Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

Landsverordening houdende regels inzake een belasting op bedrijfsomzetten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLandsverordening houdende regels inzake een belasting op bedrijfsomzetten
CiteertitelLandsverordening belasting op bedrijfsomzetten
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 23 december 1996, gepubliceerd in P.B. 1996, no. 210, en in werking getreden op 1 januari 1997.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Ministeriële regeling (vaststelling model van aangifte)

Beschikking vaststelling voorwaarden vrijstelling bij levering onroerende zaken

Beschikking vaststelling nadere regels inzake factuurstelsel BBO

Beschikking vrijstelling BBO medische beroepsbeoefenaren

Beschikking Vrijstelling BBO economische en organisatorische verwevenheid

Beschikking beperking vrijstelling BBO economische zones

Beschikking beperking vrijstelling BBO vrije zones

Beschikking vrijstelling belasting bedrijfsomzetten donorprojecten

Aanschrijving van 1 september 2002 inzake heffing van belasting op bedrijfsomzetten (BBO) ter zake van leveringen van bevoorradingsgoederen aan schepen en het verrichten van diensten door tussenpersonen ten behoeve van schepen

Aanschrijving van 1 september 2002 inzake heffing van belasting op bedrijfsomzetten ter zake van prestaties door en aan Vrijgestelde Vennootschappen

Aanschrijving van 1 september 2002 inzake heffing van belasting op bedrijfsomzetten ter zake handelingen inzake waardepapieren en de overdracht van een onderneming

Aanschrijving van 8 mei 2003 inzake exportondernemer in de zin van de BBO

Aanschrijving van 18 augustus 2003 ter uitvoering van artikel 39, eerste lid, onderdeel b, van de Landsverordening landsbelastingen inzake de heffing van belasting op bedrijfsomzetten ter zake van de levering van water, elektriciteit en gas

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-2015wijziging artikel 53;

17-04-2015

AB 2015, no. 9

N.v.t.
31-05-201211-02-201130-05-2015Art. 1, 2, 5, 8, 9, 11, 12

28-03-2012

A.B. 2012, no. 14

N.v.t.
11-02-201111-02-2011Art. 1, 5, 7, 8 en 11

29-12-2010

A.B. 2010, no. 31

N.v.t.
10-10-201011-02-2011Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 155

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

Landsverordening, houdende regels inzake een belasting op bedrijfsomzetten

 

 

HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1
  • 1.

    In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a.

    minister:

    de Minister van Financiën;

    b.

    heffingsgebied:

    het grondgebied van Sint Maarten, bedoeld in artikel 1 van de Staatsregeling ;

    c.

    bedrijfsomzet:

    het totaal van de vergoedingen dat een ondernemer ontvangt voor de in het kader van zijn onderneming verrichte leveringen van goederen en diensten;

    d.

    ondernemer:

    een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent alsmede een ieder die een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen;

    e.

    goederen:

    alle lichamelijke zaken, met uitzondering van water, elektriciteit en gas;

    f.

    diensten:

    alle prestaties niet zijnde leveringen van goederen die tegen vergoeding worden verricht;

    g.

    vergoeding:

    al hetgeen ter zake van het leveren van een goed of het verrichten van een dienst wordt ontvangen. Onder vergoeding wordt voorts niet begrepen rente wegens het ter beschikking stellen van gelden.

  • 2.

    Onder ondernemer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, niet verstaan offshorebedrijven en offshorebanken, voorzover zij offshore-activiteiten verrichten en in het bezit zijn van een ontheffing krachtens de artikelen 9 tot en met 15 van de Landsverordening Deviezenverkeer.

  • 3.

    Bij ministeriële regeling kan worden bepaald, dat publiekrechtelijke lichamen die, anders dan als ondernemer, prestaties verrichten welke uit hun aard ook door ondernemers kunnen worden verricht, met betrekking tot die prestaties als ondernemer worden aangemerkt.

  • 4.

    Onder diensten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, worden niet verstaan de diensten verleend aan lichamen als bedoeld in het tweede lid, die door advocaten, juridische- en belastingadviseurs, administratie- en trustkantoren, accountants, banken en notarissen als zodanig worden verricht.

  • 5.

    Indien de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, niet of niet geheel uit een geldsom bestaat wordt voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening, de totale waarde van de tegenprestatie in het economisch verkeer aangemerkt als de vergoeding.

  • 6.

    Indien de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, minder bedraagt dan de waarde in het economisch verkeer van de verrichte levering of verleende dienst, wordt de vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening gesteld op de waarde in het economisch verkeer.

  • 7.

    De vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening wordt ingeval van een levering als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, gesteld op het bedrag dat voor de goederen zou worden ontvangen, indien deze op het tijdstip van de levering zouden worden aangeschaft of voortgebracht in de toestand waarin zij zich op dat tijdstip bevinden.

Artikel 2

Onder de naam belasting op bedrijfsomzetten wordt een belasting geheven over:

  • a.

    bedrijfsomzetten die door in het heffingsgebied wonende of gevestigde ondernemers in het kader van hun onderneming in het heffingsgebied worden gerealiseerd door het leveren van goederen en het verrichten van diensten; en

  • b.

    bedrijfsomzetten die door buiten het heffingsgebied wonende of gevestigde ondernemers in het kader van hun onderneming worden gerealiseerd door het leveren van goederen en het verrichten van diensten, voorzover:

    1. de leveringen zijn verricht binnen het heffingsgebied; dan wel

    2. de diensten worden genoten binnen het heffingsgebied.

Artikel 3

[vervallen]

HOOFDSTUK II BELASTINGHEFFING OVER BEDRIJFSOMZETTEN

Afdeling 1 Definitie belastbaar feit

Artikel 4
  • 1.

    Als leveringen van goederen worden aangemerkt:

    • a.

      de eigendomsoverdracht van goederen ingevolge een overeenkomst;

    • b.

      de afgifte van goederen ingevolge een overeenkomst van huurkoop of financiële leasing;

    • c.

      de eigendomsovergang van goederen die het onderwerp uitmaken van een overeenkomst tot het aanbrengen van die goederen aan een ander goed;

    • d.

      het beschikken over goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden, ten gevolge waarvan de goederen het bedrijfsvermogen van de ondernemer verlaten;

    • e.

      de eigendomsovergang van goederen ingevolge een vordering door of namens de overheid;

  • 2.

    Goederen welke worden geleverd door tussenkomst van een commissionair of dergelijke ondernemer die overeenkomsten sluit op eigen naam maar op order en voor rekening van een ander, worden geacht aan en vervolgens door die ondernemer te zijn geleverd.

Afdeling 2 Plaats van de belastbare handeling

Artikel 5
  • 1.

    De plaats waar een bedrijfsomzet wordt gerealiseerd is de plaats waar de ondernemer die de bedrijfsomzet realiseert woont of is gevestigd dan wel een vaste inrichting heeft van waaruit hij leveringen van goederen of diensten in het kader van zijn onderneming verricht. Of een ondernemer in het heffingsgebied woont of is gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

  • 2.

    De plaats waar een levering wordt verricht, is:

    a. ingeval het goed in verband met de levering wordt vervoerd, de plaats waar het vervoer aanvangt;

    b. in andere gevallen, de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van levering.

  • 3.

    Buiten het heffingsgebied wonende of gevestigde ondernemers die in artikel 2, onder b, bedoelde gevallen leveringen en diensten verrichten aan een binnen het heffingsgebied wonende of gevestigde afnemer, worden geacht voor deze prestaties domilicie te hebben gekozen ter Inspectie der Belastingdienst.

Afdeling 3 Maatstaf en tarief van heffing

Artikel 6
  • 1.

    De belasting wordt berekend over de bedrijfsomzet die de ondernemer in het kader van zijn onderneming in het heffingsgebied heeft gerealiseerd.

  • 2.

    Bedragen die de ondernemer op naam en voor rekening van zijn afnemer heeft betaald aan een derde behoren niet tot de bedrijfsomzet.

Artikel 7
  • 1.

    Het tarief van de belasting bedraagt 5 %.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het in het eerste lid genoemde tarief worden gewijzigd.

  • 3.

    Binnen zes maanden na het in werking treden van een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als bedoeld in het tweede lid, wordt een ontwerp aan de Staten aangeboden om het in dat landsbesluit bepaalde, bij landsverordening te bekrachtigen.

  • 4.

    Indien de ontwerp-landsverordening, bedoeld in het derde lid, niet binnen de in dat lid genoemde termijn wordt ingediend alsmede indien de ontwerp-landsverordening wordt ingetrokken, vervalt het in het tweede lid bedoelde landsbesluit van rechtswege met ingang van de dag na het verstrijken van bedoelde termijn onderscheidenlijk van die na de intrekking. Indien de Staten de ontwerp-landsverordening niet goedkeuren, wordt het landsbesluit onverwijld ingetrokken. Wordt het ontwerp tot landsverordening verheven, dan wordt het landsbesluit ingetrokken op het tijdstip van het in werking treden van die landsverordening.

Afdeling 4 Vrijstellingen

Artikel 8
  • 1.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedijfsomzet waarvan een in het heffingsgebied gevestigde ondernemer kan aantonen dat het is gerealiseerd door de verhuur aan het in het heffingsgebied woonachtige particulieren van onroerende zaken, welke zijn ingericht en bestemd voor permanente bewoning. Of een particulier in het heffingsgebied woont, wordt naar omstandigheden beoordeeld.

  • 2.

    Vrijstelling van belasting wordt onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet dat wordt gerealiseerd door levering van onroerende zaken voorzover ter zake van die levering over­drachtsbelasting is betaald.

  • 3.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet dat wordt gerealiseerd door het verkopen van loten als bedoeld in de Landsloterijverordening.

  • 4

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat het is gerealiseerd door het verrichten van vervoersdiensten door middel van luchtvaartuigen of zeeschepen. Onder zeeschepen worden verstaan alle vaartuigen, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van vervoer te water met uitzondering van pleziervaartuigen.

  • 5.

    Vrijstelling van belasting wordt, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, verleend voor bedrijfsomzetten die door ziekenhuizen, laboratoria voor medisch onderzoek, artsen, tandartsen, tandtechnici, verpleeg- en verloskundigen, fysio- en oefentherapeuten, chiropractors, logopedisten, diëtisten en podotherapeuten als zodanig worden gerealiseerd.

  • 6.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat het is gerealiseerd door levering van brandstoffen, smeermiddelen en andere vloeistoffen, bestemd voor de voortstuwing, smering en ander technisch gebruik aan boord van zeeschepen als bedoeld in het vierde lid, of luchtvaartuigen die als openbaar vervoermiddel worden gebruikt voor personen- of goederenvervoer naar en van het buitenland alsmede door het verrichten van diensten ten behoeve van de in dit lid bedoelde zeeschepen of luchtvaartuigen. Deze vrijstelling is ook van toepassing op oorlogsschepen en -luchtvaartuigen.

  • 7.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat het is gerealiseerd door de levering van brandstoffen aan gas-, elektriciteits- en waterleidingbedrijven.

  • 8.

    Vrijstelling van belasting wordt, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan een in een vrije zone, als bedoeld in artikel l, eerste lid, van de Landsverordening economische zones 2000, gevestigde ondernemer die een aardolieop- en overslagstation met bijbehorende faciliteiten exploiteert kan aantonen, dat hij het heeft gerealiseerd door de levering van goederen die naar een bestemming buiten het heffingsgebied worden vervoerd of het in bedoelde vrije zone verrichten van diensten als bedoeld in artikel l, eerste lid, onderdeel d, van de Landsverordening economische zones 2000 voornoemd.

  • 9.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voorzover de ondernemer kan aantonen dat de bedrijfsomzet is gerealiseerd door de levering van geneesmiddelen voor mensen op recept van een arts in de zin van de Landsverordening regelende de uitoefening van de Geneeskunde.

  • 10.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer aan kan tonen dat hij dat heeft gerealiseerd in de zelfstandige uitoefening van zijn beroep als bus- of taxichauffeur alsmede door het verrichten van schoolbusdiensten.

  • 11.

    Vrijstelling van belasting wordt, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer aan kan tonen dat hij dat heeft gerealiseerd door de levering van goederen en het verrichten van diensten voor projecten voor zover die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Nederland, Curacao of Aruba komen, alsmede in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen.

  • 12.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat die is gerealiseerd door de verzorging van postzendingen, die de houder van de concessie ingevolge het bepaalde bij en krachtens artikel 2, tweede lid, van de Postlandsverordening, verplicht is te vervoeren.

  • 13.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat die is gerealiseerd door diensten, die in een zee- of luchthavengebied worden verricht met betrekking tot in het heffingsgebied binnenkomen­de en uitgaande goederen.

  • 14.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat die is gerealiseerd door de verzorging van niet-commercieel onderwijs alsmede congressen die voor ten minste 90 % worden bijgewoond door niet-ingezetenen.

  • 15.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat die is gerealiseerd door levering vanmledische kunst- en hulpmiddelen. Onder medische kunst- en hulpmiddelen worden verstaan orthopedische artikelen en toestellen, daaronder begrepen medisch-chirurgische gordels en banden, alsmede krukken, kunstgebitten, kunsttanden, kunstogen, kunstledematen en dergelijke artikelen, hoorapparaten voor hardhorigen, breukspalken en andere artikelen en apparaten voor de behandeling van breuken in het beendergestel.

  • 16.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat het gerealiseerd is door de verhuur van hotelkamers en appartementen, indien en voorzover over de gehele opbrengst daarvan logeergastenbelasting is betaald op grond van de Logeergastenbelastingverordening.

  • 17.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat het gerealiseerd is door de levering van brood, suiker, zout, melk, eieren, boter, bakolie, babyvoeding, luiers, toiletpapier, rijst, bonen, aardappelen, graan, meel, kip en fruit.

  • 18.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat het is gerealiseerd door het gelegenheid geven tot deelname aan casinospelen.

  • 19.

    Vrijstelling van belasting wordt, onder bij ministeriële regeling te stellen voorschriften, verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzetten waarvan een in een economische zone als bedoeld in artikel l van de Landsverordening Economische zones gevestigde ondernemer kan aantonen, dat het is gerealiseerd door de levering van goederen die naar een bestemming buiten het heffingsgebied worden vervoerd of door het verrichten van diensten als bedoeld in artikel l van genoemde landsverordening.

  • 20.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan een in het heffingsgebied gevestigde ondernemer kan aantonen dat het is gerealiseerd door leveringen en diensten, bemiddeling daaronder begrepen maar met uitzondering van bewaring en beheer betreffende waardepapier, bank- en muntbiljetten en munten die in enig land de hoedanigheid van wettig betaalmiddel bezitten, met uitzondering van bankbiljetten en munten, welke gewoonlijk niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of welke een verzamelwaarde hebben. Onder waardepapieren wordt niet verstaan documenten die goederen vertegenwoordigen, rechten op onroerende zaken, de zakelijke rechten die aan de rechthebbende de bevoegdheid verschaffen om een onroerende zaak te gebruiken en de deelbewijzen en aandelen waarvan het bezit rechtens of in feite recht geven op de eigendom of het genot van een onroerende zaak of een deel daarvan.

Artikel 9
  • 1.

    Vrijstelling van belasting wordt verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan een exportondernemer kan aantonen dat hij dat heeft gerealiseerd door de levering van goederen aan buiten het heffingsgebied wonende of gevestigde afnemers, waarbij de goederen in het kader van die levering door of in opdracht van de ondernemer zijn verzonden of vervoerd naar een bestemming buiten het heffingsgebied.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, wordt het grondgebied van het eiland Sint Maarten dat niet behoort tot het grondgebied van Sint Maarten voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als behorende tot het heffingsgebied.

  • 3.

    Ten einde het recht op de in het eerste lid genoemde vrijstelling aan te tonen dient de ondernemer terzake van de in het eerste lid genoemde leveringen in zijn administratie te beschikken over:

    • a.

      een dubbel van de uitgereikte factuur met een duidelijke specificatie van de hoeveelheid en soort van de geleverde goederen, de te ontvangen vergoeding en de naam en het adres van de afnemer,

    • b.

      een betalingsbewijs,

    • c.

      de vervoersdocumenten waaruit blijkt dat de goederen het heffingsgebied daadwerkelijk hebben verlaten,

    • d.

      een kopie van het door de bevoegde autoriteiten afgetekende landings- of invoerdocument van het land waarnaar de goederen zijn vervoerd dan wel ten genoegen van de Inspecteur een verklaring van het land van bestemming dat de goederen hun bestemming daadwerkelijk hebben bereikt.

Afdeling 5 Wijze van heffing

Artikel 10
  • 1.

    De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip dan wel de tijdstippen waarop de vergoedingen voor de leveringen en diensten waarmee de bedrijfsomzet wordt gerealiseerd, geheel of gedeeltelijk worden ontvangen.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan de Inspecteur op verzoek van de ondernemer bij vergunning toestaan dat de belasting wordt verschuldigd op het tijdstip dan wel de tijdstippen waarop een factuur wordt uitgereikt terzake van de levering of de dienst waarmee bedrijfsomzet wordt gerealiseerd.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid is de ondernemer verplicht terzake van alle leveringen en diensten een genummerde en gedagtekende factuur uit te reiken, waarin op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld:

    • a.

      de dag waarop de levering of de dienst wordt verricht;

    • b.

      de naam en adres van de ondernemer die de levering of de dienst verricht;

    • c.

      naam en adres van de afnemer aan wie de levering of de dienst wordt verricht;

    • d.

      een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen of van de dienst;

    • e.

      de hoeveelheid van de geleverde goederen;

    • f.

      de vergoeding.

  • 4.

    Voor de toepassing van het tweede lid moet de ondernemer de factuur uitreiken binnen vijftien dagen na de maand waarin de levering of de dienst is verricht. De ondernemer is verplicht een dubbel van de uitgereikte factuur op te maken.

  • 5.

    Bij ministeriële regelingworden nadere regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het tweede, derde en vierde lid.

Artikel 11
  • 1.

    De belasting wordt geheven van de ondernemer die de bedrijfsomzet realiseert.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, wordt de belasting in artikel 5, derde lid, bedoelde gevallen, geheven van de afnemer, voorzover deze een binnen het heffingsgebied gevestigde ondernemer is, indien:

    a. de buiten het heffingsgebied wonende of gevestigde ondernemer en de afnemer daartoe gezamenlijk een schriftelijk verzoek indienen bi jde Inspecteur; of

    b. de buiten het heffingsgebied wonende of gevestigde ondernemer de verschuldigde belasting niet op aangifte heeft voldaan.

Artikel 12
  • 1.

    De in een tijdvak van een kalendermaand verschuldigde belasting moet op aangifte worden voldaan.

  • 2.

    Voor de natuurlijke persoon die een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, kan op diens verzoek het tijdvak worden gesteld op een kalenderjaar.

  • 3.

    De Inspecteur kan onder door hem te stellen voorwaarden een vereenvoudigde wijze van het doen van aangifte toestaan.

HOOFDSTUK III NAHEFFING

Artikel 13

[vervallen]

HOOFDSTUK IV ADMINISTRATIEVE BOETEN

Artikel 14

[vervallen]

Artikel 15

[vervallen]

Artikel 16

[vervallen]

Artikel 17

[vervallen]

Artikel 18

[vervallen]

Artikel 19

[vervallen]

Artikel 20

[vervallen]

Artikel 21

[vervallen]

Artikel 22

[vervallen]

Artikel 23

[vervallen]

HOOFDSTUK V BEZWAAR EN BEROEP

Artikel 24

[vervallen]

Artikel 25

[vervallen]

Artikel 26

[vervallen]

HOOFDSTUK VI BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 27

[vervallen]

Artikel 27

[vervallen]

Artikel 27

[vervallen]

Artikel 30

[vervallen]

Artikel 31

[vervallen]

Artikel 32

[vervallen]

Artikel 33

[vervallen]

Artikel 34

[vervallen]

Artikel 35

[vervallen]

Artikel 36

[vervallen]

Artikel 37

[vervallen]

Artikel 38

[vervallen]

Artikel 39

[vervallen]

Artikel 40

[vervallen]

HOOFDSTUK VII INVORDERING

Afdeling 1 Algemeen

Artikel 41
  • 1.

    De Ontvanger is belast met de invordering van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde belasting, interesten, boeten en kosten van vervolging.

  • 2.

    Naast de bevoegdheden die de Ontvanger heeft ingevolge deze landsverordening, beschikt hij ook over de bevoegdheden die een schuldeiser heeft op grond van enige andere wettelijke bepaling.

Artikel 42
  • 1.

    De toerekening van de betalingen geschiedt achtereenvolgens aan:

    • a.

      de kosten;

    • b.

      de interesten;

    • c.

      de boeten;

    • d.

      de oudste van de openstaande aanslagen.

  • 2.

    De Ontvanger is verplicht voor iedere contante betaling schriftelijk kwijting te verlenen.

Afdeling 2 Invordering in eerste aanleg

Artikel 43
  • 1.

    De Ontvanger bezorgt het door de Inspecteur opgemaakte, voor de belastingschuldige bestemde, aanslagbiljet ter post of reikt het hem uit nadat hij het van een dagtekening heeft voorzien.

  • 2.

    Een aanslag is door de belastingplichtige in zijn geheel verschuldigd.

Artikel 44

Een aanslag is invorderbaar één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 45

In afwijking van artikel 44 is een aanslag van de belastingschuldige terstond invorderbaar indien:

  • a.

    de belastingschuldige in staat van faillissement is verklaard;

  • b.

    de Ontvanger aannemelijk maakt dat gegronde vrees bestaat dat goederen van de belastingschuldige zullen worden verduisterd;

  • c.

    de belastingschuldige Sint Maarten metterwoon wil verlaten dan wel zijn plaats van vestiging wil overbrengen naar een plaats buiten Sint Maarten, tenzij hij aannemelijk maakt dat de schuld kan worden verhaald;

  • d.

    op goederen waarvoor een belastingschuld van de belastingschuldige kan worden verhaald, beslag is gelegd voor zijn belastingschuld;

  • e.

    goederen van de belastingschuldige worden verkocht ten gevolge van een beslaglegging namens derden.

Afdeling 3 Dwanginvordering

Artikel 46
  • 1.

    Indien de belastingschuldige door hem verschuldigde belasting, interesten, boeten of kosten niet binnen de gestelde termijn betaalt, maant de Ontvanger hem schriftelijk aan om alsnog binnen tien dagen na de dagtekening van de aanmaning te betalen, onder kennisgeving dat de belastingschuldige anders door de middelen bij de wet bepaald tot betaling zal worden gedwongen.

  • 2.

    Voor het verzenden van de aanmaning brengt de Ontvanger de nalatige ten behoeve van de Landskas aanmaningskosten als bedoeld in de Landsverordening, houdende regeling van de Invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake belastingen, bijdragen en vergoedingen in rekening.

  • 3.

    Tegen het in rekening brengen van aanmaningskosten kan de belastingschuldige binnen tien dagen na de dagtekening van de aanmaning een bezwaarschrift indienen bij de Ontvanger.

Artikel 47

Indien de belastingschuldige na de aanmaning in gebreke blijft, kan de invordering van de verschuldigde belasting, interesten, boeten of kosten geschieden door middel van dwangschriften overeenkomstig de regels van de Landsverordening, houdende regeling van de Invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake belastingen, bijdragen en vergoedingen.

Artikel 48
  • 1.

    Sint Maarten heeft een voorrecht op alle roerende en onroerende goederen van de belastingschuldige.

  • 2.

    Het voorrecht gaat boven alle andere voorrechten met uitzondering van de bevoorrechte schulden, genoemd in de artikelen 1165, onder 1°, en 1175, onder 1°, van het Burgerlijk Wetboek. Het voorrecht gaat niet boven hypotheek.

Artikel 49
  • 1.

    De Ontvanger kan onder door hem te stellen voorwaarden aan een belastingschuldige voor een bepaalde tijd schriftelijk uitstel van betaling verlenen. Gedurende het uitstel vangt de dwanginvordering niet aan, dan wel wordt deze geschorst.

  • 2.

    Het uitstel kan tussentijds schriftelijk worden beëindigd.

  • 3.

    Vanaf de dag waarop de betalingsverplichting is ontstaan, wordt interest berekend, ongeacht of de Ontvanger uitstel heeft verleend. Het percentage van de interest is gelijk aan dat van de wettelijke interesten.

Artikel 50

Een ieder die gelden aan de belastingschuldige toekomende onder zich heeft alsmede een ieder die schuldenaar is van opeisbare vorderingen van deze, is verplicht op de daartoe gedane vordering van de Ontvanger, voorzover de gelden onder hem berustend of door hem verschuldigd strekken voor rekening van de belastingschuldige, de door deze verschuldigde sommen te betalen zonder daartoe een rangregeling, verificatie of rechterlijk bevel af te wachten, tenzij onder hem beslag is gelegd of verzet gedaan is terzake van vorderingen waaraan voorrang boven de vorderingen van de Landskas is toegekend. Hij is zelfs bevoegd de betaling uit eigen beweging te doen, voordat hij tot afgifte der gelden of tot voldoening van het door hem verschuldigde overgaat.

Artikel 51
  • 1.

    Het recht tot dwanginvordering verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de aanslag geheel invorderbaar is dan wel, indien zulks tot een later tijdstip leidt, vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de laatste akte van vervolging ter zake van die aanslag aan de belastingschuldige is betekend.

  • 2.

    De verjaringstermijn wordt verlengd met de tijd gedurende welke na de aanvang van die termijn:

    • a.

      de belastingschuldige uitstel van betaling heeft;

    • b.

      de tenuitvoerlegging van een dwangbevel is geschorst ingevolge een lopend rechtsgeding, met dien verstande dat de termijn waarmee de verjaringstermijn wordt verlengd een aanvang neemt op de dag waarop het rechtsgeding door middel van dagvaarding aanhangig wordt gemaakt;

    • c.

      de belastingschuldige surséance van betaling heeft;

    • d.

      de belastingschuldige in staat van faillissement verkeert.

HOOFDSTUK VIII HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID

Artikel 52

Indien ten onrechte geen of te weinig belasting is geheven, door toedoen van een ander dan de ondernemer, is die ander hoofdelijk aansprakelijk voor die belasting, de boeten, de interest en kosten.

HOOFDSTUK IX STRAFBEPALINGEN

Artikel 53

Met een geldboete van de derde categorie wordt gestraft degene die niet voldoet aan de verplichtingen, die hem zijn opgelegd krachtens artikel 10, derde en vierde lid, of aan de verplichting en voorwaarden, bedoeld in artikel 12.

Artikel 54

[vervallen]

Artikel 55

[vervallen]

Artikel 56

[vervallen]

Artikel 57

[vervallen]

Artikel 58

[vervallen]

Artikel 59

[vervallen]

Artikel 60

[vervallen]

Artikel 61

[vervallen]

HOOFDSTUK X WIJZIGING VAN ANDERE LANDSVERORDENINGEN

Artikel 62

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 63

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 64

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 65

[wijzigt een andere regeling]

HOOFDSTUK XI OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 66
  • 1.

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels ter uitvoering van deze landsverordening worden vastgesteld, tenzij bij landsverordening anders is bepaald.

  • 2.

    [vervallen]

Artikel 67

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 68

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten.