordt geen vergoeding verleend, behoudens het bepaalde in lid 5.

  • 5.

    In zeer bijzondere gevallen kan de Gouverneur, op voorstel van de Raad van Toezicht en Advies, uitbetaling gelasten, indien de termijn, bedoeld in lid 1, is verstreken.

Artikel 23
  • 1.

    De depothouder stelt de uitbetaalde loten op de vervaldag der onafgehaalde prijzen ter hand aan de gezaghebber van het betrokken eilandgebied en op Saba en Sint Eustatius aan de administrateur van het betrokken eilandgebied. De betrokken gezaghebbers en administrateurs doen ieder voor zich de loten gezamenlijk verzegelen en zenden ze onverwijld toe aan de Directeur.

  • 2.

    Na ontvangst van de uitbetaalde loten, bedoeld in lid 1, stelt de Directeur alle uitbetaalde loten ter hand aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst. Hij doet hem tevens opgave van het bedrag der onafgehaalde prijzen.

  • 3.

    Bij akkoord-bevinding legt het Hoofd van de Landsaccountantsdienst door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën een schriftelijke verklaring over aan de Directeur. Bij niet akkoord-bevinding doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de Directeur van het Departement van Financiën.

AFDELING V

Van de trekkingen

Artikel 24

De voorschriften met betrekking tot de wijze waarop en de middelen waarmede de trekkingen moeten plaats vinden worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen gegeven.

Artikel 25

Binnen een week na de trekking legt de Directeur daarvan rekening en verantwoording af aan de Directeur van het Departement van Financiën.

Artikel 26

Ten spoedigste na de trekking doet de Directeur een of meer exemplaren van de betrokken trekkingslijst op de snelst mogelijke wijze aan de in de artikelen 11 en 31 bedoelde kassier en depothouder toekomen.

AFDELING VI

Van de loten, de wederverkopers van de loten en de depothouders

Artikel 27
  • 1.

    Het drukken van de loten en van de trekkingslijsten geschiedt door de zorg van de Directeur. De loten worden vóór de uitgifte genummerd en voorzien van het ambtsstempel van de Directeur van het Departement van Financiën. Alle kosten komen ten laste van de geldmiddelen der Landsloterij.

  • 2.

    Onmiddellijk nadat de voorafgaande trekking heeft plaatsgevonden kan met de uitgifte der loten een aanvang worden gemaakt.

Artikel 28
  • 1.

    De loten van iedere gewone loterij en die van de bijzondere loterij worden uitgegeven aan de wederverkopers der Landsloterij tegen een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde inleg.

  • 2.

    Aan de wederverkopers worden geen loten uitgegeven dan tegen betaling van de inleg, tenware de Directeur een afwijkende regeling toestaat. In het laatste geval behoeft de Directeur de toestemming van de Raad van Toezicht en Advies.

  • 3.

    Bij het toestaan van een afwijkende regeling als in het vorige lid bedoeld, wordt geen langer krediet verleend dan voor de duur van de trekking, waarop de uitgegeven loten betrekking hebben.

Artikel 29
  • 1.

    Om als wederverkoper te worden toegelaten dienen belanghebbenden zich schriftelijk te wenden tot de Raad van Toezicht en Advies.

  • 2.

    De uitgifte van loten aan de wederverkopers rechtstreeks of door tussenkomst van depothouders geschiedt door de Raad van Toezicht en Advies, na overleg met de Directeur.

  • 3.

    Bij de uitgifte van loten wordt voorrang verleend aan de wederverkopers, die minder vermogend zijn. Tevens zal naar billijkheid rekening worden gehouden met de bestaande vraag naar de wederverkoop van loten van de min- of onvermogenden op alle eilanden van de Nederlandse Antillen. Aan een wederverkoper worden niet meer dan 75 loten per trekking uitgegeven.

  • 4.

    Kunnen niet alle loten op de in lid 3 bepaalde wijze worden uitgegeven, dan kan de Raad van Toezicht en Advies, na overleg met de Directeur, overgaan tot uitgifte van een groter aantal loten aan een wederverkoper.

Artikel 30

Jaarlijks legt de Directeur in de maand januari een door de Raad van Toezicht en Advies geviseerde lijst, houdende een opsomming van de namen van de wederverkopers, hun woonplaatsen, alsmede het aantal der aan hen over het afgelopen dienstjaar in iedere loterij uitgegeven loten, door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën, over aan de Gouverneur ter publicatie in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.

Artikel 31
  • 1.

    Op de eilanden buiten Curaçao kunnen door de Gouverneur, op voordracht van de Raad van Toezicht en Advies, depothouders worden aangewezen, die worden belast met het ontvangen van inlagen voor de door hun tussenkomst uit te geven loten en het uitbetalen van prijzen en premies ten bate en ten laste van de Landsloterij. Voor hun verrichtingen ontvangen zij een vergoeding, welke tegelijkertijd met hun aanwijzing wordt vastgesteld.

  • 2.

    De aangewezen depothouders zijn voor hun verrichtingen als bedoeld in het vorige lid zelfstandig verantwoordelijk.

Artikel 32
  • 1.

    De niet verkochte loten kunnen door de wederverkopers op het eiland Curaçao tot en met de dag vóór de trekking bij de Directeur worden ingeleverd tegen teruggave van de inleg.

  • 2.

    Tenminste één uur vóór de aanvang van de trekking stelt de Directeur alle onverkochte loten of gedeelten van loten ter hand aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst benevens een door hem ondertekende met inkt geschreven lijst, bevattende de nummers dier loten en indien het gedeelten van loten betreft bovendien de hoegrootheid van die gedeelten.

  • 3.

    De onverkochte loten of gedeelten van loten worden door het Hoofd van de Landsaccountantsdienst vóór de trekking van een vernietigingsstempel voorzien.

  • 4.

    Tot uiterlijk des namiddags 14.00 uur op dag vóór de trekking kunnen de depothouders op de eilanden Aruba, Bonaire, St. Maarten, Saba en St. Eustatius de door hen onverkochte loten of gedeelten van loten ter hand stellen aan de gezaghebber van het betrokken eilandgebied en op Saba en St. Eustatius aan de administrateur van het betrokken eiland, vergezeld van een door hen ondertekende met inkt geschreven lijst, bevattende de nummers dier loten en indien het gedeelten van loten betreft bovendien de hoegrootheid van die gedeelten tegen teruggave van de inleg.

  • 5.

    De ingevolge lid 4 ingeleverde onverkochte loten of gedeelten van loten worden dezelfde dag door de betrokken gezaghebbers en administrateurs van een vernietigingsstempel voorzien en bij aangetekende brief aan de Directeur opgezonden.

  • 6.

    De prijzen of premies, welke op de onverkochte loten of gedeelten van loten vallen, blijven ten bate van de Landsloterij.

AFDELING VII

Van de reserve der Landsloterij

Artikel 33
  • 1.

    Uit de opbrengst van de landsloterij wordt een bedrag gereserveerd, tenminste gelijk aan het totaal bedrag, dat bestemd is voor de uitkering aan prijzen en premies voor de gewone trekking.

  • 2.

    Het bedrag bedoeld in het vorig lid wordt op een afzonderlijke rekening "Waarborgfonds voor de Uitkering van Prijzen en Premies Landsloterij" gedeponeerd bij een plaatselijke bank, danwel belegd in staatspapieren, en dient ter zekerheidsstelling voor de uitbetaling van de prijzen en premies.

AFDELING VIII

Van de verdeling van de opbrengst der Landsloterij

Artikel 34
  • 1.

    De opbrengst van de landsloterij is bestemd om aan rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen of stichtingen, uitsluitend strekkend tot een liefdadig doel of ter bevordering van wetenschap, kunst of ander algemeen belang, jaarlijkse dan wel eenmalige uitkeringen te doen.

  • 2.

    Bij het doen van uitkeringen wordt naar billijkheid rekening gehouden met de behoeften van de in het eerste lid bedoelde rechtspersonen op alle eilanden van de Nederlandse Antillen.

  • 3.

    Het deel van de opbrengst van de landsloterij, dat in een dienstjaar niet is uitgekeerd, wordt op een afzonderlijke rekening "Reserve Uitkeringen Landsloterij" bij een plaatselijke bank gedeponeerd danwel belegd in staatspapieren.

Artikel 35
  • 1.

    Ter verkrijging van een jaarlijkse danwel een eenmalige uitkering of verhoging van een reeds toegekende uitkering in enig dienstjaar kunnen door de in artikel 34 bedoelde rechtspersonen verzoekschriften bij de Gouverneur worden ingediend onder overlegging van een begroting van baten en lasten.

  • 2.

    Geen verzoek wordt ingewilligd dan nadat door het Hoofd van de Landsaccountantsdienst schriftelijk rapport is uitgebracht.

  • 3.

    De rechtspersonen zijn verplicht terzake van hun verzoeken aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst of aan de ambtenaar, die hem van zijnentwege vervangt, inzage te geven in hun boekhouding en administratie in de ruimste zin en hem daarbij elke gewenste inlichting en hulp te verschaffen. Deze verplichting blijft voortbestaan zolang een uitkering wordt genoten.

  • 4.

    De Gouverneur zendt het verzoek, vergezeld van het accountantsrapport, aan de Raad van Toezicht en Advies.

Artikel 36
  • 1.

    Jaarlijks vóór 1 april dienen de voor een uitkering in aanmerking komende rechtspersonen als bedoeld in artikel 35 een rekening van baten en lasten over het voorafgegane kalenderjaar in te zenden aan de Raad van Toezicht en Advies. De Raad van Toezicht en Advies zendt deze rekeningen door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst.

  • 2.

    Het Hoofd van de Landsaccountantsdienst doet deze rekeningen minstens eenmaal in drie jaar onderzoeken en brengt van zijn bevindingen schriftelijk rapport uit aan de Directeur van het Departement van Financiën onder toezending van een afschrift aan de Gouverneur en de Algemene Rekenkamer.

  • 3.

    De Gouverneur zendt het accountantsrapport bedoeld in lid 2 aan de Raad van Toezicht en Advies.

  • 4.

    Rechtspersonen, die de gegevens, als in het eerste lid bedoeld, niet vóór 1 maart van enig jaar hebben ingediend, kunnen voor dat jaar niet voor enige uitkering in aanmerking komen, tenzij zij vóór 1 april daaraanvolgend ten genoegen van de Raad van Toezicht en Advies hebben aangetoond, daartoe buiten hun schuld niet in staat te zijn, in welk geval de termijn van indiening wordt verlengd tot 1 mei van datzelfde jaar.

Artikel 37
  • 1.

    Uit de krachtens het bepaalde in de artikelen 35 en 36 ter beschikking staande gegevens wordt door de Gouverneur op voorstel van de Raad van Toezicht en Advies een lijst samengesteld, welke in de eerstvolgende begroting van de landsloterij wordt opgenomen.

  • 2.

    De vastgestelde uitkeringen worden evenredig verminderd, indien de opbrengst bij het afsluiten van het desbetreffende dienstjaar niet toereikend blijkt te zijn om alle uitkeringen hieruit te voldoen.

  • 3.

    De Raad van Toezicht en Advies kan de Directeur machtigen:

    • a.

      voorschotten te verlenen op de jaarlijkse uitkering aan de belanghebbende rechtspersonen, na indiening van hun jaarstukken en tot uitbetaling van de restanten aan de op de in het eerste lid bedoelde lijst voorkomende instellingen;

    • b.

      uitbetalingen op eenmalige uitkeringen te verrichten.

AFDELING IX

Van de Raad van Toezicht en Advies

Artikel 38
  • 1.

    De Raad van Toezicht en Advies is samengesteld uit een voorzitter en ten hoogste zeven leden. De Procureur-Generaal en de Directeur van het Departement van Financiën zijn ambtshalve lid. De Voorzitter en de overige leden worden benoemd en ontslagen door de Gouverneur. De benoeming geschiedt telkens voor de tijd van drie jaar. Een lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop diegene, in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.

  • 2.

    Aan de Raad wordt een secretaris toegevoegd, die door de Gouverneur wordt benoemd en ontslagen.

Artikel 39

Behalve de aan de Raad van Toezicht en Advies toegekende bevoegdheden en opgelegde verplichtingen, ziet deze toe op de nauwkeurige naleving van de bepalingen dezer landsverordening en van de landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, welke ter uitvoering van de bepalingen dezer landsverordening mochten zijn of worden gegeven.

Artikel 40

Jaarlijks, nadat de rekening der Landsloterij is vastgesteld, stelt de Directeur een jaarverslag samen betreffende de werkzaamheden en de uitkomsten der Landsloterij over het afgelopen dienstjaar, hetwelk na te zijn geviseerd door de Voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies, wordt aangeboden aan de Gouverneur en aan de Staten.

Artikel 41

Het presentiegeld voor het bijwonen der vergaderingen van de Raad van Toezicht en Advies door de leden, alsmede de vergoeding aan de secretaris worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregeld en komen ten laste van de geldmiddelen der Landsloterij.

Artikel 41a
  • 1.

    Indien de Voorzitter en de andere leden van de Raad van Toezicht en Advies alsmede de secretaris zich in hun hoedanigheid naar een ander eiland moeten begeven dan dat van hun woonplaats, hebben zij ten laste van de geldmiddelen van de Landsloterij aanspraak op vrije overtocht of op vergoeding van de door hen gemaakte reiskosten en op verblijfkosten, een en ander op de voet van de bepalingen van de Beschikking van de 20ste juni 1933, no. 700, houdende vaststelling van een regeling der vergoeding van reis- en teerkosten, gelijk mede voor verhuiskosten binnen de Nederlandse Antillen (P.B. 1959, no. 153) of van de hiervoor in de plaats te stellen regelen, alsmede op verzekering tegen de vliegrisico's voortvloeiende uit de vliegreis indien van een vliegtuig gebruik wordt gemaakt, zulks op de voet van de bepalingen van het Landsbesluit Verzekering Vliegrisico's 1952 (P.B. 1952, no. 10) of van de hiervoor in de plaats te stellen regelen.

  • 2.

    Voor de bepaling van de in het vorig lid bedoelde vergoeding van reis- en verblijfkosten en van de verzekering tegen vliegrisico's worden de voorzitter, de andere leden en de secretaris van de Raad geacht te behoren tot de groep van de hoogst bezoldigde ambtenaren.

Artikel 42

In geval van afwezigheid of ontstentenis van de Voorzitter wordt hij vervangen door het oudste lid naar reden van benoeming.

Overgangsbepalingen

Artikel 43

Voor de indiening van de eerste begroting der Landsloterij kan van de termijnen bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 8 worden afgeweken.

Artikel 44

Bij de samenstelling van het eerste voorstel tot het doen van uitkeringen aan de in artikel 34 bedoelde rechtspersonen kan van het bepaalde in de artikelen 35 en 36 worden afgeweken.

Artikel 45
  • 1.

    Indien deze landsverordening niet in werking treedt op 1 januari van enig jaar, kan de Gouverneur bij besluit het in artikel 20 genoemde aantal jaarlijks te houden loterijen wijzigen en bepalen op een aantal, evenredig aan het van het eerste werkingsjaar der landsverordening nog resterende gedeelte.

  • 2.

    In zodanig geval kan de in artikel 20, lid 1 bedoelde bijzondere loterij in plaats van in december in een andere door de Gouverneur bij landsbesluit bepaalde maand plaatsvinden.

Slotbepaling

Artikel 46
  • 1.

    Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Landsloterijverordening", onder toevoeging van het jaartal van het Publicatieblad, waarin zij is opgenomen.

  • 2.

    De artikelen of onderdelen van artikelen dezer landsverordening treden in werking op door de Gouverneur te bepalen tijdstippen.