Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de loonbelasting

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingMINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de loonbelasting
CiteertitelRegeling vaste vergoedingen
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 13 november 2001, gepubliceerd in P.B. 2001, no. 123, en in werking getreden op 24 november 2001.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de loonbelasting, artikel 6

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

27-03-2013

AB 2013, GT no. 325

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de loonbelasting

 

 

Artikel 1
  • 1.

    Vaste vergoedingen als bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de loonbelasting behoren niet tot het loon indien:

    • a.

      de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat deze vergoedingen geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van de noodzakelijke kosten die de werknemer tot verwerving van zijn loon maakt;

    • b.

      deze vergoedingen naar aard en veronderstelde omvang van de kosten zijn gespecificeerd.

  • 2.

    Aan de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is in ieder geval voldaan indien om de drie jaar een steekproefsgewijs onderzoek van de werkelijk gemaakte kosten tot verwerving van het loon wordt verricht, waarbij de werknemer gedurende ten minste drie aaneengesloten maanden een overzicht bijhoudt van de werkelijk gemaakte kosten, met inbegrip van de declaraties en de betalingsbewijzen hiervan.

  • 3.

    Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de toekenning van vergoedingen aan een groep van werknemers, die vanuit het kostenoogpunt redelijkerwijs geacht kunnen worden in dezelfde omstandigheden te verkeren, met dien verstande dat deze vergoedingen niet hoeven te worden afgestemd op de kosten die door een tot deze groep behorende individuele werknemer zijn gemaakt, maar kan worden volstaan met een door de desbetreffende groep van werknemers gemiddeld te maken kosten.

  • 4.

    De Inspecteur kan op verzoek het bedrag, dat ingevolge het eerste tot en met het derde lid ten hoogste als vaste vergoedingen in aanmerking wordt genomen, vaststellen.

Artikel 2

Deze ministeriële regeling kan worden aangehaald als: Regeling vaste vergoedingen.

Artikel 3

[regelt de inwerkingtreding]