Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING van de 15de oktober 1949 betreffende de Landsloterij |
Citeertitel | Landsloterijverordening 1949 |
Vastgesteld door | Gouverneur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling betreft de Landsloterij. Na 10 oktober 2010 is deze regeling een regeling van het land Curaçao geworden omdat de Landsloterij een Curacaose NV is. Omdat de Landsloterij actief is in Sint Maarten met een depothouder in Sint Maarten, is deze regeling ter informatie opgenomen.
Deze regeling is nog niet aangepast aan de huidige staatkundige situatie.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Deze regeling is gewijzigd voor zij in werking is getreden bij de regeling van 12-05-1951 (P.B. 1951, no. 80). De wijziging is in werking getreden op hetzelfde tijdstip als de oorspronkelijke regeling.
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is bij landsbesluit van 25-09-1951 (P.B. 1951, no. 146) voor wat betreft de art. 1, eerste lid, 18, 26, eerste lid, 27, 30, 37, 41, 42 en 43 vastgesteld op 02-10-1951.
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is bij landsbesluit van 10-01-1952 (P.B. 1952, no. 2) voor wat betreft de overige artikelen vastgesteld op 01-03-1952.
Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 17-07-1959 (P.B. 1959, no. 89) is voor wat betreft art. 17 bij landsbesluit van 26-07-1977 (P.B. 1977, no. 202) vastgesteld op 10-03-1977.
Krachtens landsbesluit van 02-07-1960 is een doorlopende tekst van deze regeling geplaatst in P.B. 1960, no. 123, en krachtens landsbesluit van 01-07-1965 is een doorlopende tekst van deze regeling geplaatst in P.B. 1965, no. 122.
De datum van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling (art. 17) van 24-09-1961 (P.B. 1961, no. 158) is niet bekend.
Onbekend
Landsbesluit houdende algemene maatregelen van 18 juli 1955 (P.B. 1955, no. 78)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Sint Maarten | 21-07-2010 A.B. 2010, GT no. 1 en A.B. 2010, GT no. 30 | onbekend |
De overtollige kasmiddelen worden door de Directeur in rekening-courant gestort bij de Bank van de Nederlandse Antillen (voorheen de Curaçaosche Bank).
De Directeur is belast met de leiding der Landsloterij onder toezicht van de Raad van Toezicht en Advies. Hij ziet toe op de werkzaamheden van het aan hem ondergeschikt personeel.
Het ontvangen van gelden voor de Landsloterij, voortvloeiende uit de uitgifte van loten aan de wederverkopers, geschiedt op de wijze als bepaald in de artikelen 28, 29 en 31 van deze landsverordening.
De Directeur is verplicht aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst of de ambtenaar, die hem van zijnentwege vervangt, zo dikwijls deze het wenst in de ruimste zin inzage te geven in de boekhouding en de administratie en hem bij de opneming van de kas elke door hem gewenste inlichting en hulp te verschaffen.
Alle wettelijke regelingen in de zin van artikel 2 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen, welke voor de landsdienaren gelden en betrekking hebben op hun rechtstoestand, alsmede alle andere algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 35, eerste lid, van de Regeling ambtenarenrechtspraak 1951 zijn, voorzover niet bij deze landsverordening anders is bepaald, op de Directeur en het overige personeel van de Landsloterij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de toepassing van deze regelingen en voorschriften geschiedt voor wat betreft de Directeur na overleg met de Raad van Toezicht en Advies en voor wat betreft het overige personeel na overleg met de Directeur.
Vóór de aanvang van elke trekking stort de Directeur een belasting in 's Lands kas ten bedragen van f 2,50 per geheel lot van een gewone trekking. Voor de loten van een bijzondere trekking wordt het bedrag der verschuldigde belasting bepaald naar de verhouding tussen de prijs van de loten ener gewone trekking en die van de loten ener bijzondere trekking.
De prijzen of premies zijn betaalbaar daags na de trekking en gedurende zes maanden daarna ten kantore van de Directeur of ten kantore van de in artikel 31 bedoelde depothouder tegen inname van het lot of gedeelte van het lot, waarop een prijs of premie is gevallen. De uitbetaling vindt echter niet plaats voordat de trekkingslijst in het bezit is van de betrokken depothouder.
Bij de uitbetaling behoeft niet onderzocht te worden of de aanbieder van het lot of gedeelte van het lot dit op rechtsgeldige wijze heeft verkregen. De Directeur en de depothouder zijn echter bevoegd, de betaling uit te stellen, indien er voldoende redenen bestaan tot twijfel of de aanbieder het recht heeft om over het lot te beschikken.
In geval van verlies van loten of gedeelten van loten moet hiervan vóór de trekkingsdatum bij de kassier aangifte worden gedaan onder opgave van het nummer en trekkingsdatum van het lot of gedeelte van het lot. Van deze aangifte wordt door de kassier aantekening gehouden in een register. Indien op het lot of gedeelte van het lot een prijs of premie valt, zal daarvan, met machtiging van de Directeur van het Departement van Financiën, na de vervaldag der onafgehaalde prijzen, mits het lot of gedeelte van het lot niet is uitbetaald, uitbetaling plaatsvinden, indien door de rechthebbende daartoe vóór de vervaldag bij de Directeur een schriftelijk verzoek wordt ingediend en ten genoegen van hem wordt aannemelijk gemaakt, dat de verzoeker uitsluitend rechthebbende is.
De depothouder stelt de uitbetaalde loten op de vervaldag der onafgehaalde prijzen ter hand aan de gezaghebber van het betrokken eilandgebied en op Saba en Sint Eustatius aan de administrateur van het betrokken eilandgebied. De betrokken gezaghebbers en administrateurs doen ieder voor zich de loten gezamenlijk verzegelen en zenden ze onverwijld toe aan de Directeur.
Bij akkoord-bevinding legt het Hoofd van de Landsaccountantsdienst door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën een schriftelijke verklaring over aan de Directeur. Bij niet akkoord-bevinding doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de Directeur van het Departement van Financiën.
De voorschriften met betrekking tot de wijze waarop en de middelen waarmede de trekkingen moeten plaats vinden worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen gegeven.
Bij de uitgifte van loten wordt voorrang verleend aan de wederverkopers, die minder vermogend zijn. Tevens zal naar billijkheid rekening worden gehouden met de bestaande vraag naar de wederverkoop van loten van de min- of onvermogenden op alle eilanden van de Nederlandse Antillen. Aan een wederverkoper worden niet meer dan 75 loten per trekking uitgegeven.
Jaarlijks legt de Directeur in de maand januari een door de Raad van Toezicht en Advies geviseerde lijst, houdende een opsomming van de namen van de wederverkopers, hun woonplaatsen, alsmede het aantal der aan hen over het afgelopen dienstjaar in iedere loterij uitgegeven loten, door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën, over aan de Gouverneur ter publicatie in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
Op de eilanden buiten Curaçao kunnen door de Gouverneur, op voordracht van de Raad van Toezicht en Advies, depothouders worden aangewezen, die worden belast met het ontvangen van inlagen voor de door hun tussenkomst uit te geven loten en het uitbetalen van prijzen en premies ten bate en ten laste van de Landsloterij. Voor hun verrichtingen ontvangen zij een vergoeding, welke tegelijkertijd met hun aanwijzing wordt vastgesteld.
Tenminste één uur vóór de aanvang van de trekking stelt de Directeur alle onverkochte loten of gedeelten van loten ter hand aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst benevens een door hem ondertekende met inkt geschreven lijst, bevattende de nummers dier loten en indien het gedeelten van loten betreft bovendien de hoegrootheid van die gedeelten.
Tot uiterlijk des namiddags 14.00 uur op dag vóór de trekking kunnen de depothouders op de eilanden Aruba, Bonaire, St. Maarten, Saba en St. Eustatius de door hen onverkochte loten of gedeelten van loten ter hand stellen aan de gezaghebber van het betrokken eilandgebied en op Saba en St. Eustatius aan de administrateur van het betrokken eiland, vergezeld van een door hen ondertekende met inkt geschreven lijst, bevattende de nummers dier loten en indien het gedeelten van loten betreft bovendien de hoegrootheid van die gedeelten tegen teruggave van de inleg.
De rechtspersonen zijn verplicht terzake van hun verzoeken aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst of aan de ambtenaar, die hem van zijnentwege vervangt, inzage te geven in hun boekhouding en administratie in de ruimste zin en hem daarbij elke gewenste inlichting en hulp te verschaffen. Deze verplichting blijft voortbestaan zolang een uitkering wordt genoten.
Jaarlijks vóór 1 april dienen de voor een uitkering in aanmerking komende rechtspersonen als bedoeld in artikel 35 een rekening van baten en lasten over het voorafgegane kalenderjaar in te zenden aan de Raad van Toezicht en Advies. De Raad van Toezicht en Advies zendt deze rekeningen door tussenkomst van de Directeur van het Departement van Financiën aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst.
Rechtspersonen, die de gegevens, als in het eerste lid bedoeld, niet vóór 1 maart van enig jaar hebben ingediend, kunnen voor dat jaar niet voor enige uitkering in aanmerking komen, tenzij zij vóór 1 april daaraanvolgend ten genoegen van de Raad van Toezicht en Advies hebben aangetoond, daartoe buiten hun schuld niet in staat te zijn, in welk geval de termijn van indiening wordt verlengd tot 1 mei van datzelfde jaar.
De Raad van Toezicht en Advies is samengesteld uit een voorzitter en ten hoogste zeven leden. De Procureur-Generaal en de Directeur van het Departement van Financiën zijn ambtshalve lid. De Voorzitter en de overige leden worden benoemd en ontslagen door de Gouverneur. De benoeming geschiedt telkens voor de tijd van drie jaar. Een lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop diegene, in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.
Behalve de aan de Raad van Toezicht en Advies toegekende bevoegdheden en opgelegde verplichtingen, ziet deze toe op de nauwkeurige naleving van de bepalingen dezer landsverordening en van de landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, welke ter uitvoering van de bepalingen dezer landsverordening mochten zijn of worden gegeven.
Jaarlijks, nadat de rekening der Landsloterij is vastgesteld, stelt de Directeur een jaarverslag samen betreffende de werkzaamheden en de uitkomsten der Landsloterij over het afgelopen dienstjaar, hetwelk na te zijn geviseerd door de Voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies, wordt aangeboden aan de Gouverneur en aan de Staten.
Het presentiegeld voor het bijwonen der vergaderingen van de Raad van Toezicht en Advies door de leden, alsmede de vergoeding aan de secretaris worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregeld en komen ten laste van de geldmiddelen der Landsloterij.
Indien de Voorzitter en de andere leden van de Raad van Toezicht en Advies alsmede de secretaris zich in hun hoedanigheid naar een ander eiland moeten begeven dan dat van hun woonplaats, hebben zij ten laste van de geldmiddelen van de Landsloterij aanspraak op vrije overtocht of op vergoeding van de door hen gemaakte reiskosten en op verblijfkosten, een en ander op de voet van de bepalingen van de Beschikking van de 20ste juni 1933, no. 700, houdende vaststelling van een regeling der vergoeding van reis- en teerkosten, gelijk mede voor verhuiskosten binnen de Nederlandse Antillen (P.B. 1959, no. 153) of van de hiervoor in de plaats te stellen regelen, alsmede op verzekering tegen de vliegrisico's voortvloeiende uit de vliegreis indien van een vliegtuig gebruik wordt gemaakt, zulks op de voet van de bepalingen van het Landsbesluit Verzekering Vliegrisico's 1952 (P.B. 1952, no. 10) of van de hiervoor in de plaats te stellen regelen.
Voor de indiening van de eerste begroting der Landsloterij kan van de termijnen bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 8 worden afgeweken.
Bij de samenstelling van het eerste voorstel tot het doen van uitkeringen aan de in artikel 34 bedoelde rechtspersonen kan van het bepaalde in de artikelen 35 en 36 worden afgeweken.
Indien deze landsverordening niet in werking treedt op 1 januari van enig jaar, kan de Gouverneur bij besluit het in artikel 20 genoemde aantal jaarlijks te houden loterijen wijzigen en bepalen op een aantal, evenredig aan het van het eerste werkingsjaar der landsverordening nog resterende gedeelte.