Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie van kinderen 2012 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie van kinderen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 4/2012 |
Geen
Gelet op artikel 8, lid 1, onderdeel g en lid 2, onderdeel d van de Wet werk en bijstand. Gelet op artikel 35, lid 5 van de Wet werk en bijstand. Gelet op artikel 108 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-04-2016 | 01-01-2016 | Art. 4 onder e. f. g. | 14-04-2016 Gemeenteblad 77, 2016 | rv 29, 2016 | |
01-03-2012 | 01-01-2012 | 21-04-2016 | Nieuwe regeling | 16-02-2012 Posthoorn 29-02-2012 | rv 10, 2012 |
Paragraaf I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Paragraaf 2. Toepassingsbereik en beleid met betrekking tot maatschappelijke participatie
Artikel 3. Verantwoordelijkheid college
Het college biedt voorzieningen aan die gericht zijn op maatschappelijke participatie.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2012.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie van kinderen 2012.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 februari 2012.
Het is van bijzonder belang voor de ontwikkeling van kinderen, dat zij niet belemmerd worden in hun maatschappelijke participatie en ontplooiing door de financiële positie van hun ouders. In het verdrag over de Internationale rechten van het kind zijn de staten die ondertekend hebben – waaronder Nederland in 1995 – in artikel 31 overeengekomen, dat zij:
- het recht van het kind eerbiedigen deel te nemen aan het culturele leven,
- de verwezenlijking van dit recht bevorderen, en
- passende en voor ieder gelijke kansen bieden op culturele, artistieke en recreatieve bezigheden en vrijetijdsbesteding stimuleren.
Het rijk draagt de gemeente in de nieuwe Wet werk en bijstand op invulling te geven aan dit beleid door in een verordening de maatschappelijke participatie van kinderen vast te leggen.
In paragraaf 1 worden de gebruikte begrippen gedefinieerd.
In paragraaf 2 worden het het toepassingsbereik en het beleid in het kader van participatie omschreven en het college de mogelijkheid geboden nadere beleidsregels te stellen. De slotbepalingen in paragraaf 3 behoeven geen nadere toelichting.