Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling opleidingsfaciliteiten gemeente Leudal |
Citeertitel | Regeling opleidingsfaciliteiten gemeente Leudal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
CAR-UWO
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-09-2008 | 01-01-2007 | 17-05-2014 | Nieuwe regeling | 30-01-2007 Streekbode 10 september 2008 | Onbekend. |
Strategisch opleidingsplan: een plan waarin beschreven wordt hoe de organisatie het beste sturing geeft aan de ontwikkeling van het personeel, zodat de kwaliteit van het personeel gelijke tred houdt met de voortdurende verandering van de organisatieprocessen. Een cyclisch, dynamisch proces waarbij aansluiting wordt gezocht tussen opleidingsnoodzaak en opleidingsbehoefte.
We onderscheiden de volgende vier categorieën opleidingen:
Opleidingen die nodig zijn om de medewerker te laten voldoen aan de (veranderende) behoeftes van de organisatie en waarover afspraken zijn gemaakt in het persoonlijk ontwikkel plan (opleidingsnoodzaak). Hier onder worden dus niet alleen opleidingen verstaan die noodzakelijk zijn voor de huidige functie, maar hier kunnen ook opleidingen onder vallen die gericht zijn op een verdere loopbaan binnen de organisatie.
Opleidingen die door medewerkers worden gevolgd in het kader van de herindeling. volgens artikel 18 van het Sociaal Statuut:
De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld tot omscholing en/of bijscholing indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie wenselijk of noodzakelijk is. De kosten daarvan zijn voor rekening van de gemeente. Dit kan op verzoek van de ambtenaar of op initiatief van het college. De ambtenaar kan daartoe ook worden verplicht.
Eén keer in de drie jaar wordt er door het college een opleidingsbeleid vastgesteld waarin de opleidingsnoodzaak van de organisatie en de opleidingsbehoefte van de medewerkers wordt beschreven. Input voor dit strategisch opleidingsbeleid zijn het collegeprogramma, de afdelingsplannen de persoonlijke ontwikkel plannen. Er wordt als het ware een langere termijn planning voor de komende drie jaar gemaakt, waarbij prioriteiten worden gesteld.
Jaarlijks wordt hier een concreet opleidingsplan aan gekoppeld. In dit opleidingsplan komt tot uitdrukking welke opleidingen van categorie 1,2 en 3 in dat jaar gevolgd worden en hoeveel financiële middelen we daarvoor nodig hebben. Opleidingen van categorie 4 komen niet tot uitdrukking in het opleidingsplan.
Voor categorie 1,3 en 4 opleidingen geldt een volledige vergoeding voor bovengenoemde opleidingskosten. Voor categorie 2 opleidingen wordt een vergoeding verstrekt van 50% van de opleidingskosten. Wanneer een categorie 2 opleiding i.h.k.v. een outplacementtraject plaatsvindt, is het bevoegd gezag gemandateerd om hier andere afspraken over te maken.
Voor opleidingen van categorie 2 geldt dat het volgen van de lessen en het doen van een examen in principe in eigen tijd dient te gebeuren. Wanneer redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verwacht dat de opleiding in eigen tijd plaatsvindt, dan kan in overleg met de leidinggevende worden bepaald dat een gedeelte van de les- en examentijd onder werktijd plaatsvindt (maximaal 50%).
Terugbetaling van de genoten opleidingskostenvergoeding geldt voor opleidingen die vallen onder categorie 1 en 2 en dient te geschieden:
In de situaties als aangegeven onder A,B en C dient de vergoeding volledig te worden terugbetaald. In de situaties als aangegeven onder D, wordt voor elke hele maand die het dienstverband na beëindiging van de opleiding heeft geduurd, de terug te betalen vergoeding verminderd met 1/24e deel.
De verplichting tot terugbetaling op grond van A en B vervalt, indien voortzetting van de opleiding redelijkerwijze niet kan worden verlangd.
Categorie 1 en 2 opleidingen vallen onder het reguliere opleidingsbudget dat jaarlijks wordt vastgesteld. Categorie 3 opleidingen vallen nog onder het budget opleidingen herindeling en hierover zijn aparte afspraken gemaakt met de medewerker. Categorie 4 opleidingen vallen onder een budget dat aan de afdelingsmanager wordt toegekend om hieraan te besteden.
Wanneer de medewerker zich wil opgeven voor een opleiding dan dient hij/zij het formulier aanvraag opleidingsfaciliteiten in te vullen en in te leveren bij de leidinggevende. Leidinggevende checkt of de opleiding is opgenomen in het strategisch opleidingsplan van dat jaar en of de afspraken overeenkomen met de inhoud van het persoonlijk ontwikkel plan. Het formulier wordt vervolgens ingeleverd bij de afdeling P&O. De medewerker draagt zelf zorg voor de opgave bij het desbetreffende opleidingsinstituut. De facturen van categorie 1,3 en 4 opleidingen kunnen rechtstreeks door de gemeente worden betaald. Factuur van categorie 2 opleidingen wordt door de medewerker zelf betaald en op declaratiebasis wordt het toegestane gedeelte vergoed aan de medewerker.