Organisatie | Landerd |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening participatiefonds voor sportieve en culturele activiteiten en schoolgaande kinderen 2012 |
Citeertitel | Verordening participatiefonds voor sportieve en culturele activiteiten en schoolgaande kinderen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de: Verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2009
Wwb, Artikel 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2012 | 01-01-2012 | 22-12-2012 | wijziging | 26-01-2012 Arena, 3 februari 2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Landerd;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011;
Overwegende, dat intrekking van de Wet investeren in jongeren en wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 het noodzakelijk maakt om de verordening die zijn grondslag vindt in laatstgenoemde wet aan te passen,
Gelet op artikel 8 van de Wet werk en bijstand,
Overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van een vergoeding participatiefonds aan uitkeringsgerechtigden en jongeren van 21 jaar of ouder bij verordening te regelen;
Verordening Participatiefonds voor sportieve en culturele activiteiten en schoolgaande kinderen 2012
Het doel van het participatiefonds is om inwoners van Landerd met een minimum inkomen of net daarboven in staat te stellen deel te (blijven) nemen aan sportieve en culturele activiteiten.
De in artikel 1 genoemde rechthebbenden komen slechts voor een vergoeding in aanmerking indien:
Artikel 6 Vergoeding kosten 65+-ers
Alleen personen ouder dan 65 jaar komen, naast de in artikel 4 genoemde kosten, ook voor volgende kosten in aanmerking:
Het aanvragen van een vergoeding geschiedt bij het bureau Sociale Zaken met behulp van een daartoe bestemd aanvraag- en inlichtingenformulier.
Bureau Sociale Zaken geeft schriftelijk voorlichting over de mogelijkheden van het participatiefonds, de wijze van behandeling van een aanvraag, de besluitvorming en de mogelijkheden die aanvrager ten dienste staan ter verwezenlijking van zijn aanspraak.
De uitvoering van deze verordening berust bij het college.
Het college kan nadere regels stellen voor:
Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt jaarlijks geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe jaarlijks na de inwerkingtreding van de verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Landerd
van 26 januari 2012
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
J.A.G. Huijs W.C. Doorn-Van der Houwen
Met ingang van 1 januari 2012 treed het wetsvoorstel (Kamerstukken 32 815) tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (verder wijziging WWB) in werking.
Dit wetsvoorstel heeft een aantal uitgangspunten, onder andere:
De WWB wordt gericht op de doelgroep die het echt nodig heeft. Om dit te bereiken wordt de inkomensgrens van het gemeentelijk minimabeleid genormeerd tot 110%. Bovendien is naar aanleiding van een de motie Spekman/Blanksma (kamerstukken II 2009/10 24515, nr 181) een verordeningsplicht opgenomen voor gemeenteraden ten aanzien van participatie voor huishoudens met schoolgaande kinderen.
Reden waarom de bestaande verordening Declaratiefonds is aangepast.
Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Landerd voor minima kent. De verordening vervangt de eerder vastgestelde verordening.
Artikel 1, 2, 3. Begripsbepalingen, doel en voorwaarden
Minima met een inkomen tot en met 110 % van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Studenten vallen niet onder het begrip belanghebbende. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de voorziening niet van toepassing op bewoners van campings en recreatieverblijven in de gemeente.
Artikel 4,5 en 6 De voorzieningen, de vergoedingen
Sportieve en culturele activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sportieve en culturele activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaats vinden. De belanghebbende of zijn ten laste komende kinderen dienen lid of contribuant te zijn van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.
Studiekosten voor schoolgaande kinderen
Kinderen die voortgezet onderwijs volgen kosten de ouders veel geld. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage voor een tegemoetkoming in de studiekosten verstrekken. Het gaat om kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die ) voortgezet onderwijs volgen. Wat de studiekosten betreft moet gedacht worden aan de kosten van excursies, verplichte sportkleding, ouderbijdrage, lesgeld, een fiets, schoolfonds en boekengeld. De belanghebbende moet de kosten daadwerkelijk maken. Als de belanghebbende of onderwijsinstelling heeft aangetoond dat de kosten zijn gemaakt verstrekken burgemeester en wethouders een vergoeding. Burgemeester en wethouders verstrekken de vergoeding ter hoogte van de gemaakte kosten met een maximum van € 250,00 per schoolgaand kind per subsidiejaar. Geen tegemoetkoming wordt verstrekt als op andere wijze in de kosten kan worden voorzien.
Abonnementen en seizoenkaarten
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor
Abonnementen en seizoenkaarten voor deelname aan uiteenlopende activiteiten
( bijvoorbeeld bibliotheek, voetbal en deelname aan een verenging). De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.
Voorstellingen schouwburg en bioscoop
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor
bezoek aan schouwburg en/of bioscoop. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor
deelname aan een cursus met een uiteenlopende doel. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze cursus. Deze bijdrage kan voor meerdere cursussen verstrekt worden.
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor
deelname aan een eenmalige sportieve of culturele activiteit. De belanghebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden
Dit alles met de beperking dat dit in het belang moet zijn van de aanvraag. Burgemeester en wethouders mogen dus geen gegevens (doen) opvragen waarin zij uit andere hoofde geïnteresseerd zijn.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
In afwijking van de Algemene wet bestuursrecht is, omdat de rechthebbende de kosten zelf voor moet schieten, gekozen voor een zo kort mogelijke beslistermijn.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden
Deze restclausule biedt burgemeester en wethouders de mogelijkheid in alle niet-voorziene situaties te handelen naar bevind van zaken. Omdat ook deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, dient ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen te worden
Burgemeester en wethouders brengen in ieder geval jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad. De gemeenteraad kan jaarlijks de onderwerpen bepalen waarover gerapporteerd moet worden.In ieder geval rapporteert het college aan de gemeenteraad over:
Op grond van dit artikel kan het gemeentelijk beleid geëvalueerd worden. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld omdat het voorzieningenniveau te hoog of te laag blijkt te zijn, dient de evaluatie te leiden tot aanpassing van de verordening.