Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Verordening op de ligplaatsen voor woonschepen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de ligplaatsen voor woonschepen
CiteertitelVerordening op de ligplaatsen voor woonschepen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp8.4

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regeling gebruik woonschepenhaven en ligplaatsen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1964Onbekend

27-07-1964

Gemeenteblad, 1964-09-28

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de ligplaatsen voor woonschepen

 

 

Artikel 1.
    • 1.

      De term "woonschip" heeft in deze verordening dezelfde betekenis als in artikel 1 van de wet op woonwagens en woonschepen (Stbl. 1918, 492).

    • 2.

      Onder woonschepen verstaat deze verordening mede woonschepen, welke op het droge liggen.

Artikel 2
    • 1.

      Als plaats, door woonschepen bij verblijf binnen de gemeente Deventer in te nemen, wordt aangewezen het als woonschepenhaven ingerichte, verbrede gedeelte van het Overijssels kanaal nabij de Hunneperkade, deel uitmakende van de percelen, kadastraal bekend gemeente Deventer, sectie C, nrs. 1354, 1355, 1382 en 1387.

    • 2.

      Het is aan eigenaars of gebruikers van woonschepen verboden deze binnen de gemeente Deventer te doen verblijven buiten de plaats, hiervoor in het eerste lid aangewezen.

    • 3.

      Het bepaalde in het tweede lid geldt niet voor de gevallen, waarin artikel 56, lid 1, aanhef en onder 1o, van het algemeen reglement van politie voor rivieren en rijkskanalen van toepassing is.

    • 4.

      Burgemeester en wethouders kunnen regelen stellen met betrekking tot het gebruik van de in het eerste lid bedoelde woonschepenhaven en de ligplaatsen daarin.

Artikel 3
    • 1.

      Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, vervat in artikel 2, lid 2.

    • 2.

      Aan deze ontheffing, welke inhoudt de aanwijzing van de ligplaats voor het woonschip, waarop de ontheffing betrekking heeft, kunnen voorwaarden worden verbonden;

    • 3.

      Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip, aan wie ontheffing als bedoeld in het eerste lid is verleend, verboden met zijn woonschip een andere ligplaats in te nemen, dan in die ontheffing aangewezen.

    • 4.

      Met betrekking tot het gebruik van de ligplaats als bedoeld in het tweede lid, gelden de regelen, als bedoeld in artikel 2, lid 4.

Artikel 4
    • 1.

      Bij het innemen van een ligplaats in de woonschepenhaven, als bedoeld in artikel 2, lid 1, dienen de door of namens burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen omtrent de juiste plaats te worden in acht genomen.

Artikel 5
    • 1.

      Overtreding van de bepalingen van deze verordening, alsmede overtreding van de regelen, door burgemeester en wethouders op grond van artikel 2, lid 4, vastgesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

Artikel 6
    • 1.

      Aan de ambtenaren, die met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn belast, wordt de last verstrekt te allen tijde, zelfs tussen zonsondergang en zonsopgang, de woongedeelten en andere al dan niet afgesloten gedeelten van een woonschip, ondanks de wil van de bewoners of eigenaars, te betreden of binnen te treden, zo dikwijls de medewerking aan de uitvoering van deze verordening of de zorg voor de naleving van deze verordening zulks vereist, een en ander met inachtneming van de bepalingen van de wet van 31 augustus 1853, stbl. 83.

Artikel 7
    • 1.

      Met ingang van de datum van inwerking treden van deze verordening vervalt de verordening op de ligplaatsen voor woonschepen, vastgesteld bij besluit van de raad van 23 december 1957, afd. A.Z. no. 28325, zoals deze nadien is gewijzigd.

    • 2.

      Aan de eigenaars of gebruikers van een woonschip, die op het in het eerste lid bedoelde tijdstip in deze gemeente buiten de woonschepenhaven als bedoeld in artikel 2, lid 1, met hun woonschip een ligplaats innemen op grond van en overeenkomstig een beschikking van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van een ligplaats ingevolge de verordening op de ligplaatsen voor woonschepen, vastgesteld bij besluit van de raad van 23 december 1957, afd. A.Z. no. 28325, zoals deze nadien is gewijzigd, wordt geacht ontheffing als bedoeld in artikel 3 van deze verordening te zijn verleend.