Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 4, artikel 5, derde lid, en artikel 7, tweede lid, van de Landsverordening rechtspositie Kustwacht |
Citeertitel | Landsbesluit rechtspositie Kustwacht |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 27 januari 2005, gepubliceerd in P.B. 2005, no. 22, en in werking getreden op 26 februari 2005.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening rechtspositie Kustwacht, artikelen 4, 5 en 7,
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 19-04-2013 AB 2013, GT no. 473 | n.v.t. |
In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen, wordt verstaan onder:
inkomen: de bezoldiging van de geüniformeerde ambtenaar, verhoogd met de eventuele schaalgarantieuitkering, bedoeld in artikel 13 van de Landsverordening rechtspositie Kustwacht, de eventuele kindertoelage, bonus en andere aan de betrekking van de geüniformeerde ambtenaar verbonden toelagen, welke op grond van een organieke regeling van de bezoldigingen of ingevolge artikel 25 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht en artikel 9 van het Bezoldigingslandsbesluit worden genoten, continudiensttoelage, vaartoelage en vergoeding van onkosten daaronder niet begrepen;
Het geneeskundige onderzoek, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel c, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht alsmede het periodieke onderzoek, naar de geschiktheid voor het ambt van geüniformeerd ambtenaar, geschieden overeenkomstig het daaromtrent gestelde bij of krachtens de Schepenwet en het Schepenbesluit.
De normvaardigheidsvereisten kunnen op voorstel van de Commandant bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Bij de vaststelling van de vereisten maakt de minister verschil naar sexe en leeftijd. De normvaardigheidsvereisten maken deel uit van de initiële opleiding, bedoeld in artikel 13, eerste lid.
Indien een geüniformeerd ambtenaar bij het jaarlijks onderzoek niet voldoet aan de normvaardigheidsvereisten, wordt hij in de gelegenheid gesteld om binnen zes maanden alsnog aan de vereisten te voldoen. In bijzondere gevallen kan de Commandant deze termijn eenmaal verlengen met een periode van ten hoogste zes maanden.
Indien een geüniformeerd ambtenaar de herkansing, bedoeld in het vierde lid, niet benut of wederom niet voldoet aan de normvaardigheidsvereisten, stelt de Commandant de minister onverwijld voor de terbeschikkingstelling van de betrokkene aan de Kustwacht te beëindigen, in verband met gebleken ongeschiktheid voor de verdere vervulling van het door hem beklede ambt.
De Commandant legt het formatierapport, bevattende het organogram, de functiebeschrijvingen en -waarderingen en de verantwoording daarvan, over aan de minister. Voor zover de functiebeschrijvingen en -waarderingen betrekking hebben op functies te bekleden door Sint Maartense ambtenaren worden deze goedgekeurd door de minister.
Aan de geüniformeerd ambtenaar die een functie is toegewezen waaraan een hogere rang is verbonden dan de rang die hij bekleedt, wordt op de ingangsdatum van de functievervulling die hogere rang toegekend, tenzij hiervan bij artikel 10, 11 of 12 wordt afgeweken.
In afwijking van het gestelde in artikel 9 wordt een matroos na het voltooien van de initiële opleiding, bedoeld in artikel 13, eerste lid, bevorderd tot de rang van volmatroos. Na tenminste twee jaar functioneren in de rang van volmatroos, vindt bevordering plaats tot eerste volmatroos, tenzij het resultaat van de beoordeling dit niet toestaat.
De in het eerste lid genoemde periode kan op voordracht van de Commandant eenmaal worden verlengd met maximaal eenzelfde periode, mits de leeftijd van dertig jaar niet wordt overschreden. De Commandant adviseert de minister over de noodzaak en gewenste duur van de verlenging.
Na ommekomst van de tijdelijke aanstelling, bedoeld in dit artikel, zal Sint Maarten zich inspannen voor plaatsing van de geüniformeerd ambtenaar bij de overheid.
Van het vereiste, bedoeld in het eerste lid, kan door de minister op voorstel van de Commandant worden afgeweken voor een periode van ten hoogste een jaar ten aanzien van de geüniformeerd ambtenaar in de rang van eerste volmatroos, die beoogd wordt een functie te vervullen waaraan de rang van kwartiermeester is verbonden en, op een later tijdstip, zo nodig, de rang van bootsman. Aan de tijdelijke vervulling als bedoeld in de eerste volzin, is een toelage verbonden als bedoeld in artikel 25 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht.
Met het oog op een evenwichtige loopbaanontwikkeling en ervaringsopbouw kan de minister op voorstel van de Commandant in vaste dienst aangestelde geüniformeerd ambtenaren voor een periode van twee jaar aanstellen in een rang die één schaal lager is dan de schaal die verbonden is aan de rang die behoort bij de door die geüniformeerd ambtenaar te vervullen functie. In bijzondere gevallen kan deze periode op voorstel van de Commandant verlengd worden tot ten hoogste drie jaar.
De kwartiermeester die een aaneengesloten periode van ten minste tien jaar bij de Kustwacht werkzaam is geweest, en wiens functioneren gedurende die periode steeds ten minste als voldoende is beoordeeld, komt bij het bereiken van de leeftijd van 45 jaar in aanmerking voor een bevordering tot bootsman.
Aan de aanwijzing voor het volgen van de initiële opleiding kan, indien de aard of de duur van de opleiding dit naar het oordeel van de minister wettigt, de verplichting worden verbonden tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de door de minister vast te stellen kosten van de opleiding. De terugbetalingsverplichting kan worden geëffectueerd indien de geüniformeerd ambtenaar na het verstrijken van de voor hem geldende proeftijd:
De geüniformeerd ambtenaar kan, al dan niet op eigen verzoek, door de minister worden aangewezen voor het volgen van een bijscholingsopleiding om de benodigde kennis en vaardigheid te behouden die noodzakelijk zijn voor de vervulling van zijn functie, dan wel te verkrijgen voor de vervulling van functies binnen de groepen van functies waarvoor hij is bestemd. Hij wordt tijdig in de gelegenheid gesteld tot het volgen van die opleiding.
De geüniformeerd ambtenaar kan, al dan niet op eigen verzoek, door de minister worden aangewezen voor het volgen van een omscholingsopleiding ter verkrijging van de benodigde kennis en vaardigheid voor de vervulling van functies binnen andere groepen van functies dan waarvoor hij tot dan toe was bestemd.
De geüniformeerd ambtenaar heeft, onder nader door de minister te stellen regels, aanspraak op een vergoeding van de aan een bijscholings- of omscholingsopleiding verbonden noodzakelijke en te zijnen laste komende kosten.
De minister kan, indien de billijkheid dit naar zijn oordeel vordert, een geüniformeerd ambtenaar, op wie een verplichting rust als bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15, geheel of gedeeltelijk van die verplichting ontheffen.
De geüniformeerd ambtenaar, die zonder daarvoor ingevolge de artikelen 13, 14 of 15 te zijn aangewezen, voor eigen rekening een studie of opleiding volgt of heeft voltooid die naar het oordeel van de minister mede dan wel volledig in het belang van de dienst is, kan volgens regels door de minister te stellen, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de aan de studie of opleiding verbonden kosten.
De geüniformeerd ambtenaar in tijdelijke dienst aangesteld, die zonder daarvoor ingevolge de artikelen 13, 14 of 15 te zijn aangewezen, voor eigen rekening een studie of opleiding volgt of heeft voltooid die naar het oordeel van de minister mede dan wel volledig is gericht op het vinden van een functie buiten de Kustwacht, kan volgens regels door de minister te stellen, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de aan de studie of opleiding verbonden kosten.
Een beoordeling wordt opgemaakt door de eerste en tweede beoordelaar. Bij intern reglement van de Kustwacht worden de functionarissen die optreden als eerste of tweede beoordelaar vastgelegd. De lijst hiervan wordt gedeponeerd bij het hoofd van de Dienst Middelen en Ondersteuning van het Ministerie van Algemene Zaken. Indien het intern reglement van de Kustwacht wordt gewijzigd, worden de functionarissen die wisselen van beoordelaar niet binnen zes maanden na deponering van de nieuwe lijst beoordeeld. De beoordelaars winnen alvorens de beoordeling op te maken, steeds het advies in van een personeelsbeoordelingsadviseur van de Kustwacht.
Een incidentele beoordeling wordt opgemaakt:
- op ieder moment waarop de Commandant van oordeel is dat het functioneren van betrokkene daartoe aanleiding geeft;
- op ieder moment waarop de Commandant een oordeel wenst te verkrijgen, of en hoe een geüniformeerd ambtenaar zich in zijn functie ontwikkelt.
De beoordelaars kunnen naar aanleiding van het beoordelingsgesprek en in voorkomend geval de schriftelijke opmerkingen van de ambtenaar hun beoordeling bijstellen. Indien van een bijstelling sprake is wordt binnen zeven dagen wederom een beoordelingsgesprek gehouden. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
§ 8. Dienst- en werktijden van de geüniformeerde ambtenaar
Wijziging van een voor de geüniformeerd ambtenaar geldend dienstrooster kan slechts geschieden om dringende redenen van dienstbelang of op verzoek van die ambtenaar. Een wijziging uit dienstbelang dient in beginsel uiterlijk tweemaal 24 uren voor de aanvang van de te verrichten dienst ter kennis van de geüniformeerd ambtenaar te zijn gebracht.
Een rustdag bestaat uit een dienstvrije periode van 24 aaneengesloten uren, in beginsel samenvallende met een kalenderdag.
De uren waarop de geüniformeerd ambtenaar gewoonlijk dienst moet verrichten, dienen zo veel mogelijk te zijn gelegen op werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 07:30 uur en 17:00 uur. In gevallen waarin het dienstbelang het noodzakelijk maakt en zulks een regelmatig karakter draagt, mogen andere werkuren worden voorgeschreven.
De dienst dient voordat vijf diensturen zijn verricht door een pauze te worden onderbroken, gedurende welke de geüniformeerd ambtenaar gelegenheid wordt gegeven naar behoren een maaltijd te nuttigen. Indien om dringende redenen van dienstbelang de werktijd niet door een pauze als hiervoor bedoeld kan worden onderbroken, wordt in ieder geval aan de geüniformeerd ambtenaar gelegenheid gegeven een maaltijd te nuttigen.
Het in het eerste lid genoemde aantal rustdagen wordt met één verminderd voor elke 32 uren waarop de geüniformeerd ambtenaar wegens ziekteverlof of vrijstelling van dienst wegens ziekte anders dan bedoeld in het derde lid en al dan niet aaneengesloten, geen dienst volgens het voor hem geldende dienstrooster heeft verricht. Tengevolge van het gestelde in dit lid aan het einde van een kwartaal te veel genoten extra rustdagen worden in een volgend kwartaal in mindering gebracht.
§ 9. Vergoeding voor overwerk van de geüniformeerd ambtenaar
Aan de geüniformeerd ambtenaar die een bezoldiging ontvangt van schaal 7 van de bijlage bij dit landsbesluit of lager en die in opdracht van de Commandant overwerk verricht, wordt behoudens het bepaalde in het derde lid een vergoeding toegekend. Aan geüniformeerd ambtenaren voor wie een hogere salarisschaal geldt, kan voor overwerk een tijdelijke vergoeding of een gratificatie worden toegekend, vast te stellen door de minister, voor wat de gratificatie betreft met inachtneming van het gestelde in artikel 74, tweede lid, onderdeel e, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht.
§ 10. Vergoeding voor beschikbaarheid en bereikbaarheid van de geüniformeerd ambtenaar
De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die zich gedurende tenminste acht uren per dag beschikbaar en bereikbaar moet houden, ontvangt daarvoor een vergoeding van 1% van de maandbezoldiging. Voor een periode van minder dan acht uren bestaat aanspraak op vergoeding naar rato van de in de eerste volzin bedoelde vergoeding, afgerond op hele uren.
§ 11. Continudiensttoelage, feestdagtoelage en verschuivingstoelage van de geüniformeerd ambtenaar
De geüniformeerd ambtenaar, die ingevolge het voor hem geldende dienstrooster, anders dan wegens varen, in continudienst werkzaam is, ontvangt een continudiensttoelage.
De geüniformeerd ambtenaar die niet in continudienst werkzaam is, wordt, ingeval hij tijdelijk in het desbetreffende dienstrooster wordt ingedeeld, voor de duur van die indeling geacht in continudienst werkzaam te zijn.
De continudiensttoelage bedraagt NAf 180,- per maand, indien de geüniformeerd ambtenaar ingevolge het voor hem geldende dienstrooster rouleert in dag-, avond- en nachtdienst en NAf 120,- per maand, indien hij ingevolge het voor hem geldende dienstrooster regelmatig rouleert in dag- en avonddienst.
Gedurende de tijd dat de in artikel 31 bedoelde ambtenaar vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden zonder behoud van inkomen geniet dan wel geschorst is of in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn dienst te verrichten, ontvangt hij geen continudiensttoelage.
De geüniformeerd ambtenaar ontvangt voor dienst verricht ingevolge het voor hem geldende dienstrooster op een feestdag voor elk uur dat hij volgens het dienstrooster heeft gewerkt, naast zijn inkomen een vergoeding gelijk aan 100% van zijn uurloon.
§ 13. Dienstreizen en verplaatsingen
Door de minister worden, in afwijking van het gestelde in de artikelen 29, 71 en 72 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht, nadere regels vastgesteld met betrekking tot de toekenning van vergoedingen:
- bij indiensttreding met een andere standplaats dan de woonplaats op moment van indiensttreding;
- bij wijziging van de standplaats;
- bij tijdelijke detachering naar een andere werkplek dan de standplaats;
De geüniformeerd ambtenaar heeft na zijn ter beschikkingstelling aan de Kustwacht recht op verstrekking in bruikleen van de goederen waarvan de Commandant heeft bepaald dat zij behoren tot de persoonlijke standaarduitrusting van die ambtenaar. De Commandant stelt voorschriften omtrent de vervanging van de bruikleengoederen.