Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schouwen-Duiveland

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Schouwen-Duiveland 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schouwen-Duiveland
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Schouwen-Duiveland 2012
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen Schouwen-Duiveland 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 229 van de Gemeentewet
  2. Artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-04-201201-01-2012Artikel 11a, artikel 1.5 en 3.1 tot en met 3.1.5 tarieventabel

01-03-2012

Wereldregio, 6 april 2012

01-03-2012/11
01-01-201201-01-2012Nieuwe regeling

10-11-2011

Wereldregio, 30 december 2011

10-11-2011/06

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Schouwen-Duiveland 2012

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2011;

 

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Schouwen-Duiveland 2012

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

a een afvalstoffenheffing;

b reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15:33 Wet Milieubeheer;

  • b.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8A Bonusuitkering afvalstoffenheffing
  • 1. Voor diegenen die bij het begin van het kalenderjaar belastingplichtig zijn, wordt het bedrag van de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1.1 of 1.1.2 of 1.1.4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verminderd met een bedrag van € 100,00.

  • 2. Indien het bedrag na een vermindering als bedoeld in het eerste lid negatief is, wordt een aanslag tot dit negatieve bedrag vastgesteld.

  • 3. De in artikel 8 bedoelde heffing naar tijdsgelang wordt berekend alsof de vermindering als bedoeld in artikel 8A, lid 1, niet zou zijn toegepast.

Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden tot 31 december in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van de daaropvolgende maand.

  • 3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing
  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 17 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden tot 31 december in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van de daaropvolgende maand.

3 De reinigingsrechten bedoeld in artikel 14, tweede lid moeten worden betaald ingeval de kennisgeving:

a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

4 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden genoemde termijnen.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Artikel 19 Overgangsbepaling

De “Verordening reinigingsheffingen Schouwen-Duiveland 2011” van 11 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 20 Inwerkingtreding
  • 1. De verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 21 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen Schouwen-Duiveland 2012”.

Ondertekening

 

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 10 november 2011

 

 

T. van Oostenbrugge G.C.G.M. Rabelink

griffier voorzitter

 

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2012

algemeen    
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.  
       
   TariefTarief
   20122011
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing    
1.1De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:   
1.1.1  indien een container voor groente-, fruit- en tuinafval en een container  
 van 240 liter voor de overige huishoudelijke afvalstoffen beschikbaar wordt  
 gesteld €     297,60 291,36
1.1.2  indien een container voor groente-, fruit- en tuinafval en een container  
 van 140 liter voor de overige huishoudelijke afvalstoffen beschikbaar wordt  
 gesteld €     240,60 234,56
1.1.3 voor het beschikbaar stellen van:  
 a.  een tweede grijze rolemmer van 240 liter voor privé-gebruik voor het   
 inzamelen van de zgn. restfractie van het afval met een ledigings-  
 frequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de eerste   
 grijze rolemmer van 240 liter €     131,55 128,53
 b.  een tweede grijze rolemmer van 140 liter voor privé-gebruik voor het   
 inzamelen van de zgn. restfractie van het afval met een ledigings-  
 frequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de eerste   
 grijze rolemmer van 240 liter €       80,11 78,27
 c.  een tweede groene gft-rolemmer van 240 liter voor privé-gebruik   
 voor het inzamelen van de GFT-fractie van het afval met een ledigings-  
 frequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de eerste   
 groene rolemmer €       57,78 56,45
1.1.4  indien geen containers voor groente-, fruit- en tuinafval alsmede voor   
 overige huishoudelijke afvalstoffen beschikbaar zijn gesteld,   
 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de   
 belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht,   
 wordt gebruikt door:    
 a.  één of 2 personen €     240,60 234,56
 b.  meer dan 2 personen €     297,60 291,36
1.1.5Voor het omwisselen van een rolemmer €       25,50 25,00
     
Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten   
2.1Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:   
2.1.1  beschikbaar stellen van een grijze rolemmer van 240 liter ten   
 behoeve van een perceel voor het inzamelen van de zgn. restfractie   
 en het beschikbaar stellen van een groene rolemmer ten behoeve van   
 het inzamelen van de GFT-fractie van het afval met een ledigings-  
 frequentie van éénmaal per veertien dagen om en om, het zgn.   
 alternerend systeem  €     332,72 373,67
2.1.2beschikbaar stellen van:  
 a een tweede grijze rolemmer van 240 liter ten behoeve van een   
 perceel voor het inzamelen van de zgn. restfractie van het afval met   
 een ledigingsfrequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig   
 met de eerste grijze rolemmer €     156,55 152,95
 b een tweede groene rolemmer van 240 liter ten behoeve van een   
 perceel voor het inzamelen van de GFT-fractie van het afval met een   
 ledigingsfrequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de   
 eerste groene rolemmer €       68,75 67,18
2.1.3eenmaal per veertien dagen ophalen van de restfractie van   
 bedrijfsvuil in de door de dienst ter beschikking gestelde grijze   
 rolemmers en de GFT-fractie van bedrijfsafval in de door de dienst ter   
 beschikking gestelde groene rolemmer eenmaal per veertien  
 dagen, om en om, het zgn., alternerend systeem €     332,72 373,67
2.1.4  eenmaal per week ophalen van de restfractie van bedrijfsvuil in  
 de door de dienst ter beschikking gestelde grijze rolemmer en de GFT-  
 fractie eenmaal per veertien dagen in de door de dienst beschikbaar   
 gestelde groene rolemmer €     539,00 526,62
2.1.5  eenmaal per week ophalen van de GFT-fractie van bedrijfsvuil in   
 de door de dienst ter beschikking gestelde groene rolemmer en de   
 restfractie eenmaal per veertien dagen in de door de dienst   
 beschikbaar gestelde grijze rolemmer €     488,11 476,90
2.1.6  eenmaal per week ophalen van de restfractie van bedrijfsafval   
 in de door de dienst ter beschikking gestelde meerdere grijze   
 rolemmers €     315,85 308,60
2.1.7 eenmaal per week ophalen van de GFT-fractie van bedrijfsafval in   
 de door de dienst ter beschikking gestelde meerdere groene   
 rolemmers €     186,34 182,06
2.1.7 aIndien op verzoek van de belastingplichtige de rolemmer(s) voor een    
 periode van 15 maart tot 15 november wordt/worden gebruikt, wordt een    
 bedrag van 8/12 deel van het op grond van de artikelen 2.1.1, 2.1.2, 2.1.4    
 of 2.1.6 bepaalde jaarbedrag in rekening gebracht. Indien het gebruik een    
 kortere periode dan 8 maanden betreft, wordt het bedrag berekent naar het    
 aantal volle maanden dat de rolemmer(s) worden gebruikt met dien   
 verstande dat dit aantal maximaal 8 is, gedeeld door 12 maanden en    
 vervolgens vermenigvuldigd met het jaarbedrag op grond van de artikelen    
 2.1.1, 2.1.2, 2.1.4 of 2.1.6.   
2.1.7 bVoor het gebruik van de ondergrondse containers zal een tarief per    
 ledigingshandeling worden berekend €        2,14 2,09
2.1.8  Indien op verzoek van de belastingplichtige de rolemmer(s) voor een    
 periode van minder dan 6 maanden van het belastingjaar ter    
 beschikking wordt gesteld, wordt een bedrag, in rekening gebracht    
 overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1.6 sub d vermeerderd met    
 de kosten als bedoeld in artikel 3.1.6 sub e.   
     
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten   
3.1Het recht bedraagt voor:   
3.1.1het eenmaal per week ophalen van bedrijfsvuil in door de dienst ter   
 beschikking gestelde containers:  
 a.  per lediging op afroep van een 1100 liter-container ( 80-100 kg) €       35,20 34,40
 a.1 per lediging op afroep van een 1100 liter-container (100-120 kg)  €       38,30 37,50
 b.  huur van een stalen 1100 liter-container €     155,50 152,00
 c. huur van een kunststof 1100 liter-container €     113,10 110,60
 d. per lediging op afroep van een 770 liter-container €       32,60 31,90
 e. huur van een kunststof 770 liter-container €     100,40 98,10
 f. per lediging op afroep van een 660 liter-container €       31,30 30,60
 g. huur van een kunststof 660 liter-container €     100,40 98,10
 h. ledigen van een 1100 liter-container t.b.v. papier-/kunststofinzameling €       13,60 13,30
 i. ledigen ondergrondse container exclusief verwerkingstarief inhoud €       62,90 61,50
 j. ledigen glascontainer, per m³ containerinhoud €       15,70 15,40
 k. per lediging op afroep  van een 2500 liter container  €       69,20 67,70
 l. per lediging op afroep van een 5000 liter container  €     125,70 122,90
3.1.2het ophalen op verzoek van losse afvalstoffen, welke door de aard en/of   
 hoeveelheid, dit ter beoordeling van het bestuur, extra dienstverlening  
  vergen en waarvoor geen gebruik wordt gemaakt van rolemmers,   
 met uitzondering van grof huisvuil:   
 a.  indien de afvalstoffen wekelijks door de dienst worden ingezameld,   
 voor elke hoeveelheid van ½ m³ of gedeelte daarvan per week ter   
 ophaling aangeboden afvalstoffen per belastingjaar €  1.130,10 1104,20
 b.  indien de afvalstoffen incidenteel op verzoek door de dienst worden   
 ingezameld voor de eerste m³ €       94,60 92,50
 c.  voor iedere volgende m³ de helft, te weten €       47,10 46,10
3.1.3het afgeven aan het aan de dienst toebehorende depot van chemische   
 afvalstoffen die op grond van artikel 24 van de Afvalstoffenverordening   
 Reinigingsdienst Schouwen-Duiveland zijn aangewezen om afzonderlijk   
 te worden ingezameld of chemische afvalstoffen afkomstig van   
 bedrijven en instellingen voor elke kilogram of een gedeelte daarvan €        3,80 3,80
 Afgewerkte olie per liter €        0,80 0,80
3.1.4Voor het verwerken van aangevoerde afvalstoffen met andere dan aan de   
 dienst toebehorende voertuigen op de bij de dienst in beheer zijnde    
 overslagstation wordt een verwerkingstarief geheven van:    
 a. OLAZ-gemeenten, op aanvraag bij OLAZ    
 b. bedrijven, op aanvraag bij OLAZ   
3.1.5het bestrijden van dierplagen bij particulieren op verzoek, met uitzondering van ratten;  
 a.  voor bestrijding van wespen €       49,80 48,70
 b.  voor overige plaagdieren voor een bestrijding van maximaal 1 uur €       49,80 48,70
 c.  indien de bestrijding meer dan 1 uur in beslag neemt, wordt het   
 bedrag genoemd in het tweede lid van dit artikel, voor elk half uur of   
 een gedeelte daarvan dat de bestrijding langer duurt verhoogt met €       26,50 25,90
 d. voorrijkosten en advisering indien geen bestrijding plaatsvindt €       28,70 28,10
3.1.5.1het bestrijden van dierplagen bij bedrijven, inclusief ratten €       49,80 48,70
3.1.6het beschikbaar stellen van huisvuilauto’s, vrachtauto’s, en/of personeel;  
 a1.  het gebruik van een huisvuilauto met inbegrip van een chauffeur, per   
 uur of een gedeelte daarvan €       84,50 82,60
 a2. Het gebruik van een huisvuilauto zonder chauffeur per dag €     374,80 366,20
 b.  het gebruik van een vrachtauto, al dan niet met gebruik van een   
 laadkraan, met inbegrip van een chauffeur, per uur of een gedeelte   
 daarvan  €       80,40 78,60
 c.  indien buiten de chauffeur extra hulp nodig is, per man, per uur of een   
 gedeelte daarvan €       39,80 38,90
 d. het eenmalig gebruik van rolemmers, bijv. bij evenementen etc. €        6,50 6,40
 e.  het eenmalig gebruik van rolemmers, daarbij bedragen de bezorg- en   
 terughaalkosten €       39,00 38,20
 f.  Overslag bedrijfsafval van derden per 1000 kg €       13,20 12,90
 g. gebruik wasplaats incl. te gebruiken wasmiddelen €       22,50 22,00
 h. gebruik servicewagen per uitruk €        8,30 8,20
 i.  Gebruik faciliteiten werkplaats door derden €        7,80 7,70
 j.  Tarief monteur incl. faciliteiten werkplaats €       47,70 46,70
 k. het verstrekken van een nieuwe rolemmer wegens vermissing €       46,70 45,70
 l.  huur hydraulische kraan €       67,20 65,70
 m. 4-assige vrachtauto incl. chauffeur per uur €       96,90 94,70
      3-assige vrachtauto BX-PT-40 incl. chauffeur per uur €       87,70 85,70
 n.  3-assige aanhangwagen per uur €       27,20 26,60
 De tijdsduur waarover de rechten in 3.1.6 sub a en b zijn   
 verschuldigd, wordt berekend vanaf het ogenblik, dat de auto in de   
 garage voor het vertrek gereedgemaakt wordt, tot het tijdstip dat deze   
 leeg in de garage is teruggekeerd.  
3.1.7het machinaal vegen van straten en wegen en kolkenzuigen   
 bedragen de kosten voor de gemeente per uur:  
 a.  personeelskosten per uur excl. toeslag overuren €       39,00 38,20
 b.  voertuigkosten per uur €       60,60 59,30
3.1.8het machinaal vegen van straten en wegen in opdracht van derden   
 en andere gemeenten bedragen de kosten per uur:  
 a.  personeelskosten per uur excl. toeslag overuren €       39,00 38,20
 b.  voertuigkosten per uur €       60,60 59,30
3.1.9huur van een afzet-kolkenzuiger met voertuig en chauffeur €       88,30 86,30
3.1.10het splitvegen van straten en wegen, per uur   
 voor personeel- en voertuigkosten €     109,40 106,90
3.1.11Het verwerkingstarief voor veegvuil en kolkenslib bedraagt per 1000 kg:  
 a.  stortbaar veegvuil en kolkenslib €     143,80 140,50
 b.  veegvuil en kolkenslib van gemeente t.b.v. zandrecycling €       64,60 63,20
 c.  veegvuil en kolkenslib van derden t.b.v. zandrecycling €       64,60 63,20
3.1.12Verwerkingstarief groente-, fruit- en tuinafval per 1000 kg   
 a. OLAZ-gemeenten, tarief op aanvraag bij OLAZ   
 b. bedrijven en derden, tarief op aanvraag bij OLAZ   
3.1.13Verwerkingstarief onbewerkt maai- en plantsoenafval per 1000 kg    
 a. OLAZ-gemeenten, tarief op aanvraag bij OLAZ    
 b. idem verhakseld maai- en plantsoenafval per 1000 kg, aanvraag OLAZ   
3.1.14Wegen voor derden € 0,27 per 1000 kg met een minimum per weging   
 excl. btw €        2,10 2,10
3.2Inzake het ophalen van grof huishoudelijk afval bedraagt het recht voor
 een met behulp van een door de gemeente te leveren Big-Bag met een   
 inhoud van 1 m3:   
3.2.1voor de 1e Big-Bag €       39,50 38,60
3.2.2voor elke volgende Big-Bag tezamen met de eerste Big-Bag €       30,00 29,40
3.2.3Opgehaald grof huishoudelijk afval dat niet in de Big-Bag past, wordt per    
 m³ afgerekend, ter beoordeling van de inzamelaar. Het recht bedraagt  
 hierbij voor de eerste m³ €       40,30 39,40
 Elke volgende m³ bij gelijktijdig ophalen met de eerste m³ €       30,70 30,00
3.2.4Inzake het inleveren van grof huishoudelijk afval op de milieustraat is   
 geen recht verschuldigd.    
       
       
Behorende bij raadsbesluit van 10 november 2011    
       
de griffier,    
       
       
       
T. van Oostenbrugge