Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hillegom

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Koopcentrum Hillegom 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHillegom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Koopcentrum Hillegom 2012
CiteertitelVerordening BI-zone “BIZ Koopcentrum Hillegom
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en Economie
Externe bijlagekaartkoopcentrumbiz_1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum van ingang van de ontheffing is 01-01-2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones), artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201201-01-2015nieuwe regeling

17-11-2011

Het Witte Weekblad 30-11-2011  

11-2622  

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Koopcentrum Hillegom 2012

De Raad der Gemeente Hillegom;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011, gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones); en

gelet op de tussen de gemeente Hillegom en de Vereniging Ondernemersfonds Koopcentrum Hillegom gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 25 oktober 2011.

besluit:

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Koopcentrum Hillegom 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. In dit gebied zijn begrepen de onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en geheel of gedeeltelijk rechtstreeks zijn gelegen aan de Hoofdstraat, Molenstraat, Kerkplein, Kerkstraat, Haven, Van den Endelaan (evenzijde), Deltahof, Mariastraat (evenzijde t/m 16), Henri Dunantplein, Meerdorpstraat, Passage, Meerstraat, Meerstraat promenade, Van Meerbeekstraat, Houttuin, Hofzicht, Raadhuisstraat, Hofstraat, Krochtplein, Krochtstraat, Jhr. Mockkade, Meerlaan (evenzijde t/m 70 en onevenzijde t/m 85), hierna verder te noemen: “BIZ Koopcentrum Hillegom”. <Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart>;

b. de wet: de Experimentenwet BI-zones;

c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

d. Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Hillegom en Stichting Ondernemersfonds Koopcentrum Hillegom gesloten Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 2 Aanwijzing vereniging (stichting)

De vereniging Ondernemersfonds Koopcentrum Hillegom (hierna: de vereniging) wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 3 jaren  jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

1. Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient en die niet is genoemd in artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet.

2. Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2012.

2. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

3. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

a. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;

b. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

c. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

d. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.

Artikel 8 Belastingtarief

1. Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt 0,06846%

2. Voor belastingbedragen tot maximaal € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijken van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder dan € 5000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen

Artikel 12 Algemeen

Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening Hillegom van toepassing.

Artikel 13 Subsidievaststelling

1. De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten.

3. In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 14 Melding van relevante wijzigingen

1. De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

2. De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking acht dagen nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening BI-zone “BIZ Koopcentrum Hillegom 2012".

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 17 november 2011.

De voorzitter;

W. de Bock

De griffier;

drs. P.M. Hulspas - Jordaan

Bijlage Bijlagen

kaartkoopcentrumbiz_1