Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING, houdende enige bepalingen in het belang van personen, werkzaam bij het laden en lossen van zeeschepen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING, houdende enige bepalingen in het belang van personen, werkzaam bij het laden en lossen van zeeschepen
CiteertitelStuwadoorslandsverordening
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerparbeidsregelgeving

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 14 februari 1946, gepubliceerd in P.B. 1946, no. 28, en in werking getreden op 15 mei 1946.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Stuwadoorsbesluit

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-2015Artikel 5

17-04-2015

AB 2015, no. 9

onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

27-03-2013

AB 2013, GT no. 341

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING, houdende enige bepalingen in het belang van personen, werkzaam bij het laden en lossen van zeeschepen

 

 

 

Artikel 1
  • 1.

    Voor de toepassing van deze landsverordening en van de naar aanleiding daarvan uitgevaardigde regelingen wordt verstaan onder:

    zeeschip:

    ieder schip, dat wordt gebruikt tot de vaart ter zee of daartoe bestemd is, met uitzondering van oorlogsschepen en vissersvaartuigen;

    bemanning van een zeeschip:

    allen, die zich blijkens de monsterrol of bij gebreke daarvan, blijkens een ander aan boord van het schip aanwezig geschrift, als schepeling hebben verbonden;

    stuwadoorsarbeid:

    a. alle werkzaamheden verbonden aan:

     

    - het brengen van goederen in een zeeschip; het, in rechtstreeks verband daarmee, verwerken van de in het schip te brengen goederen op de kade, in zich aldaar bevindende pakhuizen of opslagplaatsen of in het vaartuig of voertuig, van waaruit zij rechtstreeks in het zeeschip worden gebracht;

     

    - het stuwen of het verwerken van goederen in het zeeschip;

     

    - het brengen van goederen uit een zeeschip; het, in rechtstreeks verband daarmee, opstapelen van de uit het schip gebrachte goederen op de kade, in zich aldaar bevindende pakhuizen of opslagplaatsen, of het stuwen of het verwerken van die goederen in het vaartuig of voertuig, waarin of waarop zij rechtstreeks uit het zeeschip worden gebracht;

     

    - één en ander met inbegrip van het bedienen van inrichtingen of werktuigen ten behoeve van vorenbedoelde werkzaamheden;

     

    b. bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, zo nodig aan te wijzen werkzaamheden, bestaande in of verband houdende met het opslaan, verwerken en afleveren van goederen in bij dat besluit aangewezen pakhuizen, opslagplaatsen, vaartuigen of voertuigen;

    stuwadoorsonderneming:

    iedere onderneming, waarin, zij het niet voortdurend of uitsluitend, stuwadoorsarbeid wordt verricht;

    havenarbeider:

    ieder, die stuwadoorsarbeid verricht;

    de minister:

    de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid.

  • 2.

    Onder goederen worden voor de toepassing van deze landsverordening mede begrepen de brandstof voor de voortbeweging van het zeeschip, het water en de ballast, doch worden overigens voor zover een en ander zonder behulp van krachtwerktuigen wordt behandeld, niet begrepen hetgeen dient tot uitrusting van het schip, de bagage van de reizigers en van de bemanning, alsmede proviand.

Artikel 2
  • 1.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorschriften worden vastgesteld die gelden voor stuwadoorsbedrijven, ten aanzien van:

    • a.

      de veiligheid in verband met de te verrichten werkzaamheden, het vervoer in het bedrijf van de havenarbeiders van en naar de plaatsen waar die werkzaamheden verricht worden inbegrepen;

    • b.

      het voorkomen van ongevallen en het verlenen van hulp bij ongevallen;

    • c.

      het voorkomen van schade aan de gezondheid ten gevolge van de arbeid;

    • d.

      de arbeidsduur en rusttijden;

    • e.

      het beschikbaar stellen van drinkwater of alcoholvrije dranken;

    • f.

      het bevorderen van de zindelijkheid;

    • g.

      de aanwezigheid van voldoende wc's en urinoirs;

    • h.

      kleedkamers, klerenbergplaatsen en schaftlokalen;

    • i.

      plaatsen, waar loon wordt uitbetaald;

    • j.

      plaatsen, waar arbeiders in dienst genomen worden.

    Bij ministeriële regeling worden de ambtenaren aangewezen, belast met de naleving van de krachtens dit lid uitgevaardigde voorschriften. De regeling bepaalt de datum waarop die voorschriften van toepassing verklaard zullen worden.

  • 2.

    Het hoofd of de bestuurder van een stuwadoorsonderneming is verplicht te zorgen, dat vanaf de gestelde datum voldaan wordt aan de voorschriften, bedoeld in het vorig lid. Tevens rust op hem de verplichting toe te zien dat deze voorschriften op voor een ieder waarneembare wijze in de Nederlandse en Engelse taal worden bekend gemaakt.

  • 3.

    Iedere havenarbeider, die arbeid verricht, waarop een voorschrift, gegeven bij een in het eerste lid bedoelde landsbesluit, betrekking heeft, is in de gevallen, bij dat landsbesluit bepaald, verplicht, voor zover hij redelijkerwijze kan worden geacht met dat voorschrift bekend te zijn, bij of ter zake van de arbeid, die hij verricht, dat voorschrift na te leven en de op grond van dat voorschrift aanwezige en voor hem bestemde beveiligingsmiddelen aan te wenden. De voormannen hebben toe te zien dat aan deze verplichting wordt voldaan.

Artikel 3
  • 1.

    De beslissing omtrent het al of niet of slechts ten dele voldaan hebben aan een voorschrift als bedoeld in artikel 2 berust, behoudens beroep als bedoeld in het vijfde lid, bij de door de minister daartoe bevoegd verklaarde ambtenaren.

  • 2.

    De ambtenaren, bedoeld in het voorgaande lid, zijn bevoegd aan de hoofden of bestuurders van een stuwadoorsonderneming te bevelen de stuwadoorsarbeid door havenarbeiders onverwijld geheel of ten dele te doen staken, indien zij van oordeel zijn, dat onmiddellijk gevaar bestaat voor personen tengevolge van de niet-naleving van een of meer van de voorschriften bij landsbesluit uitgevaardigd krachtens artikel 2, eerste lid. Het bevel wordt schriftelijk en gedagtekend gegeven.

  • 3.

    De hoofden of bestuurders van een stuwadoorsonderneming zijn verplicht te zorgen, dat in hun onderneming onverwijld aan een bevel, als in de voorgaande leden bedoeld, wordt voldaan; voorts te zorgen dat de arbeid niet eerder wordt hervat dan nadat het bevel tot gehele of gedeeltelijke staking in beroep is vernietigd of nadat de ambtenaar, die het bevel gaf, tot de hervatting schriftelijk verlof heeft gegeven.

  • 4.

    De ambtenaar die het bevel gaf, kan ter uitvoering daarvan de hulp inroepen van de sterke arm.

  • 5.

    [vervallen]

Artikel 4  

[vervallen]

Artikel 5
  • 1.

    Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft het hoofd of de bestuurder van een stuwadoorsonderneming die een bij deze landsverordening vastgesteld of krachtens deze bij landsbesluit uitgevaardigd voorschrift als bedoeld in artikel 2 overtreedt. Geen strafvervolging wordt ingesteld en geen straf uitgesproken tegen het hoofd of de bestuurder, buiten wiens toedoen het feit is begaan.

  • 2.

    Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft het hoofd of de bestuurder van een stuwadoorsonderneming, die, nadat een bevel tot gehele of gedeeltelijke staking van stuwadoorsarbeid is gegeven, in strijd met dat bevel van de arbeid doet of laat voortzetten of zonder de vereiste toestemming doet of laat hervatten. Geen strafvervolging wordt ingesteld en geen straf uitgesproken tegen het hoofd of de bestuurder, buiten wiens toedoen het feit is begaan.

  • 3.

    Met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft de havenarbeider, die een bij deze landsverordening vastgesteld of krachtens deze bij landsbesluit uitgevaardigd voorschrift als bedoeld in artikel 2 overtreedt.

  • 4.

    De feiten, in het eerste en derde lid van dit artikel strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen; het feit in het tweede lid van dit artikel als misdrijf.

Artikel 6
  • 1.

    Met het opsporen van de feiten, strafbaar gesteld in artikel 5, zijn, behalve de bij artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast de daartoe door de minister aan te wijzen ambtenaren.

  • 2.

    De in het vorig lid bedoelde opsporingsambtenaren hebben toegang tot alle schepen en werven, waarop deze landsverordening van toepassing is.

  • 3.

    Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm.

Slotbepalingen

Artikel 7

Deze landsverordening kan aangehaald worden als: Stuwadoorslandsverordening.

Artikel 8

[regelt de inwerkingtreding]