Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING houdende regels betreffende het heffen en invorderen van een scheepstonnagebelasting |
Citeertitel | Landsverordening op de scheepstonnagebelasting |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen; verkeer en vervoer |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 7 september 1987, gepubliceerd in P.B. 1987, no. 112, en in werking getreden op 17 oktober 1987.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 19-04-2013 A.B. 2013, GT no. 789 | onbekend |
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK I Voorwerp en bedrag van de belasting
Per belastbaar schip en, in afwijking van het eerste lid, per 10 netto ton wordt de winst in elk belastingjaar uit het beheer van zeeschepen voor rekening van derden vastgesteld aan de hand van de hierna vermelde bedragen: NAƒ 2,- tot 10.000 netto ton; NAƒ 1,35 voor het meerdere tot 25.000 netto ton; NAƒ 0,60 voor het meerdere boven 25.000 netto ton.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de in het eerste lid en tweede lid van dit artikel genoemde bedragen worden gewijzigd, met dien verstande dat een verhoging van die bedragen buiten toepassing blijft voor schepen die op de dag van inwerkingtreding van dat landsbesluit reeds in het register waren opgenomen.
Vanaf het tijdstip dat er geen schepen meer op naam van de vennootschap in het register zijn opgenomen geschiedt de bepaling van de winst vanaf dat tijdstip op grond van artikel 3, tweede lid, in samenhang met de andere ter zake toepasselijke bepalingen van de Landsverordening op de winstbelasting. Indien binnen 12 maanden na het tijdstip, bedoeld in de vorige volzin, een schip met ten minste een vergelijkbaar nettotonnage ten name van de vennootschap in het register wordt ingeschreven, wordt de vennootschap voor toepassing van dit artikel geacht steeds een schip in het register opgenomen te hebben gehad.
Indien in een jaar de winst niet nagenoeg uitsluitend wordt behaald met de exploitatie van schepen die op naam van de vennootschap in het register zijn opgenomen wordt de winst die in dat jaar niet met de exploitatie van daarin opgenomen schepen wordt behaald, belast op grond van artikel 3, tweede lid, in samenhang met de andere ter zake toepasselijke bepalingen van de Landsverordening op de winstbelasting. Bij de bepaling van de winst wordt de waarde van bezittingen en schulden per balansdatum gesteld op die in het economische verkeer.
Indien om andere redenen dan bedoeld in het tweede lid of het derde lid niet langer aan het eerste lid wordt voldaan, wordt de vennootschap vanaf dat tijdstip onderworpen aan de winstbelasting op grond van artikel 3, tweede lid, in samenhang met de andere terzake toepasselijke bepalingen van de Landsverordening op de winstbelasting.
Voor de toepassing van de Landsverordening op de winstbelasting wordt:
het opnemen in het register van een belastbaar schip geacht te zijn een vervreemding in de zin van artikel 5A, tweede lid, van de Landsverordening op de winstbelasting, met dien verstande dat de in dat artikel bedoelde bijtellingen geheel ten bate worden gebracht van de winst van het boekjaar waarin de vervreemding geacht wordt te zijn geschied;
De winst die wordt berekend op basis van het eerste lid, onderdelen a en c, wordt toegevoegd aan een scheepstonnagereserve. Deze reserve wordt bijgehouden per schip. Op deze reserve komen in mindering de aanspraken op verliescompensatie op grond van artikel 10 van de Landsverordening op de winstbelasting over de tijdvakken voorafgaand aan die waarop deze landsverordening van toepassing wordt.
Indien uiterlijk 12 maanden na de datum waarop de vennootschap met toepassing van artikel 4, eerste lid, niet langer onderworpen is aan de Landsverordening op de winstbelasting, en zij voldoet aan het vervangingsvereiste, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Landsverordening op de winstbelasting, wordt in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, de aldaar bedoelde reserve omgezet in een reserve als bedoeld in het tweede lid.
Het vijfde lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien de vennootschap binnen 12 maanden nadat deze een schip heeft vervreemd, een ander schip met ten minste een vergelijkbare tonnage verkrijgt. Voor de toepassing van het vijfde lid wordt dit schip geacht in de plaats te zijn gekomen van het niet langer geëxploiteerde schip.
Indien een schip wordt uitgeschreven uit het register en de vennootschap die het schip exploiteert is op dat tijdstip een vennootschap als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a of b, van de Landsverordening op de winstbelasting, wordt de waarde van het schip gesteld op die in het economische verkeer. Er is geen investering in de zin van artikel 5A van de Landsverordening op de winstbelasting en evenmin bestaat recht op vervroegde afschrijving als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Landsverordening op de winstbelasting.
Het eerste lid is niet van toepassing indien voor het aldaar bedoelde schip, dan wel een schip waarvoor het uitgeschreven schip ter vervanging diende als omschreven in artikel 4, tweede lid, niet eerder van de faciliteiten als in het eerste lid bedoeld gebruik is gemaakt. Indien echter het schip voorafgaand aan de uitschrijving werd verkregen in een transactie als bedoeld in artikel 5A, vierde lid, van de Landsverordening op de winstbelasting, is dat lid van overeenkomstige toepassing ten tijde van de uitschrijving.
Schepen worden op verzoek van de belastingplichtige die het schip exploiteert in het register opgenomen. Toekenning van opname in het register van geregistreerde schepen vindt plaats door middel van een voor bezwaar vatbare beschikking. Opname is mogelijk bij aanvang van een kalenderjaar, dan wel op het tijdstip waarop het schip door de vennootschap in exploitatie wordt genomen gedurende een kalenderjaar.
Schepen worden slechts in het register opgenomen indien zij door de bevoegde autoriteit van de buitenlandse vlaggenstaat zijn voorzien van een geldige zeebrief en een geldige meetbrief. Indien een zeebrief of meetbrief is verlopen of ingetrokken, vervalt de inschrijving van rechtswege met ingang van de eerste dag van de volgende kalendermaand.
Een verzoek als bedoeld in artikel 6, eerste lid, moet schriftelijk worden gericht tot de Inspecteur. Het door de belastingplichtige ondertekende verzoek bevat de naam, de nationaliteit, de nettotonnage en het IMO-nummer van het schip, alsmede de naam en het adres van de belastingplichtige. Tevens vermeldt de belastingplichtige of hij eigenaar, mede-eigenaar of rompbevrachter van het schip is, dan wel het beheer van het schip voor rekening van derden verricht of het schip in reis- of tijdcharter heeft.
Wanneer het de Inspecteur blijkt dat in een afgelopen belastingjaar veranderingen als in het eerste lid bedoeld hebben plaats gevonden zonder dat daarvan aangifte is gedaan, brengt hij de daaruit voortvloeiende wijzigingen ambtshalve aan. Ambtshalve aangebrachte wijzigingen worden van kracht met ingang van het jaar volgende op dat waarin de veranderingen plaats vonden. Van de wijzigingen wordt aan de belastingplichtige alsmede aan degene die hoofdelijk voor de belasting aansprakelijk zijn, bij aangetekend schrijven onverwijld mededeling gedaan.
Voor de opname in het register, bedoeld in het eerste lid van artikel 6, de aangifte van wijzigingen als bedoeld in artikel 9, alsmede de aangifte voor de scheepstonnagebelasting, bedoeld in artikel 14, moet worden gebruik gemaakt van daartoe bestemde formulieren, die voor belanghebbenden kosteloos verkrijgbaar zijn bij de Inspecteur.
In afwijking van het bepaalde in artikel 14 van de Algemene landsverordening landsbelastingen gelden voor de aangifte en voldoening van deze belasting de bepalingen van dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK IV Verschuldigdheid van de belasting en aansprakelijkheid
Indien een belastbaar schip in de loop van het jaar wordt vervreemd, dan is zowel de verkrijger als de belastingplichtige hoofdelijk aansprakelijk voor de belasting over het lopende en het vorige belastingjaar, zelfs indien het schip tijdens het vorige belastingjaar of daarna van het register is afgevoerd.