Overheidsorganisatie | Gemeente Schouwen-Duiveland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Schouwen-Duiveland 2012 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen Schouwen-Duiveland 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2012 | 01-01-2012 | Artikel 11a, artikel 1.5 en 3.1 tot en met 3.1.5 tarieventabel | 01-03-2012 Wereldregio, 6 april 2012 | 01-03-2012/11 | |
01-01-2012 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 10-11-2011 Wereldregio, 30 december 2011 | 10-11-2011/06 |
De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2011;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Schouwen-Duiveland 2012
Krachtens deze verordening worden geheven:
a een afvalstoffenheffing;
b reinigingsrechten.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
‘gebruik maken’ in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15:33 Wet Milieubeheer;
grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
1. Voor diegenen die bij het begin van het kalenderjaar belastingplichtig zijn, wordt het bedrag van de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1.1 of 1.1.2 of 1.1.4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verminderd met een bedrag van € 100,00.
2. Indien het bedrag na een vermindering als bedoeld in het eerste lid negatief is, wordt een aanslag tot dit negatieve bedrag vastgesteld.
3. De in artikel 8 bedoelde heffing naar tijdsgelang wordt berekend alsof de vermindering als bedoeld in artikel 8A, lid 1, niet zou zijn toegepast.
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden tot 31 december in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van de daaropvolgende maand.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden tot 31 december in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de laatste werkdag van de daaropvolgende maand.
3 De reinigingsrechten bedoeld in artikel 14, tweede lid moeten worden betaald ingeval de kennisgeving:
a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
4 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden genoemde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
De “Verordening reinigingsheffingen Schouwen-Duiveland 2011” van 11 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. De verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
De verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsheffingen Schouwen-Duiveland 2012”.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 10 november 2011
T. van Oostenbrugge G.C.G.M. Rabelink
griffier voorzitter
algemeen | |||
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. | |||
Tarief | Tarief | ||
2012 | 2011 | ||
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing | |||
1.1 | De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar: | ||
1.1.1 | indien een container voor groente-, fruit- en tuinafval en een container | ||
van 240 liter voor de overige huishoudelijke afvalstoffen beschikbaar wordt | |||
gesteld | € 297,60 | 291,36 | |
1.1.2 | indien een container voor groente-, fruit- en tuinafval en een container | ||
van 140 liter voor de overige huishoudelijke afvalstoffen beschikbaar wordt | |||
gesteld | € 240,60 | 234,56 | |
1.1.3 | voor het beschikbaar stellen van: | ||
a. een tweede grijze rolemmer van 240 liter voor privé-gebruik voor het | |||
inzamelen van de zgn. restfractie van het afval met een ledigings- | |||
frequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de eerste | |||
grijze rolemmer van 240 liter | € 131,55 | 128,53 | |
b. een tweede grijze rolemmer van 140 liter voor privé-gebruik voor het | |||
inzamelen van de zgn. restfractie van het afval met een ledigings- | |||
frequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de eerste | |||
grijze rolemmer van 240 liter | € 80,11 | 78,27 | |
c. een tweede groene gft-rolemmer van 240 liter voor privé-gebruik | |||
voor het inzamelen van de GFT-fractie van het afval met een ledigings- | |||
frequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de eerste | |||
groene rolemmer | € 57,78 | 56,45 | |
1.1.4 | indien geen containers voor groente-, fruit- en tuinafval alsmede voor | ||
overige huishoudelijke afvalstoffen beschikbaar zijn gesteld, | |||
indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de | |||
belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, | |||
wordt gebruikt door: | |||
a. één of 2 personen | € 240,60 | 234,56 | |
b. meer dan 2 personen | € 297,60 | 291,36 | |
1.1.5 | Voor het omwisselen van een rolemmer | € 25,50 | 25,00 |
Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten | |||
2.1 | Het recht bedraagt per belastingjaar voor het: | ||
2.1.1 | beschikbaar stellen van een grijze rolemmer van 240 liter ten | ||
behoeve van een perceel voor het inzamelen van de zgn. restfractie | |||
en het beschikbaar stellen van een groene rolemmer ten behoeve van | |||
het inzamelen van de GFT-fractie van het afval met een ledigings- | |||
frequentie van éénmaal per veertien dagen om en om, het zgn. | |||
alternerend systeem | € 332,72 | 373,67 | |
2.1.2 | beschikbaar stellen van: | ||
a een tweede grijze rolemmer van 240 liter ten behoeve van een | |||
perceel voor het inzamelen van de zgn. restfractie van het afval met | |||
een ledigingsfrequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig | |||
met de eerste grijze rolemmer | € 156,55 | 152,95 | |
b een tweede groene rolemmer van 240 liter ten behoeve van een | |||
perceel voor het inzamelen van de GFT-fractie van het afval met een | |||
ledigingsfrequentie van eenmaal per veertien dagen gelijktijdig met de | |||
eerste groene rolemmer | € 68,75 | 67,18 | |
2.1.3 | eenmaal per veertien dagen ophalen van de restfractie van | ||
bedrijfsvuil in de door de dienst ter beschikking gestelde grijze | |||
rolemmers en de GFT-fractie van bedrijfsafval in de door de dienst ter | |||
beschikking gestelde groene rolemmer eenmaal per veertien | |||
dagen, om en om, het zgn., alternerend systeem | € 332,72 | 373,67 | |
2.1.4 | eenmaal per week ophalen van de restfractie van bedrijfsvuil in | ||
de door de dienst ter beschikking gestelde grijze rolemmer en de GFT- | |||
fractie eenmaal per veertien dagen in de door de dienst beschikbaar | |||
gestelde groene rolemmer | € 539,00 | 526,62 | |
2.1.5 | eenmaal per week ophalen van de GFT-fractie van bedrijfsvuil in | ||
de door de dienst ter beschikking gestelde groene rolemmer en de | |||
restfractie eenmaal per veertien dagen in de door de dienst | |||
beschikbaar gestelde grijze rolemmer | € 488,11 | 476,90 | |
2.1.6 | eenmaal per week ophalen van de restfractie van bedrijfsafval | ||
in de door de dienst ter beschikking gestelde meerdere grijze | |||
rolemmers | € 315,85 | 308,60 | |
2.1.7 | eenmaal per week ophalen van de GFT-fractie van bedrijfsafval in | ||
de door de dienst ter beschikking gestelde meerdere groene | |||
rolemmers | € 186,34 | 182,06 | |
2.1.7 a | Indien op verzoek van de belastingplichtige de rolemmer(s) voor een | ||
periode van 15 maart tot 15 november wordt/worden gebruikt, wordt een | |||
bedrag van 8/12 deel van het op grond van de artikelen 2.1.1, 2.1.2, 2.1.4 | |||
of 2.1.6 bepaalde jaarbedrag in rekening gebracht. Indien het gebruik een | |||
kortere periode dan 8 maanden betreft, wordt het bedrag berekent naar het | |||
aantal volle maanden dat de rolemmer(s) worden gebruikt met dien | |||
verstande dat dit aantal maximaal 8 is, gedeeld door 12 maanden en | |||
vervolgens vermenigvuldigd met het jaarbedrag op grond van de artikelen | |||
2.1.1, 2.1.2, 2.1.4 of 2.1.6. | |||
2.1.7 b | Voor het gebruik van de ondergrondse containers zal een tarief per | ||
ledigingshandeling worden berekend | € 2,14 | 2,09 | |
2.1.8 | Indien op verzoek van de belastingplichtige de rolemmer(s) voor een | ||
periode van minder dan 6 maanden van het belastingjaar ter | |||
beschikking wordt gesteld, wordt een bedrag, in rekening gebracht | |||
overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1.6 sub d vermeerderd met | |||
de kosten als bedoeld in artikel 3.1.6 sub e. | |||
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten | |||
3.1 | Het recht bedraagt voor: | ||
3.1.1 | het eenmaal per week ophalen van bedrijfsvuil in door de dienst ter | ||
beschikking gestelde containers: | |||
a. per lediging op afroep van een 1100 liter-container ( 80-100 kg) | € 35,20 | 34,40 | |
a.1 per lediging op afroep van een 1100 liter-container (100-120 kg) | € 38,30 | 37,50 | |
b. huur van een stalen 1100 liter-container | € 155,50 | 152,00 | |
c. huur van een kunststof 1100 liter-container | € 113,10 | 110,60 | |
d. per lediging op afroep van een 770 liter-container | € 32,60 | 31,90 | |
e. huur van een kunststof 770 liter-container | € 100,40 | 98,10 | |
f. per lediging op afroep van een 660 liter-container | € 31,30 | 30,60 | |
g. huur van een kunststof 660 liter-container | € 100,40 | 98,10 | |
h. ledigen van een 1100 liter-container t.b.v. papier-/kunststofinzameling | € 13,60 | 13,30 | |
i. ledigen ondergrondse container exclusief verwerkingstarief inhoud | € 62,90 | 61,50 | |
j. ledigen glascontainer, per m³ containerinhoud | € 15,70 | 15,40 | |
k. per lediging op afroep van een 2500 liter container | € 69,20 | 67,70 | |
l. per lediging op afroep van een 5000 liter container | € 125,70 | 122,90 | |
3.1.2 | het ophalen op verzoek van losse afvalstoffen, welke door de aard en/of | ||
hoeveelheid, dit ter beoordeling van het bestuur, extra dienstverlening | |||
vergen en waarvoor geen gebruik wordt gemaakt van rolemmers, | |||
met uitzondering van grof huisvuil: | |||
a. indien de afvalstoffen wekelijks door de dienst worden ingezameld, | |||
voor elke hoeveelheid van ½ m³ of gedeelte daarvan per week ter | |||
ophaling aangeboden afvalstoffen per belastingjaar | € 1.130,10 | 1104,20 | |
b. indien de afvalstoffen incidenteel op verzoek door de dienst worden | |||
ingezameld voor de eerste m³ | € 94,60 | 92,50 | |
c. voor iedere volgende m³ de helft, te weten | € 47,10 | 46,10 | |
3.1.3 | het afgeven aan het aan de dienst toebehorende depot van chemische | ||
afvalstoffen die op grond van artikel 24 van de Afvalstoffenverordening | |||
Reinigingsdienst Schouwen-Duiveland zijn aangewezen om afzonderlijk | |||
te worden ingezameld of chemische afvalstoffen afkomstig van | |||
bedrijven en instellingen voor elke kilogram of een gedeelte daarvan | € 3,80 | 3,80 | |
Afgewerkte olie per liter | € 0,80 | 0,80 | |
3.1.4 | Voor het verwerken van aangevoerde afvalstoffen met andere dan aan de | ||
dienst toebehorende voertuigen op de bij de dienst in beheer zijnde | |||
overslagstation wordt een verwerkingstarief geheven van: | |||
a. OLAZ-gemeenten, op aanvraag bij OLAZ | |||
b. bedrijven, op aanvraag bij OLAZ | |||
3.1.5 | het bestrijden van dierplagen bij particulieren op verzoek, met uitzondering van ratten; | ||
a. voor bestrijding van wespen | € 49,80 | 48,70 | |
b. voor overige plaagdieren voor een bestrijding van maximaal 1 uur | € 49,80 | 48,70 | |
c. indien de bestrijding meer dan 1 uur in beslag neemt, wordt het | |||
bedrag genoemd in het tweede lid van dit artikel, voor elk half uur of | |||
een gedeelte daarvan dat de bestrijding langer duurt verhoogt met | € 26,50 | 25,90 | |
d. voorrijkosten en advisering indien geen bestrijding plaatsvindt | € 28,70 | 28,10 | |
3.1.5.1 | het bestrijden van dierplagen bij bedrijven, inclusief ratten | € 49,80 | 48,70 |
3.1.6 | het beschikbaar stellen van huisvuilauto’s, vrachtauto’s, en/of personeel; | ||
a1. het gebruik van een huisvuilauto met inbegrip van een chauffeur, per | |||
uur of een gedeelte daarvan | € 84,50 | 82,60 | |
a2. Het gebruik van een huisvuilauto zonder chauffeur per dag | € 374,80 | 366,20 | |
b. het gebruik van een vrachtauto, al dan niet met gebruik van een | |||
laadkraan, met inbegrip van een chauffeur, per uur of een gedeelte | |||
daarvan | € 80,40 | 78,60 | |
c. indien buiten de chauffeur extra hulp nodig is, per man, per uur of een | |||
gedeelte daarvan | € 39,80 | 38,90 | |
d. het eenmalig gebruik van rolemmers, bijv. bij evenementen etc. | € 6,50 | 6,40 | |
e. het eenmalig gebruik van rolemmers, daarbij bedragen de bezorg- en | |||
terughaalkosten | € 39,00 | 38,20 | |
f. Overslag bedrijfsafval van derden per 1000 kg | € 13,20 | 12,90 | |
g. gebruik wasplaats incl. te gebruiken wasmiddelen | € 22,50 | 22,00 | |
h. gebruik servicewagen per uitruk | € 8,30 | 8,20 | |
i. Gebruik faciliteiten werkplaats door derden | € 7,80 | 7,70 | |
j. Tarief monteur incl. faciliteiten werkplaats | € 47,70 | 46,70 | |
k. het verstrekken van een nieuwe rolemmer wegens vermissing | € 46,70 | 45,70 | |
l. huur hydraulische kraan | € 67,20 | 65,70 | |
m. 4-assige vrachtauto incl. chauffeur per uur | € 96,90 | 94,70 | |
3-assige vrachtauto BX-PT-40 incl. chauffeur per uur | € 87,70 | 85,70 | |
n. 3-assige aanhangwagen per uur | € 27,20 | 26,60 | |
De tijdsduur waarover de rechten in 3.1.6 sub a en b zijn | |||
verschuldigd, wordt berekend vanaf het ogenblik, dat de auto in de | |||
garage voor het vertrek gereedgemaakt wordt, tot het tijdstip dat deze | |||
leeg in de garage is teruggekeerd. | |||
3.1.7 | het machinaal vegen van straten en wegen en kolkenzuigen | ||
bedragen de kosten voor de gemeente per uur: | |||
a. personeelskosten per uur excl. toeslag overuren | € 39,00 | 38,20 | |
b. voertuigkosten per uur | € 60,60 | 59,30 | |
3.1.8 | het machinaal vegen van straten en wegen in opdracht van derden | ||
en andere gemeenten bedragen de kosten per uur: | |||
a. personeelskosten per uur excl. toeslag overuren | € 39,00 | 38,20 | |
b. voertuigkosten per uur | € 60,60 | 59,30 | |
3.1.9 | huur van een afzet-kolkenzuiger met voertuig en chauffeur | € 88,30 | 86,30 |
3.1.10 | het splitvegen van straten en wegen, per uur | ||
voor personeel- en voertuigkosten | € 109,40 | 106,90 | |
3.1.11 | Het verwerkingstarief voor veegvuil en kolkenslib bedraagt per 1000 kg: | ||
a. stortbaar veegvuil en kolkenslib | € 143,80 | 140,50 | |
b. veegvuil en kolkenslib van gemeente t.b.v. zandrecycling | € 64,60 | 63,20 | |
c. veegvuil en kolkenslib van derden t.b.v. zandrecycling | € 64,60 | 63,20 | |
3.1.12 | Verwerkingstarief groente-, fruit- en tuinafval per 1000 kg | ||
a. OLAZ-gemeenten, tarief op aanvraag bij OLAZ | |||
b. bedrijven en derden, tarief op aanvraag bij OLAZ | |||
3.1.13 | Verwerkingstarief onbewerkt maai- en plantsoenafval per 1000 kg | ||
a. OLAZ-gemeenten, tarief op aanvraag bij OLAZ | |||
b. idem verhakseld maai- en plantsoenafval per 1000 kg, aanvraag OLAZ | |||
3.1.14 | Wegen voor derden € 0,27 per 1000 kg met een minimum per weging | ||
excl. btw | € 2,10 | 2,10 | |
3.2 | Inzake het ophalen van grof huishoudelijk afval bedraagt het recht voor | ||
een met behulp van een door de gemeente te leveren Big-Bag met een | |||
inhoud van 1 m3: | |||
3.2.1 | voor de 1e Big-Bag | € 39,50 | 38,60 |
3.2.2 | voor elke volgende Big-Bag tezamen met de eerste Big-Bag | € 30,00 | 29,40 |
3.2.3 | Opgehaald grof huishoudelijk afval dat niet in de Big-Bag past, wordt per | ||
m³ afgerekend, ter beoordeling van de inzamelaar. Het recht bedraagt | |||
hierbij voor de eerste m³ | € 40,30 | 39,40 | |
Elke volgende m³ bij gelijktijdig ophalen met de eerste m³ | € 30,70 | 30,00 | |
3.2.4 | Inzake het inleveren van grof huishoudelijk afval op de milieustraat is | ||
geen recht verschuldigd. | |||
Behorende bij raadsbesluit van 10 november 2011 | |||
de griffier, | |||
T. van Oostenbrugge |