| Overheidsorganisatie | Gemeente Breda |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Breda 2012. |
| Citeertitel | Verordening marktgelden Breda 2012 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp | belastingen |
Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden Breda 2011.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen
Invorderingsbeleid gemeentelijke belastingen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2013 | 01-01-2013 | Intrekking | 20-12-2012 Bredase Bode, 30-12-2012 | 40215 | |
| 29-12-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Het Stadsblad Breda, 28-12-2011 | 38726 |
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Breda 2012.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
marktterrein: een terrein waar de markthandel wordt uitgeoefend;
standplaats: een aan belastingplichtige ter beschikking gestelde plaats op de markt;
vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld;
dagstandplaats: een standplaats, niet zijnde een vaste standplaats;
standwerkersplaats: een standplaats die aan een standwerker ter beschikking is gesteld;
maand: een kalendermaand.
Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het gebruik maken van standplaatsen op de voor de openbare dienst bestemde, als marktterrein aangewezen plaatsen.
Het marktgeld wordt geheven van degene, aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.
Het marktgeld bedraagt voor het op kramen, in wagens of anderszins uitstallen of ten verkoop voorhanden hebben van waren, goederen en andere voorwerpen van handel op de marktterreinen binnen de gemeente Breda waar een elektriciteitsvoorziening is op de volgende marktterreinen: Grote Markt, Vijverstraat, Moerwijk, Veemarktstraat, Heksenwiel, Nieuwe Haagdijk/Haagweg en Mgr. Nolensplein, de stadsdelen Bavel, Prinsenbeek, Teteringen en Ulvenhout:
voor een vaste standplaats, voor elke in de lengterichting gemeten strekkende meter, of een gedeelte daarvan ingenomen marktruimte, bij een diepte van 2 meter of minder, per markt, per maand € 12,05
voor iedere 2 meter diepte meer of gedeelte daarvan verhoogd met € 12,05
voor een dagstandplaats, voor elke in de lengterichting gemeten strekkende meter, of een gedeelte daarvan ingenomen marktruimte, bij een diepte van 2 meter of minder, per markt, per dag of een gedeelte van een dag € 3,20
voor iedere 2 meter diepte meer of gedeelte daarvan verhoogd met € 3,20
voor een standwerkersplaats, per markt, per dag of een gedeelte vaneen dag € 17,00
1. Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid wordt het marktgeld geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
2. Het marktgeld als bedoeld in artikel 4, onderdeel a wordt geheven bij wege van aanslag.
1. Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid zijn de bij wege van een schriftelijke kennisgeving geheven marktgelden verschuldigd bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.
2. De bij wege van aanslag geheven marktgelden zijn verschuldigd bij de aanvang van de maand of, zo dit later is, bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.
3. Bij aanvang van de belastingplicht in de loop van de maand is het marktgeld verschuldigd over zoveel vierde gedeelten van het voor die maand verschuldigde recht als er in die maand, na het tijdstip van aanvang van belastingplicht nog volle kalenderweken overblijven.
4. Indien de belastingplicht in de loop van de maand eindigt, in verband met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door doorhaling op de lijst van vaste standplaatshouders door burgemeester en wethouders, wordt ontheffing verleend over zoveel vierde gedeelten van het voor die maand verschuldigde recht als er in die maand, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalenderweken overblijven
Het marktgeld moet worden betaald indien het wordt geheven:
bij wege van een schriftelijke kennisgeving als bedoeld in artikel 5, eerste lid, op het moment van het uitreiken van de schriftelijke kennisgeving;
bij wege van aanslag als bedoeld in artikel 5, tweede lid, binnen een maand na de dagtekening van de aanslag.
Indien de belastingplichtige aantoont dat hij tengevolge van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van vier weken of meer van een vaste standplaats geen gebruik heeft kunnen maken, wordt op een daartoe strekkend verzoek binnen twee weken na aanvang van de ziekte restitutie verleend over de periode dat hij de standplaats niet heeft ingenomen.
Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.
1. De ‘Verordening marktgelden Breda 2011’ van 4 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden Breda 2012’.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 22 december 2011
, de voorzitter.
, de griffier.