Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING regelende de uitoefening van de tandheelkunst

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSint Maarten
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING regelende de uitoefening van de tandheelkunst
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 30 juni 1934, gepubliceerd in P.B. 1934, no. 46, en in werking getreden op 3 juli 1934

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

19-04-2013

A.B. 2013, GT no. 797

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING regelende de uitoefening van de tandheelkunst

Artikel 1

  • 1. Tot de uitoefening van de tandheelkundige praktijk zijn, behalve de toegelaten geneeskundigen, uitsluitend bevoegd zij, die:

    • a.

      in het bezit zijn van een in Nederland afgegeven diploma als tandarts;

    • b.

      het examen als tandheelkundige met goed gevolg hebben afgelegd voor een commissie van tenminste drie personen, met dien verstande dat het aantal leden van de commissie steeds oneven moet zijn.

  • 2. De voorzitter van de in het eerste lid, onder b, bedoelde commissie is het Hoofd van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid. De andere leden en hun plaatsvervangers worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Indien het examen met goed gevolg wordt afgelegd, reikt de commissie daarvan een getuigschrift uit.

Artikel 2

  • 1. Het in artikel 1, eerste lid, onder b, bedoeld examen wordt niet afgenomen, dan na overlegging van:

    • een geboorteakte, of bij gebreke daarvan, van een getuigschrift, waaruit blijkt, dat de kandidaat de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt;

    • hetzij een geldig aan een buiten Nederland gevestigde universiteit of hogeschool, dan wel in Suriname afgegeven diploma als tandheelkundige, hetzij het bewijs, dat de kandidaat gedurende ten minste vier jaar door een of meer bevoegde, in Sint Maarten gevestigde en praktizerende tandartsen of tandheelkundigen is opgeleid, vergezeld van een schriftelijke verklaring van deze(n) tandarts(en) of tandheelkundige(n), dat hij door hem (hen) bekwaam en geschikt wordt geacht om de tandheelkundige praktijk uit te oefenen;

    • het bewijs, dat voor dit doel het bedrag van vijfhonderd gulden in de Landskas is gestort.

    Het onder 3° bedoelde bewijs geeft het recht zich tweemaal voor het afleggen van het examen aan te melden, echter niet later dan twee jaar na de gedane storting.

  • 2. Het in het eerste lid, onder 3°, genoemde bedrag kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden gewijzigd.

Artikel 3

Aan hem, die met goed gevolg het in artikel 1, eerste lid, onder b, bedoeld examen heeft afgelegd, wordt door de daarin genoemde commissie een akte van bevoegdheid uitgereikt.

Artikel 4

Het is aan een tandarts of tandheelkundige als bedoeld in artikel 1 verboden in Sint Maarten de praktijk als zodanig uit te oefenen, alvorens door de minister tot de uitoefening er van te zijn toegelaten.

Artikel 5

[vervallen]

Artikel 6

Het is aan een tandarts of tandheelkundige als bedoeld in artikel 1 verboden de praktijk als zodanig uit te oefenen, alvorens:

  • 1°.

    zijn akte van bevoegdheid door of namens de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid voor gezien is getekend;

  • 2°.

    in handen van de Gouverneur de volgende eed (belofte) te hebben afgelegd:

    „Ik zweer (beloof), dat ik de tandheelkunst volgens de daarop wettelijk vastgestelde bepalingen naar mijn beste weten en vermogen zal uitoefenen en dat ik aan niemand zal openbaren wat in die uitoefening als geheim mij is toevertrouwd of te mijner kennis is gebracht, tenzij mijn verklaring als getuige of deskundige door de rechter gevorderd, of ik anderszins tot het geven van mededeling door de wet verplicht wordt.

    „Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat beloof ik)”

Artikel 7

  • 1. Onder uitoefening van de tandheelkundige praktijk, bedoeld in artikel 1, wordt verstaan:

    • a.

      de plaatselijke behandeling:

      • van ziekten van de tanden;

      • van de tandkassen en van het tandvlees, voor zover die afhankelijk zijn van de ziekten van de tanden;

      • van de anomalieën van de stand van de tanden;

    • b.

      de toepassing van de tandprothese.

  • 2. Aanwending van algemeen gevoelloos makende middelen en het voorschrijven van inwendige geneesmiddelen, alsmede het afleveren van geneesmiddelen is de tandarts of tandheelkundige verboden.

Artikel 8

  • 1. Alleen de tandarts of de tandheelkundige, tot de uitoefening van de tandheelkundige praktijk toegelaten, mag binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in het openbaar aankondigen, dat hij de tandheelkundige praktijk uitoefent en een titel voeren, die hem als zodanig aan het publiek aanwijst.

  • 2. De titel van tandarts mag alleen gedragen worden door hen, die in het bezit zijn van een wettig Nederlands diploma van tandarts.

  • 3. Alle anderen tot de tandheelkundige praktijk toegelaten, mogen alleen de titel voeren van tandheelkundige en de titel aan hun diploma verbonden.

Artikel 9

  • 1. Voor zover het Wetboek van Strafrecht er niet in voorziet, wordt overtreding van enige bepaling van deze verordening gestraft met geldboete van ten hoogste honderd gulden.

  • 2. De feiten bij deze verordening strafbaar gesteld worden beschouwd als overtredingen.

Slot- en Overgangsbepalingen

Artikel 10

[regelt de inwerkingtreding]

[vervallen]