Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Wet BIBOB Horeca, seksinrichtingen e.d. Helmond 2010 |
Citeertitel | Beleidsregel Wet BIBOB Horeca, seksinrichtingen e.d. Helmond 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Nieuwe regeling
Wet bevordering integritietsbeoordeling door het openbaar bestuur ( wet BIBOB )
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2010 | 11-06-2012 | nieuwe regeling | 14-12-2010 Gemeenteblad, 2010, 113 | Burgemeester, Collegebesluit, 2010, 1056298 |
De Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (Wet BIBOB) geeft bestuursorganen een instrument in handen om zich tegen het risico, dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren, te beschermen. De Wet BIBOB geeft namelijk een extra weigerings- en intrekkingsgrond, op grond waarvan b.v. vergunningen kunnen worden geweigerd of ingetrokken. Niet alle vergunningen vallen onder de werking van het BIBOB instrumentarium. Enerzijds moet het gaan om economische sectoren die kwetsbaar zijn voor ernstige of georganiseerde vormen van criminaliteit anderzijds moet sprake zijn van gevallen waarbij grote belangen op het spel staan. De branches die bij vergunningsaanvragen onder de werkingssfeer van het BIBOB-instrumentarium vallen, zijn o.a. de volgende: speelautomatenhallen, horeca, coffee- en growshops, seksinrichtingen en escortservices.
In de Wet BIBOB wordt aan het bestuur de mogelijkheid geboden een vergunning te weigeren of in te trekken, indien strafbare feiten, oorzaak (witwassen), middel (valsheid in geschrifte) of gevolg (dekmantel) daarvan zijn. Het achterliggende doel van het BIBOB-instrumentarium is het voorkomen dat door het verlenen van vergunningen de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. De Wet BIBOB geeft het bestuursorgaan de mogelijkheid om een vergunning te weigeren of in te trekken, indien er een ernstige mate van gevaar is dat de vergunning mede gebruikt wordt om strafbare feiten te plegen of indien er een ernstige mate van gevaar is dat de vergunning mede zal worden gebruikt voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten.
Hiervoor is het noodzakelijk dat het bestuur de beschikking krijgt over zodanige informatie dat het voldoende kan beoordelen of er sprake is van ernstig gevaar. Hiervoor is het landelijk Bureau BIBOB opgericht, dat bestuursorganen desgevraagd adviseert over de mate van gevaar dat met behulp van overheidsmiddelen criminele activiteiten worden gefaciliteerd (BIBOB-advies).
Bij de bestuursorganen ligt de beslissing al dan niet een BIBOB-advies aan te vragen. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van een te ontwikkelen beleid, waarin wordt aangegeven in welke gevallen een advies kan worden aangevraagd bij het Bureau BIBOB. Dit schept duidelijkheid naar burgers en ondernemingen die potentieel aan een BIBOB-onderzoek kunnen worden onderworpen.
Helmond is in 2005 met de implementatie van de Wet BIBOB gestart. Begonnen is met de vergunningen voor seksinrichtingen, coffeeshops, horeca-inrichtingen, speelautomatenhallen en afhaalcentra. In 2006 zijn hieraan toegevoegd escortbedrijven en growshops. In een separate beleidsregel zijn in 2009 bouwen en milieu toegevoegd.
Het BIBOB-advies kan slechts gevraagd worden indien een redelijk vermoeden bestaat dat de vergunning met het oog op gepleegde of te plegen strafbare feiten geweigerd of ingetrokken zou moeten worden en er daartoe op basis van het huidige instrumentarium geen mogelijkheden zijn.
Het bestuursorgaan kan het BIBOB-advies in beginsel niet integraal overnemen in de uiteindelijke beslissing. Het bestuursorgaan motiveert de uiteindelijke beschikking met elementen uit het BIBOB-advies (b.v. tekstblokken) voor zover nodig voor de motivatie van die beschikking. Het bestuursorgaan kan het advies ook naast zich neerleggen. Er dient een belangenafweging plaats te vinden.
Bij een voorgenomen negatieve beschikking wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld zijn eventuele zienswijzen kenbaar te maken. Hij mag het advies inzien. Derden mogen het advies inzien voor zover het informatie betreft die op hen betrekking heeft.
Bij de bestuursorganen ligt de beslissing al dan niet een BIBOB-onderzoek te doen en zo nodig vervolgens een BIBOB-advies aan te vragen. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van te ontwikkelen beleid, waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen een BIBOB-onderzoek zal plaatsvinden en dus een vragenformulier door een exploitant ingevuld moet worden. Verder is de vraag in welke gevallen dit kan leiden tot een adviesaanvraag bij het Bureau BIBOB. We willen duidelijkheid scheppen naar de burgers en ondernemingen die potentieel aan een BIBOB-onderzoek kunnen worden onderworpen.
In deze beleidsregel richten we ons op de volgende branches: seksinrichtingen, escortbedrijven, coffeeshops, horecabedrijven, speelautomatenhallen, afhaalcentra en growshops.
In het ene geval is het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag in het andere geval de burgemeester. Het college dan wel de burgemeester zal bij vergunningsaanvragen of bij het toezicht op de naleving ervan, onderzoeken of de weigerings- of intrekkingsgronden uit artikel 3 van de Wet BIBOB van toepassing zijn.
De benodigde informatie kan door eigen onderzoek worden verkregen of vanuit het Bureau BIBOB middels een BIBOB-advies. Echter voordat een BIBOB-advies wordt aangevraagd zal eerst het eigen bestaande instrumentarium moeten zijn toegepast. Alle informatie die je kunt verkrijgen uit de verschillende open bronnen, moeten opgevraagd en getoetst worden. De wet BIBOB vormt slechts een aanvullend middel.
Er zijn drie regelingen die betrekking kunnen hebben op de exploitatie van seksinrichtingen, escortbedrijven, coffeeshops, horecabedrijven, speelautomatenhallen, afhaalcentra en growshops:
In deze regelingen staan weigerings- en intrekkingsgronden. Kan de vergunning niet op basis van deze gronden geweigerd of ingetrokken worden, dan toetst het bevoegd gezag zelfstandig de aangevraagde dan wel verleende vergunning aan de gronden uit artikel 3 van de Wet BIBOB. Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren is door het landelijk Bureau BIBOB een Algemeen Vragenformulier opgesteld.
Het doel dat de gemeente Helmond voor ogen staat bij de inzet van het BIBOB instrumentarium is het tegengaan van de aantasting van veiligheid in de gemeente Helmond, de aantasting van de bestuurlijke slagkracht van het bestuur, de verloedering door de aanwezigheid van criminaliteit en de subjectieve gevoelens van (on)veiligheid. Daartoe hebben we hieronder een aantal beleidsregels geformuleerd.
Algemeen Vragenformulier In 2009 is door het landelijk Bureau BIBOB een sterk vereenvoudigd vragenformulier opgesteld in
overleg met de V.N.G. De minister van Binnenlandse Zaken adviseert in haar brief van 2 maart 2009 om dit formulier te hanteren. Wij hebben het formulier aan de lopende praktijk getoetst en constateren dat het met een beperkt aantal wijzigingen een werkbaar formulier is. We hebben besloten dit formulier
incl. aangebrachte wijzigingen te hanteren. Werkende weg kan het zijn dat het formulier op onderdelen bijstelling behoeft.
Vergunningaanvragen waarbij het BIBOB Algemeen Vragenformulier ingevuld moet worden:
Hieronder wordt aangegeven voor welke branches het vragenformulier ingevuld moet worden bij het doen van een vergunningaanvrage.
Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.
Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.
Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.
Bij alle aanvragen dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het vastgestelde maximumstelsel.
Bij alle aanvragen die vallen binnen een op grond van artikel 2, vierde lid Overlastverordening horeca- en aanverwante bedrijven 2006 aangewezen gebied, dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Overigens zal de aanvraagprocedure in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets en de toets aan het eventueel vastgestelde maximumstelsel.
Bij alle aanvragen, met uitzondering van aanvragen ingevolge artikel 4 van de Drank- en Horecawet, dient het Algemeen Vragenformulier ingevuld te worden.
Slijtersbedrijven zijn geen horecabedrijven en worden derhalve niet getoetst.
Overigens zal de aanvraagprocedure bij een horecabedrijf in beginsel pas gaan lopen na de gebruikelijke bestemmingsplantoets.
Indien er na beoordeling van het vragenformulier van hierboven genoemde branches nog onduidelijkheden bestaan op hieronder aangegeven onderdelen, dan kan nadere informatie gevraagd
Er kan onduidelijkheid blijven bestaan t.a.v.:
Algemeen geldende beleidsindicatoren:
Fraude (onjuiste diploma’s, identificatiepapieren, contracten)
Indien sprake is van een vergunningaanvrage waarin enkel wordt beoogd een administratieve wijziging van de verleende vergunning te realiseren (b.v. wijziging van leidinggevenden), zal geen BIBOB-onderzoek ingesteld worden voor zover de afgelopen 2 jaar al een BIBOB-onderzoek heeft plaatsgevonden.
Bij verleende vergunningen wordt de volgende keuze gemaakt voor wat betreft het verplicht invullen van het Algemeen Vragenformulier:
Voor alle genoemde branches – met inbegrip van instellingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet - geldt dat het Algemeen Vragenformulier ingevuld dient te worden. Uiteraard zal t.a.v. een verleende vergunning enkel een procedure opgestart worden indien daar nadrukkelijk aanleiding voor is. Gezien het ingrijpende karakter van de intrekkingsbevoegdheid zal met het opstarten van een dergelijke procedure terughoudend omgegaan worden. Zonder limitatief te zijn worden hieronder een aantal aanleidingen genoemd.
Er is een aanvraag gedaan voor de toevoeging van een extra leidinggevende op de vergunning.
Deze aanvraag werd ingetrokken nadat door de gemeente werd aangegeven dat er een BIBOB-advies gevraagd zou gaan worden. Na de intrekking van de aanvraag wordt verder geëxploiteerd op de reeds verleende, ongewijzigde vergunning.
De afdeling BJZ toetst met ondersteuning van de afdeling Financiën het ingevulde vragenformulier en de daarbij aangeleverde gegevens.
Wanneer het vragenformulier niet volledig is ingevuld of wanneer niet alle gevraagde gegevens zijn aangeleverd, wordt de aanvrager gevraagd het formulier en/of de gegevens aan te vullen.
Het niet tijdig indienen van het formulier, de gevraagde gegevens of de aanvulling daarvan, leidt tot het niet in behandeling nemen van een aanvrage overeenkomstig het gestelde in artikel 4:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.
Wanneer er naar aanleiding van het ingevulde formulier of aangeleverde bescheiden nog vragen zijn, wordt schriftelijk nadere informatie gevraagd en/of de aanvrager uitgenodigd voor een gesprek.
Subsidiariteit en proportionaliteit
Deze beleidsregel geeft invulling aan twee belangrijke uitgangspunten van de wet, namelijk de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De gemeente bekijkt eerst of er geen bestaande
weigeringsgronden zijn (b.v. strijd met bestemmingsplan of antecedentenonderzoek). Deze bestaande
weigeringsgronden kunnen ook betrekking hebben op de integriteit van de vergunningaanvrager c.q. houder.
Op de tweede plaats dient het bestuursorgaan te onderzoeken of zij zelfstandig de Wet BIBOB kan toepassen. Als het bevoegd gezag op basis van het eigen onderzoek genoeg aanwijzingen heeft dat
een situatie als bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB zich voordoet, zal het de vergunning weigeren of intrekken.
Wanneer uit eigen onderzoek blijkt dat er toch nog onduidelijkheden zijn over de integriteit van de aanvrager of diens zakelijke relaties, kan het bevoegd gezag een beroep doen op het landelijk Bureau
Tegen de uiteindelijke beslissing tot weigering of intrekking van de vergunning door het bestuursorgaan waarin een BIBOB-advies is verwerkt, staat de gebruikelijke bezwaar- en beroepsprocedure open op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Onder bepaalde voorwaarden kan ook zonder bezwaarschriftenprocedure een beroepsprocedure gestart worden bij de rechtbank. De bezwaarschriftenprocedure kan worden overgeslagen indien betrokkene in zijn bezwaarschrift een verzoek tot rechtstreeks beroep doet en de gemeente vervolgens de zaak geschikt acht voor rechtstreeks beroep. De gemeente stuurt dan het bezwaarschrift ter behandeling door aan de bestuursrechter.
In gevallen waarbij sprake is van een besluit op basis van een BIBOB-advies, acht de gemeente de zaak geschikt voor rechtstreeks beroep. Daarvoor zijn een aantal redenen. De belangrijkste reden betreft het feit dat de bezwaarschriftencommissie vanwege de vertrouwelijkheid niet mag kennisnemen van het BIBOB-advies. Zij kan haar oordeel enkel baseren op het genomen besluit en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken. De bestuursrechter kan wel kennis nemen van het BIBOB-advies. Bovendien geldt dat de standpunten zijn uitgewisseld en de feiten en omstandigheden voldoende duidelijk zijn. De bezwarenprocedure zal niet leiden tot een beter besluit.
Besloten in de vergadering van 14 december 2010 ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft
De burgemeester van Helmond,
Dhr. F.P.C.J.G. Stienen (l.b.)
En
Burgemeester en wethouders van Helmond
De burgemeester,
Dhr. F.P.C.J.G. Stienen (l.b.)
De secretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe RA
Bekend gemaakt op:
17 december 2010
De gemeentesecretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe RA