Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Verordening subsidiëring onderwijsbeleid gemeente Oisterwijk 1998

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring onderwijsbeleid gemeente Oisterwijk 1998
CiteertitelVerordening subsidiëring onderwijsbeleid gemeente Oisterwijk 1998
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpOnderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van bekendmaking is bij benadering ingevuld

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs
  2. Wet op de expertisecentra
  3. Wet op het voortgezet onderwijs
  4. Algemene wet bestuursrecht
  5. Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-199931-12-2010Nieuwe regeling

08-10-1998

Klepperman, 30-12-1998

C-225-1.851.02

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiëring onderwijsbeleid gemeente Oisterwijk 1998

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk;

  • b.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten;

  • c.

    aanvrager: het bestuur van een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie of een natuurlijke persoon;

  • d.

    indieningsdatum: uiterste moment waarvoor een aanvraag voor een subsidie voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • e.

    tijdvak: periode waarvoor een subsidie wordt toegekend;

  • f.

    subsidieplafond: het door de raad of burgemeester en wethouders vastgesteld bedrag, voor een door de raad aangewezen subsidie, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • g.

    subsidievaststelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarin het subsidiebedrag definitief wordt vastgesteld en een recht op betaling ontstaat;

  • h.

    subsidieverlening: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    De raad kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 2.

    De verdeling van het bedrag als genoemd in het eerste lid wordt door de raad bepaald.

  • 3.

    De raad kan voor een subsidie het gestelde in het eerste en tweede lid delegeren aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders nemen daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond, de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, de mogelijkheid van verlaging van het subsidieplafond en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de subsidieaanvragers bekend.

Artikel 3 Algemene criteria subsidieverstrekking

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van deze verordening een subsidie verstrekken voor zover:

  • a.

    de aanvrager een activiteit verricht ten behoeve van de realisering van het onderwijsbeleid in de gemeente Oisterwijk;

  • b.

    deze activiteit geheel of gedeeltelijk ten goede komt aan de inwoners van de gemeente Oisterwijk;

  • c.

    er een aantoonbare financiële noodzaak bestaat voor subsidie.

Artikel 4 Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de onderwerpen in deze verordening nadere regels stellen.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een aanvrager die een subsidie voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de subsidie is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluiten burgemeester en wethouders om de aanvraag niet te behandelen. Bij de indiening van een aanvraag en de verstrekking van de gegevens dient de aanvrager gebruik te maken van het door burgemeester en wethouders vastgestelde formulier.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van de aanvrager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste subsidie;

    • d.

      de naam van de instelling;

    • e.

      een omschrijving van de activiteit.

  • 3.

    Bij het ontbreken van een of meer gegevens delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan de aanvrager. Daarbij krijgt de aanvrager de gelegenheid om binnen vier weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien de aanvrager de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslissen burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 6 Beslissingstermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een subsidie geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslissen burgemeester en wethouders binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 4.

    Het niet beslissen binnen de termijn als genoemd in het eerste of tweede lid, eerste zin, staat gelijk aan de beschikking tot afwijzing van de aanvraag, tegen welke bezwaar en beroep kan worden aangetekend.

  • 5.

    De in het eerste lid genoemde termijn wordt opgeschort gedurende de termijn als genoemd in artikel 5, lid 3.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders weigeren de subsidie in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste subsidie geen subsidie is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één of meer van de in artikel 3 van deze verordening of in de nadere regels, bedoeld in artikel 4 en artikel 22, opgenomen criteria voor subsidieverstrekking;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden;

  • d.

    gegronde vrees bestaat dat de aanvrager:

    • -

      de activiteiten niet of gedeeltelijk zal uitvoeren;

    • -

      in strijd met de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorschriften zal handelen;

    • -

      niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

  • e.

    de aanvrager failliet is of in surcéance van betaling verkeert, danwel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

 

Paragraaf 2.2 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekken of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 8 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1.

    De beschikking van burgemeester en wethouders tot toekenning van een subsidie kan inhouden:

    • a.

      een subsidieverlening;

    • b.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat een omschrijving van:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de subsidie is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop de aanvrager de activiteit dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van het subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop het subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat burgemeester en wethouders een voorschot verlenen;

    • c.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door de aanvrager wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 9 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Na een beschikking tot subsidieverlening dient de aanvrager uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie eenzijdig vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2.

    Bij de aanvraag toont de aanvrager aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 8 en 15 zijn nagekomen.

  • 3.

    Indien de aanvrager niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan de aanvrager. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen de aanvrager aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt de aanvrager de gelegenheid om binnen vier weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien de aanvrager de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stellen burgemeester en wethouders de subsidie eenzijdig vast.

Artikel 10 Subsidievaststelling volgend op subsidieverlening

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 9, eerste lid. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders betalen het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Paragraaf 2.3 Intrekken of wijziging; terugvordering; verbod vervreemding

Artikel 11 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidievaststelling

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de aanvrager wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan burgemeester en wethouders bij de toekenning van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de toekenning van de subsidie anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • b.

      indien de aanvrager niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • c.

      indien de beschikking onjuist was en de aanvrager dit wist of behoorde te weten.

  • 2.

    De intrekking of wijziging van de beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de subsidie, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 12 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Zolang het subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de aanvrager wijzigen indien:

    • a.

      het bepaalde in artikel 11, eerste lid onder b en c van toepassing is;

    • b.

      de activiteit niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of niet zal plaatsvinden;

    • c.

      de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de subsidie, tenzij bij intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 13 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voorzover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 11, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de subsidie dit mogelijk maakt.

Artikel 14 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door de aanvrager van op basis van deze verordening toegekende subsidie, is niet toegestaan zonder toestemming van burgemeester en wethouders.

 

Paragraaf 2.4 Uitvoering door middel van een overeenkomst

Artikel 15 Uitvoering beschikking door middel van een overeenkomst

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, met inachtneming van hetgeen in deze verordening is bepaald, met de aanvrager een overeenkomst sluiten.

  • 2.

    Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan voorafgaand aan de activiteiten in de overeenkomst worden bepaald dat de aanvrager verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie wordt verleend alsmede verplicht is aan te geven de wijze waarop deze activiteiten zullen worden gemeten.

Hoofdstuk 3 Subsidievormen

Paragraaf 3.1 Algemene bepalingen

Artikel 16 Subsidievormen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op grond van deze verordening subsidie verlenen in de vorm van:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling;

    • b.

      donatie;

    • c.

      waarderingssubsidie;

    • d.

      budgetsubsidie en

    • e.

      projectsubsidie.

  • 2.

    De subsidies onder b., c. en d. sluiten elkaar uit, in die zin dat een aanvrager slechts voor één van deze subsidies in aanmerking kan komen.

Artikel 17 Feitelijke beschikbaarstelling

Feitelijke beschikbaarstelling is het om-niet aan de aanvrager ter beschikking stellen of ingebruikgeven van gemeentelijke accommodaties of voorzieningen danwel het in natura beschikbaarstellen van een subsidie.

Artikel 18 Donatie

Donatie is een subsidie die een waardering uitdrukt voor het loutere bestaan van een aanvrager én zijn activiteiten, die past binnen het in artikel 3 onder a genoemde criterium en die een door burgemeester en wethouders maximaal vast te stellen bedrag niet overschrijdt.

Artikel 19 Waarderingssubsidie

Waarderingssubsidie is een jaarlijks subsidie die een waardering uitdrukt voor de aanvrager en zijn activiteiten én die aangewezen is binnen de in artikel 22 genoemde subsidievelden.

Artikel 20 Budgetsubsidies

  • 1.

    Budgetsubsidie is een subsidie aan een aanvrager waarbij meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld aan de te verlenen subsidie.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde activiteiten en/of prestaties worden in een op de duur van de beschikking tot subsidieverlening afgestemde overeenkomst als bedoeld in artikel 15 vastgelegd.

Artikel 21 Projectsubsidie

Projectsubsidie is een eenmalig subsidie voor ten hoogste vier jaar aan een aanvrager voor bijzondere activiteiten.

 

Paragraaf 3.2. Subsidievelden

Artikel 22 Subsidievelden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op grond van deze verordening een subsidie als genoemd in paragraaf 3.1. verlenen voor de subsidievelden:

    • a.

      primair onderwijs

    • b.

      speciaal onderwijs

    • c.

      voortgezet onderwijs

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor de onder lid 1 genoemde velden nadere regels vaststellen met betrekking tot de indieningsdatum, het tijdvak waarvoor de subsidie wordt toegekend, specifieke criteria voor subsidieverstrekking, de wijze van toekenning en de berekeningseenheid.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 23 Informatieverstrekking

De aanvrager verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 24 Toezichthouders

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de aanvrager opgelegde verplichtingen.

Artikel 25 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 26 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    a. De "Verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs op scholen" van d.d. 20 december 1990, laatst gewijzigd op 24 februari 1994, vastgesteld door de raad van de gemeente Oisterwijk en

    • b.

      de "Verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs" van 24 augustus 1994, vastgesteld door de raad van de gemeente Moergestel

      worden ingetrokken per 31 december 1998.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening subsidiëring onderwijsbeleid gemeente Oisterwijk 1998".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 8 oktober 1998,

de secretaris, de voorzitter,

mw. H.F. van Breugel, drs. Y.C.Th.J. Kortmann.