Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie WWB Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie WWB Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 31-01-2012 Maak kennis met Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 8-2-2012 | BOB 12/005.4 |
Verordeningen Wet werk en bijstand 2012
De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 januari 2012
Leden van het cliëntenraad kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onderverantwoordelijkheid van bestuursorganen van de gemeenten. Op het moment dat een lid onderdeel gaat uitmaken van of begint met het verrichten van werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeenten eindigt zijn lidmaatschap van de cliëntenraad.
1. Om te kunnen voldoen aan het in artikel 3, eerste lid gestelde dient de cliëntenraad door de IASZ tijdig van tevoren te worden geïnformeerd en/of om advies gevraagd.
2. Ieder lid mag zowel mondeling als schriftelijk bij de voorzitter van de cliëntenraad voorstellen indienen.
3. De cliëntenraad vergadert in principe 6 keer per jaar.
4. De vergaderingen van de cliëntenraad worden in het openbaar gehouden.
5. Indien over personen wordt beraadslaagd of over zaken waaromtrent een meerderheid van de aanwezig leden van de cliëntenraad dat wenst, wordt een besloten vergadering gehouden. In dat geval zijn de geheimhoudingsregels van de Gemeentewet van toepassing.
6. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende zaken uitgezonderd, ten minste 10 dagen voor de te houden vergaderingen worden verzonden. Indien er sprake is van een spoedeisende zaak zal de voorzitter de leden inhoudelijk de argumenten betreffende het spoedeisende karakter mededelen.
7. De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering alsmede de agenda.
8. Tijdens de vergadering wordt geen besluit genomen als daarvoor niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.
9. Op verzoek van de voorzitter dan wel ten minste 1/3 deel van de leden kunnen leden van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, de gemeenteraadsleden van
de gemeenten, functionarissen in dienst van de gemeenten en of andere deskundigen worden uitgenodigd voor het bijwonen van een vergadering of delen daarvan, hetzij bij de behandeling
10. Een besluitenlijst van de vergadering wordt binnen twee weken na de vergadering verspreid. De notulen worden gelijktijdig met de oproepingen 10 dagen voor de te houden vergadering samen met de agenda toegestuurd. In de vergadering worden deze vastgesteld.
11. De cliëntenraad brengt over de werkzaamheden jaarlijks een verslag uit binnen viermaanden na het einde van het kalenderjaar waar het verslag betrekking op heeft. Dit verslag wordt ter kennis gebracht aan de colleges, de gemeenteraden en raadscommissies van de gemeenten.
De wettelijke basis voor de verordening is te vinden in de Gemeentewet, de Wwb, IOAW, IOAZ.
Het betreft hier de volgende passages:
1. De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenen bij de voorbereiding van gemeentelijke beleid worden betrokken.
Dit biedt een algemene basis voor cliëntenparticipatie bij gemeenten.
De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de realisatie en vormgeving van cliënteparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.
Lid 1. Hier wordt aangegeven dat de cliëntenraad voor de gemeenten van de IASZ voortkomt uit de wens om de cliëntenparticipatie voor alle gemeenten goed geregeld te hebben.
Lid 2. Met één cliëntenraad voor alle gemeenten kan ervoor gezorgd worden dat de communicatie tussen de IASZ en de cliënten verbeterd wordt.
Voor de IASZ betekent dat het vergroten van het inzicht in de beleving en ervaring van haar cliënten over de dienstverlening van de IASZ en de kwaliteit van zijn producten;
voor de cliëntenraad betekent dat reageren op en adviseren over de dienstverlening en producten van de IASZ.
De advisering strekt zicht uit tot de dienstverlening, de beleidsterreinen die direct verband houden met de Wwb, Ioaw en Ioaz en die daaraan verwant zijn voor zover zij althans de cliënten direct aangaan (zoals het minimabeleid). Het is niet de bedoeling dat de leden zich gaan bezighouden met bijvoorbeeld interne, organisatorische zaken. Beleidsterreinen buiten de Wwb om, maar die wel de positie van de cliënt kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld de Wmo) vallen buiten de reikwijdte van de gevraagde advisering.
Het is verder niet de bedoeling dat de cliëntenraad adviseert over individuele zaken en klachten. Wel kunnen meerdere klachten over hetzelfde onderwerp leiden tot een opmerking ter verbetering van de dienstverlening.
Omwille van de werkbaarheid zal het college van de gemeente Heemstede optredend namens alle gemeenten, de leden van de cliëntenraad benoemen. Het streven is om voor alle gemeenten een vertegenwoordiger in de cliëntenraad te benoemen. Omdat getracht wordt om voor alle gemeenten hetzelfde beleid te voeren, zullen de beleidsstukken waarover geadviseerd wordt voor alle gemeenten gelden. Hieraan doe niet af dat de diverse gemeenteraden vervolgens wel de mogelijkheid hebben om af te wijken.
De zittingsduur van de leden wordt in principe in tijd beperkt om een zekere doorstroming binnen de cliëntenraad te bewerkstelligen. Wel is er een mogelijkheid tot herbenoeming.
Het lidmaatschap wordt in principe beëindigd na afloop van de cliëntrelatie en bij (tussentijds) schriftelijk opzeggen.
De omvang en samenstelling van de cliëntenraad zal vooral bepaald worden door het aantal kandidaten dat zich aanmeldt. Het college van Heemstede kiest er voor om gelet op de wens om een gelijke verhouding van vertegenwoordigers en cliënten te hebben op een cliëntenraad van minimaal 4 leden en maximaal 12 leden.
De gemeenten zijn er geen voorstander van dat de cliëntenraad pas participeert nadat het beleid is uitgewerkt en het college besloten heeft. Dan zou de participerende cliënt uitsluitend via het spreekrecht bij de raadscommissie nog invloed kunnen uitoefenen. De gemeenten kiezen ervoor dat de cliëntenraad tijdig in het beleidsproces wordt betrokken, voordat de colleges van de gemeenten zich hierover hebben uitgesproken. De vergaderingen van de cliëntenraad kunnen dan ook een informerend karakter hebben voor wat betreft beleidsvoornemens en/of wijzigingen, zodat in dat stadium al meegedacht kan worden.
Het ambtelijke stuk zal daarna eerst wordt besproken met het hoofd van de IASZ, alvorens hierover een officieel advies te vragen aan de cliëntenraad. De advisering kan overigens ook ongevraagd geschieden.
Dit artikel beschrijft ook de frequentie van het aantal vergaderingen waarvoor deze verordening geldt. Als er geen bespreekpunten zijn zal de frequentie minder zijn. Als vanwege de voortgang van beleidsstukken frequenter overleg noodzakelijk is moet dit mogelijk zijn.
De wijze van het uitschrijven van de vergadering is bij de voorzitter van de cliëntenraad neergelegd die vanuit zijn verantwoordelijkheid deze taak op zich neemt.
Vanuit de IASZ zal altijd een ambtelijk vertegenwoordiger uit de staf bij de vergaderingen zijn, m.u.v. de besloten bijeenkomsten.
De cliëntenraad kan niet functioneren als deze niet beschikt over vergaderfaciliteiten. Die worden dan ook aangeboden. Tevens zal hij in de gelegenheid gesteld moeten worden om gebruik te maken van de repro-faciliteiten.
De leden van de cliëntenraad ontvangen ook een onkostenvergoeding per bijgewoonde vergadering van € 26,26(niveau 2011). Deze vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd.
Het toekennen van een onkostenvergoeding heeft behalve een materiële ook een symbolische waarde: er wordt duidelijk gemaakt dat cliëntenparticipatie serieus wordt genomen. Daarbij moeten deze vergoedingen gekwalificeerd worden als onkostenvergoeding. Onkostenvergoedingen vormen namelijk geen inkomsten die in mindering gebracht dienen te worden op de uitkering. Aantoonbare meerkosten komen binnen redelijke grenzen ook voor vergoeding in aanmerking, zoals de telefoonkosten verbonden aan het telefoonnummer van de cliëntenraad.