Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Speelautomatenverordening Deventer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpeelautomatenverordening Deventer
CiteertitelSpeelautomatenverordening Deventer
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp5.5

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening is gewijzigd vanwege de Lex Silencio Positivo

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-10-2010toevoeging van artikel 6 lid 3

27-10-2010

Gemeenteblad, 29-10-2010

Onbekend
29-06-200629-10-2010Onbekend

31-05-2006

Gemeenteblad, 2006-06-21

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Speelautomatenverordening Deventer

 

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening, wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet op de Kansspelen (Stb.1964, 483; laatstelijk gewijzigd bij wet van 24 december 1998, Stb. 1999, 9);

  • b.

    Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000, Stb. 2000, 223; in werking getreden per 1 juni 2000 (Stb. 2000, 224);

  • c.

    speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder b van de wet;

  • e.

    kansspelautomaat: speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c van de wet;

  • f.

    hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d van de wet;

  • g.

    laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e van de wet

  • h.

    speelautomatenhal: inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder c van de wet;

  • i.

    aanwezigheidsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet;

  • j.

    exploitatievergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder c van de wet;

  • k.

    ondernemer: natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een inrichting exploiteert als bedoeld in artikel 30c lid 1 onder a, b of c van de wet;

  • l.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast.

Paragraaf 2. Vergunningen voor de aanwezigheid van speelautomaten.

Artikel 2. Aanwezigheidsvergunning

De burgemeester kan per inrichting slechts vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal twee speelautomaten, met dien verstande dat geen vergunning kan worden verleend voor de aanwezigheid van een kansspelautomaat in een laagdrempelige inrichting. Deze bepaling geldt niet voor een speelautomatenhal.

Artikel 3. Aanvraag
  • 1.

    De ondernemer dient de aanwezigheidsvergunning aan te vragen door middel van een door de burgemeester goedgekeurd aanvraagformulier.

  • 2.

    Indien de aanvraag een laagdrempelige inrichting betreft, dient de ondernemer, ingeval hij geen houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet, een kopie van het inschrijvingsbewijs van het Bedrijfschap Horeca bij de aanvraag te overleggen.

Artikel 4. Beslissing

De Burgemeester beslist binnen twee maanden na de datum waarop hij de volledige aanvraag heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twee maanden worden verdaagd. De onder-nemer wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 5. Te naam stelling

De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

Paragraaf 3. Exploitatie en vestiging speelautomatenhal.

Artikel 6. Exploitatievergunning
  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan maximaal vergunning verlenen voor één speelautomatenhal.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen is niet van toepassing.

Artikel 7. Aanvraag

 

De ondernemer dient de exploitatievergunning aan te vragen door middel van een door de burgemeester vast te stellen formulier.

Artikel 8. Voorschriften en beperkingen

 

  • 1.

    De exploitatievergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de exploitatievergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3.

    Aan de exploitatievergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de speelautomatenhal;

    • e.

      werving en reclame;

    • f.

      de kenbaarheid en toegankelijkheid van de speelautomatenhal.

Artikel 9. Weigeringsgronden
  • 1.

    De exploitatievergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • c.

      de ondernemer of de beheerder(s) niet voldoen aan de eisen met betrekking tot zedelijk gedrag van artikel 4 van het speelautomatenbesluit;

    • d.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • e.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestem-mingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieu-verordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

    • f.

      de aanvrager van de vergunning een van de bepalingen uit Titel V a van de wet in de drie jaren voorafgaande aan het moment van aanvraag heeft overtreden.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, zoals gesteld in het 1e lid onder c.

Artikel 10. Hernieuwde aanvraag
  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 8, tweede lid, in de exploitatievergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer een nieuwe exploitatievergunning aan te vragen.

  • 2.

    De exploitatievergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 11. Intrekking exploitatievergunning

 

De burgemeester kan de exploitatievergunning intrekken:

  • 1.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • 2.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e;

  • 3.

    indien de houder van de vergunning een van de bepalingen uit titel V a van de wet heeft overtreden;

  • 4.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • 5.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 12. Wisseling ondernemer
  • 1.

    Indien een ondernemer komt te overlijden en/of de zeggenschap in de rechtspersoonlijkheid wijzigt, dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 13. Overtreding

 

Overtreding van artikel 6 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 14. Opsporingsambtenaar

 

De opsporing van de in artikel 13 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burge-eester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 15. Binnentreden automatenhal

 

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • 1.

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • 2.

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • 3.

    voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Paragraaf 4. Slotbepalingen.
Artikel 16. Titel en inwerkingtreding

 

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Speelautomatenverordening Deventer' en treedt drie dagen na afkondiging in werking.