Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-02-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 16-02-2012 Trompetter, 28-02-2012 | 2012/006/1 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 2. Maatschappelijke participatie
Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening.
Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.
Hoofdstuk 2 Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie
Toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen WWB 2012
Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt
inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 WWB.
Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met
maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB).
Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 WWB).
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze verordening is bepaald dat onder sociaal-culturele,
educatieve respectievelijk sportieve activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.
Het begrip ‘schoolgaand kind’ is gedefinieerd. Schoolgaande kinderen staan centraal in het beleid m.b.t. maatschappelijke participatie. Dit begrip wordt ook genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, WWB maar niet nader omschreven. Onder schoolgaande kinderen wordt in dit verband verstaan, niet alleen kinderen die feitelijk schoolgaand zijn, maar ook zij die de verplichting hebben omdat ze onder de leerplicht of kwalificatieplicht vallen.
Artikel 2. Maatschappelijke participatie
In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’.
In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Dit volgt ook uit artikel 3 lid 2 van deze verordening. In artikel 2 van deze verordening is voorts aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.
Met betrekking tot kosten die in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor bijstand kan in ieder geval gedacht worden aan de kosten van:
• de contributie van een sportvereniging;
• de contributie van een zangvereniging;
• schoolactiviteiten zoals schoolreisjes en excursies;
Bovenstaande opsomming is geen limitatieve lijst. Het begrip ‘kosten in verband met maatschappelijke participatie’ dient zo ruim mogelijk te worden uitgelegd.
In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB. In artikel 3 lid 1 van deze verordening wordt voor de duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet. Het betreft:
In artikel 3 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze
verordening. Zie in dit verband ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.
Artikel 4. Maximale vergoeding
In artikel 3 lid 2 van deze verordening is bepaald dat voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening kosten voor sociaalculturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking
komen. Er is geen limiet gesteld aan de te verstrekken voorzieningen. Om de kosten enigszins te kunnen beheersen is in artikel 4 van deze verordening de maximale vergoeding per kalenderjaar vastgelegd voor gezinnen en alleenstaande ouders. Dit is afhankelijk van het aantal kinderen ten behoeve waarvan categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening wordt verstrekt.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een
beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met
maatschappelijke participatie van dat kind.
In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.