Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenlijst 2012 |
Citeertitel | Bomenlijst 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Strijen 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-02-2012 | 18-10-2014 | Nieuwe regeling | 14-02-2012 Het Kompas, 24-02-2012 | 4508 |
de volgende bomen aan te wijzen als zijnde bomen die alleen mogen worden gekapt nadat door het bevoegd gezag hiervoor op basis van artikel 4:11 APV een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand is verleend:
Onderdeel v.d. ecologisch groter geheel | |||||
Onderdeel v.e. ecologisch groter geheel | |||||
Landschappelijk beeldbepalend onderdeel | |||||
Landschappelijk beeldbepalend onderdeel | |||||
Onderdeel v.e. ecologisch groter geheel | |||||
Onderdeel v.e. ecologisch groter geheel | |||||
te bepalen dat bomen die zich bevinden in gronden behorend bij of in eigendom van publiekrechtelijke instellingen (met uitzondering van niet-geknotte populieren of wilgen) alleen mogen worden gekapt nadat door het bevoegd gezag hiervoor op basis van artikel 4:11 APV een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand is verleend.
te bepalen dat wegbeplantingen en éénrijige beplantingen op of langs landbouwgronden (met uitzondering van niet-geknotte populieren of wilgen) alleen mogen worden gekapt nadat door het bevoegd gezag hiervoor op basis van artikel 4:11 APV een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand is verleend.
Dit besluit treedt op 27 februari 2012 in werking.
Burgemeester en wethouders van Strijen,
Op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) die gold vóór 1 maart 2008 moest voor het kappen van een boom een vergunning worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders. In de APV die op 1 maart 2008 van kracht is geworden, was alleen nog een kapvergunning nodig voor bomen die zijn opgenomen in het gemeentelijk Groenstructuurplan én voor (particuliere) bomen die voorkomen op en door het college vastgestelde lijst. Deze bepalingen zijn overgenomen in de APV die op 10 juli 2010 in werking is getreden. Dit besluit heeft betrekking op de genoemde bomenlijst.
Bomen die op de bomenlijst voorkomen blijven dus, net als vóór 1 maart 2008, vergunningsplichtig. Door het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) moet voor die bomen een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand bij het bevoegd gezag gevraagd worden. Het gaat hierbij om bomen die naar de mening van ons college bescherming moeten genieten omdat ze als waardevol te beschouwen zijn. Met de hulp van een externe deskundige zijn alle bomen in Strijen bekeken. Bij de vraag of sprake is van een waardevolle boom zijn de volgende criteria gehanteerd:
Het gaat hier om de situatie dat een combinatie van boomsoort, leeftijd, vorm en standplaats de betreffende boom uniek en daarom onvervangbaar maken. Het kan ook zijn dat de kosten ter vervanging van de boom onevenredig hoog zijn.
2.Onderdeel van een ecologisch groter geheel
De boom (laan of houtopstand) heeft een duidelijke ecologische meerwaarde. Het kappen van de boom geeft een duidelijke inbreuk op de ecologische samenhang in de omgeving.
3.Landschappelijk beeldbepalend onderdeel
De boom heeft een dominerende plaats in het landschap. Het landschap zal duidelijk veranderen door het kappen van de boom.
De boom maakt deel uit van de groene aankleding van het dorp (komt alleen voor bij bebouwing).
De boom heeft een specifieke standplaats, bijvoorbeeld voor een gebouw, op een plein of op een kruispunt. Het kan ook tegelijk gaan om een cultuurhistorische standplaats (zie volgend criterium). De eigenschappen van de boom zelf zijn minder bepalend bij dit criterium.
6.Cultuurhistorische standplaats
Het gaat hier met name om bomen die als herdenkingsbomen fungeren.
Het kappen van de boom zou leiden tot aantasting van de leefomgeving. Het betreft zaken als schaduw, zicht (het ontnemen van zicht op minder fraaie gebouwen) en wind.