Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Festiviteiten- en evenementenverordening gemeente Midden-Drenthe |
Citeertitel | Festiviteiten-en evenementenverordening gemeente Midden-Drenthe |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervant de artikelen 20 en 21 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Beilen, van 16 december 1993.
artt. 147, 149 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2000 | 18-02-2021 | Onbekend | 30-03-2000 Gemeentenieuws 27 april 2000 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Onder het begrip evenement wordt mede verstaan een herdenkingsplechtigheid;
deellocatie C: de wijken buiten het centrum van Beilen en de dorpskern van Westerbork plus de dorpen/leefgemeenschappen Bovensmilde, Hijkersmilde, Smilde, Hoogersmilde, Oranje, Brunsting, Hijken, Laaghalerveen, Hooghalen, Klatering, Makkum, Spier, Wijster, Zwiggelte, Bruntinge, Drijber, Elp, Balinge, Witteveen, Garminge, Mantinge, Eursinge en Nieuw-Balinge;
AFDELING 2. Festiviteiten binnen inrichtingen
Artikel 3. Aanwijzing collectieve festiviteiten
De geluidsvoorschriften als opgenomen in bijlage B van het 'Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer' c.q. de aan vergunningplichtige bedrijven verleende vergunning, verleend krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, gelden niet op ten hoogste 10 door de burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen festiviteitendagen .
De aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders van toepassing worden verklaard op de gehele gemeente dan wel één of meer delen hiervan. Het in het eerste lid aangegeven maximum van 10 collectieve festiviteitendagen per jaar geldt voor ieder deel van de gemeente afzonderlijk.
Burgemeester en wethouders publiceren uiterlijk op 1 april van ieder jaar in een of meer huis-aan-huisbladen welke festiviteiten binnen de gemeente of een deel van de gemeente worden aangemerkt als collectieve festiviteiten. In deze publicatie worden voor iedere festiviteit tevens de aan te houden begin- en eindtijden aangegeven.
De burgemeester kan aan de houders van inrichtingen nadere voorschriften opleggen die bij de deelname aan een collectieve festiviteit in acht moeten worden genomen, indien dit uit oogpunt van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen en de gezondheid van bezoekers en omwonenden noodzakelijk wordt geacht.
Artikel 4. Aanwijzing en kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is de houder van een inrichting toegestaan per kalenderjaar in totaal ten hoogste 12 festiviteitendagen te houden, waarop de geluidsvoorschriften als vastgelegd in bijlage B van het 'Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer' c.q. de aan vergunningplichtige inrichtingen verleende vergunning, verleend krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, niet gelden.
Om de door festiviteiten binnen een inrichting veroorzaakte hinder/overlast voor de omgeving
zoveel mogelijk te beperken, gelden de volgende voorschriften:
De houder van de inrichting, waar een festiviteit wordt georganiseerd die niet samenvalt met de door de burgemeester en wethouders aangewezen collectieve festiviteitendagen, meldt deze festiviteit ten minste 1 week voor aanvang van genoemde festiviteit aan de binnen een straal van 100 m. rond de inrichting gevestigde buurtbewoners en bedrijven.
De houder van de inrichting draagt zorg voor naleving van de voorschriften als opgenomen in de bijlage behorende bij het 'Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer' c.q. de aan de inrichting verleende vergunning, krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, met uitzondering van de in voornoemd besluit c.q. de vergunning opgenomen geluidsvoorschriften. De ontheffing op voornoemde geluidsvoorschriften geldt, tenzij anders bepaald door de burgemeester en wethouders, van:
De overdracht van geluid naar de omgeving dient hierbij zoveel mogelijk te worden beperktdoor op festiviteitendagen waarop geen activiteiten op straat plaatsvinden, ramen en deuren gesloten te houden.
De burgemeester kan in aanvulling op de in het eerste en tweede lid genoemde voorschriften nadere eisen stellen indien dit op grond van de voorgenomen activiteiten en uit oogpunt van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen en de gezondheid van bezoekers en omwonenden noodzakelijk wordt geacht.
AFDELING 3. Festiviteiten/evenementen bulten inrichtingen
Artikel 7a. Meldingsplichtige evenementen
Voor kleinschalige evenementen zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel c. geldt een meldingsplicht aan de burgemeester uiterlijk twee weken voor het plaats vinden van het evenement op een door de burgemeester vastgesteld formulier(Financiën).
Bij de aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 7, lid 1, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:
een situatieschets met daarop aangegeven de ten behoeve van het evenement af te sluiten wegen, de inrichting van de eventueel te plaatsen feesttenten en/of enig ander tijdelijk bouwsel, de plaats van podia, tribunes, tijdelijke terrassen, parkeervoorzieningen, etc. en de overige voor de beoordeling van de mogelijk door c.q. vanwege het evenement veroorzaakte hinder/overlast en (brand)veiligheid benodigde gegevens,
De in het eerste lid bedoelde aanvraag moet worden ingediend binnen een termijn van ten minste 12 weken voor aanvang van grootschalige evenementen waarbij de inzet van ambtenaren van de gemeente, de politie en/of de brandweer is gewenst en 8 weken voor evenementen waar dit niet noodzakelijk is (bijvoorbeeld braderieën, straat- en buurtfeesten).
Artikel 9. Weigeringsgronden vergunning
Een vergunning voor het organiseren van een evenement wordt geweigerd indien:
Maximaal aantal, in de avondperiode toegestane evenementen per kalenderjaar. Afzonderlijk te toetsen voor iedere dorpskern, wijk en als apart gebied te beschouwen natuur- en buitengebied. | |
d.ter plaatse in de dagperiode (07.00 -19.00 uur) reeds meer evenementen hebben plaatsgevonden dan het in tabel 2 aangegeven aantal per jaar.
Maximaal aantal, in de dagperiode toegestane evenementen per kalenderjaar. Afzonderlijk te toetsen voor iedere dorpskern, wijk en als apart gebied te beschouwen natuur- en buitengebied. | |
Om de door evenementen veroorzaakte hinder/overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te
beperken, gelden de volgende voorschriften:
De organisator van een evenement dat niet samenvalt met de door de burgemeester en wethouders aangewezen collectieve festiviteitendagen meldt het evenement ten minste 1 week voor aanvang van de activiteiten aan de in de nabijheid van de locatie waar het evenement wordt georganiseerd, gevestigde buurtbewoners en bedrijven. De melding kan plaatsvinden middels een huis-aan-huis bezorgde brief bij kleinschalige evenementen dan wel een advertentie of anderszins goed leesbare aankondiging in de huis-aan-huisbladen bij grootschalige evenementen.
Bij evenementen met 'vast' opgestelde podia en geluid- of muziekinstallaties dienen de podia en/of de luidsprekers van de geluid-/muziekinstallatie zodanig te worden gesitueerd/afgeregeld dat het op de gevels van de omliggende woningen invallende equivalente geluidsniveau (in beginsel) niet meer bedraagt dan 80 dB(A).
13.De organisator van een evenement, waar meer dan honderd, met de auto komende bezoekers worden verwacht, met het bevoegd gezag te voorzien in een parkeerplan met bijbehorend routingvoorstel.
14.De organisator van een evenement dient in overleg met het bevoegd gezag te voorzien in de plaatsing van de voor het verwachte aantal bezoekers, toereikend aantal sanitaire voorzieningen.
Afval en overige materialen dienen direct te worden verzameld in daarvoor bestemde containers. Indien noodzakelijk dient te worden voorzien in de plaatsing van extra afvalbakken op en rond de locatie waar het evenement plaatsvindt. Na afloop van het evenement dient de locatie waar het evenement heeft plaatsgevonden schoon te worden opgeleverd. Bij in gebreke blijven zal het opruimen van het afval op kosten van de organisator plaatsvinden.
De burgemeester kan indien de aard en/of omvang van het te organiseren evenement hiertoe aanleiding geeft, voor het opruimen van het afval een door bevoegd gezag nader te bepalen borgsom vragen. Deze wordt binnen 4 weken na afloop van evenement met de door de gemeente voor het opruimen gemaakte kosten verrekend dan wel volledig terugbetaald.
De burgemeester kan in aanvulling op de in het eerste t/m het achttiende lid en de artikelen 11 en 12 genoemde voorschriften nadere eisen stellen indien dit op grond van de voorgenomen activiteiten en uit oogpunt van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen en de gezondheid van bezoekers en omwonenden noodzakelijk wordt geacht.
Artikel 11. Nadere voorschriften kermissen en circussen
1.Bij de plaatsing van woonwagens geldt dat LPG uitsluitend mag worden gebruikt als brandstof voor een motorvoertuig. Bij overtreding zal de betreffende woonwagen onmiddellijk van het terrein worden verwijderd.
Artikel 12. Nadere voorschriften auto- en motorcrossevenementen
De te gebruiken geluid-/muziekinstallatie dient, ter beperking van de hinder/overlast in de directe omgeving, zodanig te worden afgesteld dat alleen het beoogde publiek wordt bereikt. Bij wedstrijden die op grote, uitgestrekte locaties plaatsvinden dient hiertoe gebruik te worden gemaakt van meerdere op dezelfde installatie aangesloten luidsprekers.
Door de organisatoren dient in overleg met politie en brandweer een draaiboek te worden opgesteld met daarin aangegeven de met de algemene veiligheid van bezoekers en deelnemers belaste personen van de organisatie, de ter waarborging van de veiligheid van bezoekers en deelnemers getroffen voorzieningen en de met brandweer en politie gemaakte afspraken inzake de inzet van deze diensten.
AFDELING 4. Opsporings- en strafbepalingen
Overtreding van een bij of krachtens deze verordening vastgesteld verbodsbepaling, niet nakoming van een bij of krachtens deze verordening opgelegde verplichting en niet nakoming van een of meer voorschriften aan een vergunning of ontheffing verbonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Overtreding van enige bepaling van deze verordening kan voorts worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met de zorg voor naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, naast de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van strafvordering aangewezen ambtenaren, belast de door de burgemeester aangewezen ambtenaren, ieder voor zover betreft de in die aanwijzing genoemde onderwerpen .
AFDELING 5. Inwerkingtreding en benaming
Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening komen de artikelen 20 en 21 van de 'Algemene Plaatselijke Verordening', vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Beilen van 16 december 1993, en op het gehele grondgebied van de gemeente Midden-Drenthe van toepassing verklaard bij raadsbesluit van 22 januari 1998, te vervallen, voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.