Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening hondenbelasting 2011.
Gemeentewet, artikel 226
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Zuid-Limburger 28-12-2011 | 11Rb065 |
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een of meerdere honden binnen de gemeente.
Artikel 8 Continuering belastingheffing
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over een vorig belastingtijdvak een aanslag is opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarvoor hij voor het laatst aangifte heeft gedaan, tenzij blijkt dat het aantal honden, waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan of dat zijn belastingplicht vóór de aanvang van het belastingtijdvak is geëindigd.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het jaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfden gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betalen
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen hondenbelasting of het totaal van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting met andere heffingen, die in het belastingjaar worden opgelegd, worden betaald in evenzoveel gelijke maandelijkse termijnen als er met inbegrip van de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt.
De eerste termijn vervalt aan het eind van de maand, vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later;
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt voor aanslagen hondenbelasting of voor het totaal van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting met andere heffingen, die na het belastingjaar worden opgelegd, dat zij moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later;
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Belastingplichtige is verplicht om tegen betaling van € 26,00 voor elke hond waarvoor aangifte is gedaan een penning te nemen. Bij de beëindiging van de belastingplicht en tegen inlevering van de penning, ontvangt belastingplichtige € 26,00 retour. Bij verlies van de penning, wordt tegen betaling van € 26,00 een nieuwe vervangende penning afgegeven. Het model van de penning wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.
De belastingplichtige is verplicht ervoor te zorgen, dat de in artikel 13, lid 1 bedoelde penning door de hond, wanneer deze zich op de openbare weg bevindt, duidelijk zichtbaar aan de hals wordt gedragen. Het is verboden de penning aan anderen af te geven of in gebruik te geven of te doen dragen door een hond, waarvoor geen aangifte is gedaan. Op de eerste vordering van de daartoe bevoegde ambtenaren is de geleider van een hond verplicht halt te houden, teneinde bedoelde ambtenaren gelegenheid te geven tot controle.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2011" van 15 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.