Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode leden van de gemeenteraad Purmerend 2012 |
Citeertitel | Gedragscode gemeenteraad Purmerend 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-03-2012 | 07-03-2014 | Nieuwe regeling | 23-02-2012 Gemeenteblad 2012, 7 | 640539 |
Hoofdstuk I Kernbegrippen van integriteit.
Raadsleden van de gemeente Purmerend staan ten dienste van alle bewoners, bedrijven, instellingen en bezoekers van de gemeente. Dit vraagt, los van de wettelijke bepalingen op dat gebied, een duidelijke en transparante opstelling van het bestuur waar het gaat om belangenbehartiging, besluitvorming, klantgerichtheid dienstverlening.
Het handelen van een raadslid is vanuit zijn eigen politieke opvatting altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de bewoners en bedrijven die daar deel van uit maken.
Het handelen van een raadslid is herkenbaar en herleidbaar naar de functie die hij binnen het bestuur van de gemeente vervult.
Bij het handelen van een raadslid treedt geen vermenging op met persoonlijke of oneigenlijke belangen of met belangen van relaties en iedere schijn van belangenverstrengeling wordt vermeden.
Het handelen van een raadslid is open en transparant, ook ten aanzien van zijn zakelijke relaties, zodat altijd optimale verantwoording mogelijk is.
Een raadslid houdt zich aan zijn afspraken: burgers, collega raadsleden en college kunnen op hem rekenen. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een raadslid is zodanig dat burgers, bedrijven, collega raadsleden, collegeleden en medewerkers van de gemeentelijke organisatie altijd op gelijke wijze en met respect tegemoet worden getreden en de belangen altijd op een correcte manier worden afgewogen.
7 Vertrouwelijkheid en geheimhouding
Het handelen van een raadslid is zodanig dat burgers, college en collega raadsleden er op kunnen rekenen dat kennis en gevoelige of vertrouwelijke informatie waarover een raadslid beschikt alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor deze bestemd zijn. Een raadslid voorkomt (mogelijk) misbruik.
Hoofdstuk II. Gedragscode en afspraken bij integriteit
Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding
Een raadslid doet bij de voorzitter van de raad en de griffier opgave van zijn (financiële) belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar. Openbaarmaking vindt plaats door terinzagelegging van de opgave bij de Centrale Balie Publieksvoorlichting in het stadhuis en door plaatsing ervan op het internet.
Een raadslid maakt bij de voorzitter van de raad en de griffier melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking vindt plaats door terinzagelegging van de gegevens bij de Centrale Balie Publieksvoorlichting in het stadhuis en door plaatsing ervan op het internet.
Artikel 5 Aannemen van geschenken
In de sfeer van representatie, public relations of acquisitie kunnen kleine attenties worden uitgewisseld, waarbij als kader geldt dat:
- het om kleine attenties gaat met een maximale waarde van € 50.
- de uitwisseling in alle openbaarheid plaatsvindt;
- er geen relatie is met geleverde of te leveren (tegen)prestaties.
De gedragscode voor de leden van de raad 2003 wordt met de inwerkingtreding van deze gedragscode ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 februari 2012
de griffier, J.F. Kamminga
de voorzitter,D. Bijl
Toelichting op de gedragscode raad Purmerend
Elke gemeente dient een integriteitbeleid op te stellen. Voor de gemeente Purmerend is dat gedaan in de vorm van gedragscodes. De gedragscode is openbaar en wordt gepubliceerd. In deze gedragscode voor raadsleden worden in hoofdstuk I de leidende of kernbegrippen beschreven. Deze leidende begrippen worden in hoofdstuk II verder uitgewerkt naar een concrete gedragscode en concrete afspraken rondom integriteit. Om het wenselijke gedrag te benadrukken is er gekozen voor een concrete, transparante en actieve formulering van zowel kernbegrippen als gedragscode.
Het doel is gericht op de integriteit van raadsleden.
De code bevat ook de waarden, normen en regels met betrekking tot procedures.
7. vertrouwelijkheid en geheimhouding
De algemene bepalingen zijn de verantwoordelijkheid van ieder raadslid zelfen zijn voor de raadsleden van Purmerend handen en voeten gegeven door een training morele oordeelsvorming. Tevens is toegelicht dat de gedragscode geldt voor zowel raads- als commissieleden (in het vervolg wordt hiervoor alleen de naam raadslid gebruikt)
Artikel 2 belangenverstrengeling
Om de verhouding tussen raadslid en bestuursorgaan zuiver te houden, zijn bepaalde handelingen, vooral in de economische sfeer, verboden, Welke dat zijn, staat in de Gemeentewet (artikel 15). Het gaat hier bijvoorbeeld om werkzaamheden als advocaat of adviseur voor het gemeentebestuur of voor de tegenpartij ervan. Ook is het verboden een derde te vertegenwoordigen of te adviseren die met de gemeente een bepaalde overeenkomst sluit, bijvoorbeeld voor de verkoop of verhuur van onroerend goed of het aannemen van werk.
Van belangenverstrengeling is sprake als het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijk belang van een raadslid of dat van derden, zoals familieleden of vrienden. Hierdoor is een zuiver besluiten of handelen in het publiek belang niet langer gewaarborgd. Niet alleen feitelijke belangenverstrengeling, maar ook de schijn ervan moet worden vermeden.
Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door iedereen te raadplegen.
Bij privaatrechtelijke samenwerkingsrelaties voorkomt een raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.
Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.
Een raadslid neemt van een aanbieder of potentiële aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.
Een raadslid dat een functie bekleedt bij een organisatie die een belang heeft bij een door de gemeenteraad te nemen besluit, neemt niet deel aan de stemming over dat besluit en verlaat de vergadering.
De verantwoordelijkheid voor het al dan niet meestemmen legt de wet allereerst bij betrokkene zelf. Als hij concludeert dat hij beter niet mee kan stemmen, dan moet hij zich daar ook aan houden.
De gevolgen van verboden handelingen zijn vastgelegd in artikel X8 van de Kieswet. Deze gevolgen zijn bijvoorbeeld schorsing en vervallen verklaring van het raadslidmaatschap.
Ook als een raadslid andere functies uitoefent naast zijn politieke ambt, kan dit leiden tot belangenverstrengeling. Dat kan het raadslid bij zijn onafhankelijk oordeel in de weg staan. Daarom is in de Gemeentewet (artikel 13) vastgelegd welke functies hoe dan ook onverenigbaar zijn met het raadslidmaatschap. Dat zijn onder meer betrekkingen van minister, lid van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en van ambtenaar aangesteld of ondergeschikt aan de gemeente.
Een raadslid is wettelijk verplicht (artikel 12 gemeentewet) om alle nevenfuncties openbaar te maken (en actueel te houden). Een nevenfunctie in de zin van de wet is elke andere functie, dan die van de functie als raadslid. Primair wordt de onverenigbaarheid van functies getoetst bij het onderzoek van de geloofsbrieven bij het aantreden van nieuwe raadsleden.
Zodra een raadslid een met het lidmaatschap van de raad onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op raadslid te zijn. Het raadslid wordt geacht de voorzitter van de raad hiervan in kennis te stellen.
De basisregels voor het omgaan met informatie zijn:
1. Ga zorgvuldig en correct om met informatie waarover uit hoofde van het raadslidmaatschap wordt beschikt.
2. Verstrek geen onjuiste informatie.
3. Gebruik informatie die is gekregen bij de uitoefening van het raadslidmaatschap niet ten eigen bate of ten bate van derden.
4. Verstrek geen geheime informatie.
Artikel 5 Aannemen van geschenken
Bij het afleggen van de eed of belofte bij het aantreden als raadslid is verklaard, dat geen giften of gunsten zijn gegeven of beloofd om te worden benoemd. Ook wordt dan beloofd dat geen geschenken worden aangenomen of beloften zullen worden gedaan in ruil voor een tegenprestatie. Het gaat daarbij niet alleen om persoonlijke bevoordeling, zoals een goedkope verbouwing of tuinaanleg. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld donaties van derden aan de partij met het oog op een gunstige overheidsbeslissing.
De begrippen "geschenken" en "diensten" moeten ruim worden geïnterpreteerd. Ook uitnodigingen voor een diner, excursie of werkbezoeken of een (gezamenlijk) bezoek aan een evenement kunnen er onder vallen. Voorwaarde om hier wel op in te gaan is, dat het functioneel is en in het belang van de raad en dat meerdere personen of instanties waarmee de raad contacten onderhoudt, zo'n uitnodiging hebben ontvangen. Bij fractieleden wordt ervan uitgegaan dat zoiets vooraf binnen de fractie wordt besproken, en dat de reis- en verblijfskosten door de fractie worden gedragen.
Artikel 6 Gebruik gemeentelijke voorzieningen
Hierbij wordt gedoeld op het gebruik van gemeentelijke eigendommen en voorzieningen waarvan een raadslid uit hoofde van zijn functie gebruik maakt/kan maken (bijvoorbeeld vergaderruimten, telefoon en computer- en kopieerapparatuur in het stadhuis). Gebruik voor persoonlijke of partijdoeleinden is niet toegestaan. Uitzonderingen, bijvoorbeeld bij het gebruik van vergaderruimten, zijn slechts mogelijk in overleg met de griffier.
Een buitenlandse reis dient een functioneel karakter te hebben en er dient ook expliciet een besluit te worden genomen door het presidium over deelname aan een buitenlandse reis. Indien het presidium toestemming verleent, dan bepaalt het presidium daarbij ook op welke wijze en tot welke hoogte de kosten kunnen worden gedeclareerd.
Sancties zijn deels wettelijke sancties en deels zijn het sancties die zelf kunnen worden bepaald. De sancties kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de in de gemeentelijke "verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning" opgenomen faciliteiten.
De raad kan wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Algemeen uitgangspunt daarbij is, dat er pas sancties door een afzonderlijke raadslid of de voorzitter zullen worden voorgesteld als herhaaldelijk aanspreken niet heeft geholpen. Het betrokken raadslid onthoudt zich hierbij van stemming. De burgemeester treedt vanuit zijn functie als voorzitter van de gemeenteraad op als bewaker/stimulator van bestuurlijke integriteit van de raad. De door de raad op te leggen sancties zijn in het artikel benoemd en zijn het uitspreken van een openbaar oordeel, het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als raads- of commissielid vervult en waarin het raadslid door de raad is benoemd en verder het ontnemen van niet verplichte faciliteiten van raadsleden zoals deelname aan excursies/
uitstapjes, uitnodigingen voor gemeentelijke activiteiten, het gebruik van een fractiekamer, toegang tot gemeentelijke gebouwen e.d.
In relatie tot de sanctie van het uitspreken van een openbaar oordeel wordt verwezen naar het op 22 november 2011 door de Nationale Ombudsman uitgebrachte rapport over toepassing van de gedragscode voor raadsleden in verband met een klacht van een inwoonster.
De Nationale ombudsman vindt dat gemeenteraden aan onethisch gedrag van raadsleden aandacht moeten besteden in een openbare raadsvergadering. Alleen zo kunnen kiezers zich een oordeel vormen of raadsleden over de schreef gaan. Ombudsman Alex Brenninkmeijer onderzocht hoe de gemeenteraad in Laren omgaat met de gedragscode voor raadsleden na een klacht van een inwoner van Laren over uitlatingen van een raadslid.
De Nationale ombudsman vindt dat raadsleden zich bewust moeten zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit het raadslidmaatschap. Zij moeten daarom opletten wat zij buiten de raadsvergadering in de media bij voorbeeld over bepaalde inwoners zeggen. Door in een openbare raadsvergadering onethisch gedrag te bespreken, brengen de raadsleden de voor hen geldende gedragscode tot leven. Brenninkmeijer: 'Juist het geven van een moreel oordeel in de openbaarheid voorkomt dat onterechte beschuldigingen in de lucht blijven hangen.'
De Nationale ombudsman startte in maart 2011 een onderzoek nadat een inwoonster van de gemeente Laren bij hem had geklaagd over beschuldigingen aan haar adres van een raadslid van diezelfde gemeente. Het raadslid deed dat in de (lokale) media en zette de gemeente zo onder druk om handhavend tegen die inwoner op te treden. Vraag was daarbij of er echt wel iets aan de hand was, of dat slechts de indruk werd gewekt dat de betrokken inwoonster in strijd met de regels handelde.
Er is in de code geen artikel opgenomen over declaraties omdat dit in de praktijk ook niet voorkomt.
In principe is ook geen sprake van te declareren kosten, omdat raadsleden voor de kosten die ze maken bij de uitoefening van het raadslidmaatschap een wettelijke vergoeding krijgen. Daarnaast is aanvullend in de rechtspositieregeling wethouders, raads- en commissieleden Purmerend vastgelegd in welke andere gevallen kosten kunnen worden gedeclareerd (computer, deelname aan cursussen e.d. en bepaalde reis- en verblijfskosten).