Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de in- en uitvoer van goederen |
Citeertitel | Landsverordening in- en uitvoer |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 7 maart 1968, gepubliceerd in P.B. 1968, no. 42, en in werking getreden op 28 maart 1968.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 16-06-2014 AB 2014, GT no. 6 | onbekend |
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze landsverordening wordt verstaan onder:
invoer van goederen: het brengen van goederen in het vrije verkeer;
uitvoer van goederen: het brengen van goederen buiten het vrije verkeer.
De uit kracht van deze landsverordening gegeven voorschriften kunnen onder “invoer van goederen” mede begrijpen “het brengen van goederen binnen de landsgrenzen” en onder “uitvoer van goederen” slechts begrijpen “het brengen van goederen buiten de landsgrenzen”.
Indien een in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, bedoeld belang of internationale afspraak dit vereist, kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels worden gesteld ten aanzien van in het internationaal handelsverkeer omtrent goederen te bezigen verklaringen. In een zodanig landsbesluit kan tevens het orgaan worden aangewezen dat met het afgeven van dergelijke verklaringen zal zijn belast. Bij een zodanige aanwijzing kan van het aangewezen orgaan de medewerking worden gevorderd.
De regels bedoeld in het voorgaande artikel kunnen onder meer:
een verbod inhouden van invoer of uitvoer van goederen al dan niet onder toekenning van de bevoegdheid aan de bij het landsbesluit aangewezen minister om ontheffing van dat verbod te verlenen. Aan de vergunning tot ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; die voorwaarden kunnen mede op de hoeveelheid en de hoedanigheid van de goederen betrekking hebben;
In een spoedeisend geval kunnen de regels, bedoeld in artikel 4, eerste lid worden gesteld bij ministeriële regeling van de minister, die het aangaat. Een dergelijke regeling blijft, behoudens eerdere intrekking, van kracht tot het tijdstip, waarop een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, krachtens artikel 4, eerste lid, hetwelk hetzelfde onderwerp betreft, in werking treedt, doch ten hoogste tot zes maanden na de dag waarop zij in werking is getreden.
Het in artikel 4 bedoelde landsbesluit dan wel de in artikel 6 bedoelde regeling bepaalt bij welke instantie de aanvraag tot vergunning moet worden ingediend en eventueel welke gegevens bij de aanvraag moeten worden verstrekt.
Een vergunning kan door de minister of door de ministers die haar hebben verleend worden ingetrokken:
Weigering van een vergunning dan wel intrekking van een vergunning wordt aan de betrokkene schriftelijk medegedeeld onder opgave van redenen.
Het is verboden ter zake van een aanvraag om ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken.
Allen, die betrokken zijn of zijn geweest bij de uitvoering van deze landsverordening zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hun in hun hoedanigheid is bekend geworden, voor zover zij niet in die hoedanigheid tot mededeling daarvan bevoegd of verplicht zijn.
Tegen een beschikking genomen krachtens deze landsverordening, staat voor belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop deze is gegeven, beroep open bij de Raad van Beroep voor belastingzaken.
Handelen in strijd met het bepaalde krachtens artikel 4, eerst lid, of bij de artikelen 6, eerste lid, of 13, of overtreding van het in artikel 12 gestelde verbod, is, voor zover opzettelijk begaan, een misdrijf en wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste tienduizend gulden.
Handelen in strijd met het bepaalde krachtens artikel 4, eerste lid, of bij de artikelen 6, eerste lid, of 13, of overtreding van het in artikel 12 gestelde verbod, is, voor zover niet opzettelijk begaan, een overtreding en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier weken of geldboete van ten hoogste drieduizend gulden.
Op het binnentreden in woningen of in tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel f, is Titel X van het Derde Boek van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 155, vierde lid, 156, tweede lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, laatste zinsnede, en 160, eerste lid.
Met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren, belast de ambtenaren der Douane, alsmede de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.