Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling aflopende toelage onregelmatige dienst |
Citeertitel | Regeling aflopende toelage onregelmatige dienst |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Geen.
Bezoldigingsregeling gemeente Kampen 2001 art. 14, lid 5
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2003 | 01-01-2001 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 23-12-2003 Onbekend | 03/10562 |
De berekeningsbasis voor de toelage is het bedrag dat de ambtenaar over de twaalf kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop de in artikel 14, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling bedoelde blijvende verlaging van zijn bezoldiging intreedt, gemiddeld per maand aan toelage onregelmatige dienst heeft genoten, verminderd met het bedrag dat hij daarna in totaal per maand gaat genieten aan toelage onregelmatige dienst en aan verhoging van het salaris, anders dan die wegens algemene salarisverhogingen.
De uitkeringsperiode voor de toelage is gelijk aan het naar boven op een maand afgeronde één vierde gedeelte van de tijd, gedurende welke de ambtenaar, direct voorafgaande aan het tijdstip van de in artikel 14, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling bedoelde blijvende verlaging van de bezoldiging, zonder wezenlijke onderbreking toelage onregelmatige dienst heeft genoten.
Aan de uitkeringsperiode voor de toelage is een maximum verbonden van drie jaar.
Artikel 4 Hoogte van de toelage
De hoogte van de toelage wordt bepaald door de uitkeringsperiode voor de toelage in drie gelijke delen te splitsen, waarbij te beginnen met het eerste deel, afronding naar boven plaatsvindt op een hele maand, met dien verstande, dat hierdoor de ingevolge artikel 3 vastgestelde totale duur van de uitkeringsperiode van de toelage niet mag worden overschreden.
Gedurende deze drie deelperioden bedraagt de toelage achtereenvolgens 75%, 50% en 25% van de voor de desbetreffende maand(en) van toepassing zijnde berekeningsbasis.
Artikel 5 Aanvang van de toelage
Indien de in artikel 14, eerste lid, van de Bezoldigingsregeling bedoelde blijvende inkomsten- vermindering intreedt op de eerste dag van een maand, vangt de toelage op die datum aan. Treedt deze vermindering in op een andere dag van de maand, dan gaat de toelage in op de eerste dag van de erop volgende maand. In het laatste geval wordt aan de ambtenaar over de maand waarin de inkomstenvermindering intreedt, een aanvulling verleend op het door hem over die maand genoten bedrag aan toelage onregelmatige dienst, tot het gemiddelde maandbedrag dat hij hieraan over de twaalf maanden, voorafgaande aan vorenbedoelde inkomstenvermindering, heeft genoten.