Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Openbaar Voortgezet Onderwijs |
Citeertitel | Reglement openbaar voortgezet onderwijs |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | 13.2 |
Oorspronkelijk raadsbesluit 23 april 1990. Historie mogelijk niet compleet.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1994 | Onbekend | 13-12-1993 Gemeenteblad, 1993-12-23 | Onbekend |
Dit reglement is van toepassing op alle in de gemeente Deventer gevestigde openbare scholen voor voortgezet onderwijs in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs, tenzij dit reglement anders bepaalt.
a. Burgemeester en wethouders:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer.
reglement met daarin vanwege burgemeester en wethouders gemandateerde taken en bevoegdheden aan de schoolleiding.
de leerlingen, de ouders of het personeel zoals hieronder omschreven.
de inspecteur die belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 113 van de Wet voortgezet onderwijs.
leerlingen respectievelijk cursisten in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs, die aan de school staan ingeschreven;
reglement waarin de rechten en plichten van de leerling zijn opgenomen.
onderwijsgevende als bedoeld in hoofdstuk I-R van het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel, niet zijnde een lid van de schoolleiding.
de raad als bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs 1992;
i. Medezeggenschapsregiement :
het reglement als bedoeld in artikel 14 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs 1992.
de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen dan wel ingeval van minderjarigheid van de leerling diens wettelijke vertegenwoordiger(s);
het aan de school verbonden onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel;
de raad der gemeente Deventer;
de in artikel 1 van dit reglement bedoelde onderwijsinstellingen.
de rector of de directeur dan wel centrale directie in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs.
de schoolleider en conrectoren of de adjunct-directeuren of de leden van de centrale directie in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs.
De werkzaamheden van de leraar kunnen door de schoolleiding worden vastgelegd.
De schoolleiding pleegt hierover overleg met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad overeenkomstig de bepalingen van het medezeggenschapsregiement.
Het onderwijs-ondersteunend personeel is benoemd in een functie zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit Ondervvijspersoneel of in een andere door burgemeester en wethouders vastgestelde functie en verricht de daarbij behorende taken dan wel de taken zoals opgedragen door of namens de schoolleider.
De schoolleider is in dit geval verplicht betrokkene hiervan alsmede van de inhoud van diens bedenkingen in kennis te stellen en hem de gelegenheid te geven de bedenkingen voor gezien te tekenen en van de desbetreffende tekst een afschrift te maken.
Het betrokken personeelslid wordt door de schoolleider in de gelegenheid gesteld zijn bedenkingen over zijn functioneren vanuit zijn visie schriftelijk toe te lichten. Deze toelichting wordt gevoegd bij de brief van de schoolleider aan burgemeester en wethouders inzake de bedenkingen aangaande het functioneren van het betrokken personeelslid.
Bij bedenkingen aangaande het functioneren van een aan de school verbonden personeelslid, door derden bij de schoolleider ingediend, zijn, indien de schoolleider van oordeel is dat hij deze bedenkingen aan het burgemeester en wethouders moet doorgeven, de bepalingen van het tweede tot en met het vierde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
Het personeel waakt in de school in het algemeen tegen discriminatie op welke grond dan ook en bevordert gelijke behandeling in gelijke gevallen en in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Het personeelslid dat de hem opgelegde verplichtingen of enig voorschrift niet nakomt, dan wel datgene doet of nalaat wat hij bij een goede uitoefening van zijn functie behoort te doen of na te laten, maakt zich schuldig aan plichtsverzuim en kan door burgemeester en wethouders met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel disciplinair worden gestraft.
Ten behoeve van het beheren van een persoonsadministratie die uitsluitend gegevens beval van personeelsleden van de school worden door de schoolleiding in de registratie geen andere gegevens opgenomen dan is bepaald in artikel 5 van het Besluit Genormeerde Vrijstelling (Stb. 1986, 16). (Zie bijlage).
De schoolleiding draagt er zorg voor, dat voorafgaande aan de inschrijving aan de leerling en de ouders algemene informatie wordt verstrekt over de doelstelling, het onderwijsaanbod en de werkwijze van de school, de toelatingseisen, de cursusduur, en zo mogelijk over de vooruitzichten ten aanzien van het vervolgonderwijs dan wel over het beroepenveid waarvoor wordt opgeleid; de eventueel aan de toelating verbonden kosten en andere aangelegenheden die van direct belang zijn voor de leerling.
Leerlingen hebben vrijheid van vergadering, voorzover deze vergadering niet plaatsvindt onder de lessen. Vindt de vergadering in het schoolgebouw plaats dan beslist de schoolleider na overleg met de leerlingen omtrent tijd en plaats van de vergadering.
4 Dit artikel is niet van toepassing op de scholengemeenschap Midden-IJsel.
Onverminderd hetgeen hieromtrent is bepaald in de Leerplichtwet 1969 met betrekking tot ongeoorloofd schoolverzuim worden burgemeester en wethouders geïnformeerd bij herhaaldelijke overtreding van de regels betreffende het schoolverzuim. Burgemeester en wethouders kunnen op grond daarvan na overleg met de betrokken schoolleiding en eventuele schoolleiders van andere scholen nadere maatregelen treffen met betrekking tot ongeoorloofd schooiverzuim.
Tegen leerlingen die zich niet aan de voor de schooi geldende regels houden, of de goede voortgang van het onderwijs verstoren, kunnen door de leraar maatregelen van pedagogische/disciplinaire aard worden genomen.
Een maatregel moet in ieder geval zinvol en redelijk zijn, zowel in verhouding tot het gedrag, dat de aanleiding tot de maatregel vormde, als tot de ontwikkeling van de leerling.
Het is de leraar verboden leerlingen bij wijze van strafmaatregel buiten zijn toezicht te plaatsen, tenzij dit toezicht door een ander personeelslid wordt overgenomen.
De schoolleiding draagt zorg voor het opstellen van een besluitvormingsstructuur ten behoeve van binnen de school voorkomende ovedegvormen.
De besluitvormingsstructuur is gericht op het bevorderen van het functioneren van de schoolo"ganisatie en op de ontwikkeling van het algemeen beleid van de school.
De schoolleiding legt de in het eerste lid bedoelde besluitvormingsstructuur, daaronder elke wijziging ervan mede begrepen, als voorgenomen besluit voor aan de medezeggenschapsraad en legt het niet eerder ter vaststelling voor aan burgemeester en wethouders dan voor zover het besluit de instemming van de medezeggenschapsraad heeft verworven.
Burgemeester en wethouders stellen de besluitvormingsstructuur, daaronder elke wijziging ervan mede begrepen, definitief vast.
De schoolleiding stelt jaarlijks een verslag op over het onderwijs aan de school gedurende het afgelopen schooljaar als bedoeld in artikel 24a van de Wet op het voortgezet onderwijs en doet dit toekomen aan het burgemeester en wethouders.
Het jaarverslag bevat tevens een sociale paragraaf als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet.
De schoolleiding stelt, in overleg met de brandweer en/of andere deskundigen, een regeling op, volgens welke in geval van brand of een andere ramp, het schoolgebouw in de kortst mogelijke tijd kan worden ontruimd.
Door of vanwege de schoolleider wordt toezicht gehouden op de schoolgebouwen en -terreinen alsmede op alle zich in de gebouwen bevindende, aan de gemeente toebehorende, zaken gedurende de tijd dat deze zaken voor onderwijsdoeleinden in ruime zin, voor de eigen school gebruikt worden en tevens zorg draagt voor een passend en efficiënt gebruik van de beschikbare accommodatie.
De schoolleiding draagt er zorg voor, dat het schoolgebouw voor de aanvang van iedere schooltijd wordt geopend en dat het gebouw tijdig wordt afgesloten.
De schoolleiding, of een door hem aangewezen persoon, dient van iedere ingrijpende gebeurtenis die de dagelijkse gang van zaken op school verstoort of dreigt te
verstoren, zo spoedig mogelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders, of aan door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
De schoolleiding verstrekt ' op verzoek van burgemeester en wethouders binnen de door hen genoemde termijn een schriftelijke rapportage omtrent de in lid 1 bedoelde gebeurtenis met het verloop daarvan. In dit rapport wordt de gang van zaken uiteen gezet ten aanzien van tenminste: de (opvang van) leerlingen, het schoolgebouw en de daarin aanwezige inventaris.
Bij aanwezigheid van slechts één ruimte kan ten hoogste eenderde van de vloeroppervlakte van die ruimte van het rookverbod worden uitgezonderd dan wel kan ten hoogste eenderde van de gebruiks- of openingstijd het roken in die ruimte worden toegestaan. Hierbij geldt dat in het rookvrije deel van de ruimte of in de rookvrije tijd geen rookhinder bestaat.
De redactie van de schoolkrant stelt een redactiestatuut op, waarin de volgende punten aan de orde komen:
de besluitvormingsprocedure van de redactie.
De schoolleiding legt het redactiestatuut, daaronder elke wijziging ervan mede begrepen, als voorgenomen besluit voor aan de medezeggenschapsraad en stelt het niet vast dan voor zover het voorgenomen besluit de instemming van de medezeggenschapsraad heeft verworven. De schoolleiding heeft de eindverantwoordelijkheid voor de inhoud van de schoolkrant.