Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal statuut van de gemeente Bunschoten |
Citeertitel | Sociaal statuut van de gemeente Bunschoten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2011 | 24-06-2015 | nieuwe regeling | 30-08-2011 Gemeenteblad 2011, 7 |
Het college van de gemeente Bunschoten;
gelet op: de Organisatieverordening, vastgesteld op 26 november 1998;
de Wet op de ondernemingsraden (WOR), met name artikel 25;
de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO), met name de artikelen 8:4, 12:1:5, 12:2 en 15:1:10;
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:
ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR en de UWO, alsmede de werknemer met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;
werkgever: de gemeente Bunschoten;
organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;
privatisering: organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;
publiekrechtelijke taakoverheveling: organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;
personele gevolgen: gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren;
salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR;
salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;
bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;
toelage: de toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de Bezoldigingsregeling 2004 van de gemeente Bunschoten;
functie: het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht;
ongewijzigde functie of A-functie: een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;
B-functie: een functie die in overwegende mate is gewijzigd of die niet in het oude organisatie-onderdeel voorkwam (nieuwe functie);
passende functie: een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal twee niveaus lager zijn dan de oude functie;
geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;
CAR: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;
UWO: Uitwerkingsovereenkomst voor de sector gemeenten;
georganiseerd overleg: de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR;
ondernemingsraad: de ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;
sociaal plan: nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit sociaal statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging.
Dit sociaal statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.
Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging
Het college is bevoegd tot het nemen van besluiten over de wijziging van de hoofdstructuur en de nieuwe invulling van de ambtelijke organisatie.
Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele ambtenaren
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren, tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is bepaald.
Hoofdstuk 2: Procedurele bepalingen
Indien de werkgever voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging extern advies te vragen, wordt de ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 2:3 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de organisatiewijziging zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.
Artikel 2:4 Advies ondernemingsraad over organisatiewijziging
Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt de ondernemingsraad schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 2:5 Taakverdeling tussen ondernemingsraad en georganiseerd overleg
Ten aanzien van de medezeggenschap van ambtenaren en vakcentrales geldt het algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging aan bod komen, primair door één orgaan worden behandeld waarbij de procedurele afspraken, de vaststelling van dit statuut en het sociaal plan behoren tot de competentie van het georganiseerd overleg. De planning en de uitwerking van nadere regelingen wordt voor advisering voorgelegd aan de ondernemingsraad.
Artikel 2:6: Kennisgeving en uitvoering besluit
Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de ondernemingsraad, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging wordt in dit geval uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden.
Hoofdstuk 3: Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij interne organisatiewijziging
Artikel 3:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op interne organisatiewijzigingen, niet zijnde privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Artikel 3:4 Uitgangspunten bij herplaatsing
Dit artikel moet op termijn worden aangepast i.v.m. vervallen artikel 8:4:1:2 CAR/UWO– afgewacht wordt op een voorstel van de VNG hieromtrent.
Bij een herplaatsing zijn de volgende situaties te onderscheiden:
Artikel 3:5 Belangstellingsregistratie
Voordat herplaatsingsbesluiten worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor maximaal drie functies kenbaar te maken.
Artikel 3:6 Geen passende of geschikte functie
Indien de werkgever na zorgvuldig onderzoek constateert dat geen structurele oplossing als bedoeld in het eerste lid kan worden gevonden, zal de ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend, als bedoeld in artikel 8:4 van de CAR. De bovenwettelijke werkloosheidsuitkering van de CAR, hoofdstuk 10a, is van toepassing, indien het recht bestaat op een uitkering krachtens de WW.
Artikel 3:7 Verplichting ambtenaar
Wanneer de ambtenaar na herhaald en zorgvuldig overleg weigerachtig is ten aanzien van aanvaarding van een passende functie of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing als bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot ontslag. Daarbij kan het college van burgemeester en wethouders melding maken bij de instelling die de Werkloosheidswet uitvoert, dat de betreffende ambtenaar weigert een passende functie te aanvaarden of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing als bedoeld in artikel 3:6 lid 1.
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.
Artikel 3:10 Persoonsgebonden toelagen
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen. Onder deze toelage wordt verstaan de toelage bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR.
Artikel 3:12 Aanvullende scholing
De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de gemeente.
Artikel 3:13 Functie buiten de gemeentelijke organisatie
Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid een functie van ten minste een gelijke betrekkingsomvang accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, vult de werkgever het brutosalaris gedurende een jaar aan tot aan het niveau van het brutosalaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaand aan het ontslag. De ambtenaar die een functie accepteert met een kleinere betrekkingsomvang ontvangt, vanaf de datum van aanvang met de werkzaamheden, gedurende een jaar een aanvulling van zijn brutosalaris naar rato.
Hoofdstuk 4: Herplaatsingsprocedure
Artikel 4:3 Bedenkingen tegen voorstel
Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het advies van de commissie over zijn herplaatsing, respectievelijk tegen het advies van de commissie om hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden, kan hij deze binnen 14 dagen schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 4:4 Herplaatsingsbesluiten
Het college van burgemeester en wethouders neemt het besluit tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
De ambtenaar kan bezwaar en beroep aantekenen tegen de besluiten, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, conform de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 5: Privatisering en taakoverheveling
Artikel 5:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Indien de nieuwe organisatie zich, zulks ter beoordeling van de Plaatsingscommissie, in redelijkheid niet kan houden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de regelen als bedoeld in lid 1 en 2, bestaat de mogelijkheid via flankerend beleid (outplacement, collegiale doorlening en dergelijke) een alternatieve oplossing aan te dragen.
Indien na zorgvuldig onderzoek constateert wordt dat geen structurele oplossing kan worden gevonden, zal de ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend, als bedoeld in artikel 8:4 van de CAR. De bovenwettelijke werkloosheidsuitkering van de CAR, hoofdstuk 10a, is van toepassing, indien recht bestaat op een uitkering krachtens de WW.
De kosten voor de WW en de bovenwettelijke uitkering van de CAR, hoofdstuk 10a, worden afgewenteld op de nieuwe organisatie door opname van een passage hierover in de exploitatieovereenkomst.
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het georganiseerd overleg.
Artikel 5:6 Rechtspositievergelijking
Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van het college d.d.
de secretaris, de voorzitter,
J.P, van Velden L.C. Groen
Sociaal plan van de gemeente Bunschoten
Het college van de gemeente Bunschoten;
gelet op: de Organisatieverordening, vastgesteld op 26 november 1998;
gelet op artikel 5:5 van het sociaal statuut gemeente Bunschoten;
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg d.d …;
besluit vast te stellen het volgende sociaal plan (I) overdracht naar een publiekrechtelijke instelling:
Artikel 1 Dienstdraaien op zondag
Medewerkers die op principiële gronden bezwaar hebben tegen het verrichten van werkzaamheden op zondag zullen daarvan worden vrijgesteld.
Artikel 2 Overige algemene uitgangspunten:
Ten behoeve van de pensioenvoorziening heeft de nieuwe organisatie een zogenaamde B3 status bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds voor haar personeel verworven. Als gevolg daarvan is de pensioenverzekering bij het ABP verzekerd en ondergaan de aanspraken op een WW-uitkering en de bovenwettelijke uitkering van de CAR, hoofdstuk 10a, geen wijziging.
De ambtenaar behoudt minimaal het netto- salaris en de salarisaanspraken verbonden aan de functie die hij op het moment van privatisering vervult. De beoordeling daarvan vindt plaats op de datum van de overdracht. Het dan gevonden bruto-salaris om de netto aanspraak te garanderen zal de basis zijn voor opvolgende salariswijzigingen.
Artikel 5 Tegemoetkoming bij ontslag op eigen verzoek.
De ambtenaar, die niet in aanmerking wenst te komen voor plaatsing bij de nieuwe organisatie en voor wie geen passende functie bij de gemeente beschikbaar is, kan bij ontslag op eigen verzoek een beroep doen op de volgende gemeentelijke faciliteiten:
Artikel 6 Bijzondere zorg oudere ambtenaar
De ambtenaar, die op de overdrachtsdatum 55 jaar of ouder is en wie geen passende functie kan worden aangeboden, zulks ter beoordeling van de Plaatsingscommissie, wordt op zijn verzoek op non-activiteit gesteld met behoud van salaris, onder de verplichting gebruik te maken van het keuzepensioen van het ABP vanaf de spilleeftijd.
Aldus besloten in de vergadering van het college
van de gemeente Bunschoten d.d.
Sociaal plan van de gemeente Bunschoten
Het college van de gemeente Bunschoten;
gelet op: de Organisatieverordening, vastgesteld op 26 november 1998;
gelet op artikel 5:5 van het sociaal statuut gemeente Bunschoten;
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg d.d
besluit vast te stellen het volgende sociaal plan (II) overdracht naar een privaatrechtelijke instelling:
Artikel 1 Dienstdraaien op zondag
Medewerkers die op principiële gronden bezwaar hebben tegen het verrichten van werkzaamheden op zondag zullen daarvan worden vrijgesteld.
Artikel 2 Overige algemene uitgangspunten
Artikel 3 Primaire arbeidsvoorwaarden en pensioenrechten
Wanneer aan de ambtenaar in het salarisniveau, welke aan zijn (oorspronkelijke) functie is verbonden, nog periodieke verhogingen en/of uitloopperiodieken kunnen worden toegekend, zullen deze verhogingen op normale wijze en tijdstippen - voorzover zij het maximumsalaris van de nieuwe functie te boven gaan – worden toegekend.
Een personeelslid die op het moment van de overdracht arbeidsongeschikt is en bij wie de mogelijkheid van blijvende arbeidsongeschiktheid aanwezig is, zulks ter beoordeling van de bedrijfsgeneeskundige, blijft in dienst van de gemeente Bunschoten zolang de beslissing omtrent een blijvende arbeidsongeschiktheid dan wel een invaliditeitsgraad niet onherroepelijk is.
Artikel 4 Secundaire arbeidsvoorwaarden
De door de gemeente Bunschoten toegekende studiefaciliteiten worden door de nieuwe organisatie - inclusief eventuele reguliere verlenging - gegarandeerd voor het moment van overgang reeds aangevangen studies. Op betrokkene rust geen terugbetalingsverplichting indien hij de studie staakt, omdat het gezien de veranderde aard van de nieuwe werkzaamheden geen zin heeft de studie voort te zetten, of omdat de werknemer een andere studie gaat volgen, die van belang is voor zijn nieuwe functie.
Artikel 5 Tegemoetkoming bij ontslag op eigen verzoek.
De ambtenaar, die niet in aanmerking wenst te komen voor plaatsing bij de nieuwe organisatie en voor wie geen passende functie bij de gemeente is, kan bij ontslag op eigen verzoek een beroep doen op de volgende gemeentelijke faciliteiten:
Artikel 6 Bijzondere zorg oudere ambtenaar
De ambtenaar, die op de overdrachtsdatum 55 jaar of ouder is en wie geen passende functie kan worden aangeboden, zulks ter beoordeling van de Plaatsingscommissie, wordt op zijn verzoek op non-activiteit gesteld met behoud van salaris, onder de verplichting gebruik te maken van het keuzepensioen van het ABP vanaf de spilleeftijd.
Aldus besloten in de vergadering van het college
van de gemeente Bunschoten d.d.
Sociaal plan van de gemeente Bunschoten
Het college van de gemeente Bunschoten;
gelet op: de Organisatieverordening, vastgesteld op 26 november 1998;
gelet op artikel 5:5 van het sociaal statuut gemeente Bunschoten;
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg d.d
besluit vast te stellen het volgende sociaal plan (III) herplaatsing binnen de eigen organisatie:
Indien de gemeente zich, zulks ter beoordeling van de plaatsingscommissie, in redelijkheid niet kan houden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de regelen als bedoeld in lid 1 en 2, bestaat de mogelijkheid via flankerend beleid (outplacement, collegiale doorlening en dergelijke) een alternatieve oplossing aan te dragen. In afwachting van een dergelijke oplossing wordt de desbetreffende ambtenaar met behoud van salaris en salarisvoorschriften op non-actief gesteld.
Secretariële ondersteuning vindt plaats vanuit de stafafdeling BMO.
Nadere invulling m.i.v. 1 maart 2006 – in principe wachten we op het advies van de VNG
Artikel 6 Besluitvorming op plaatsing
Artikel 7 Tegemoetkoming bij ontslag op eigen verzoek
De ambtenaar, die niet in aanmerking wenst te komen voor plaatsing in de aangepaste structuur en voor wie geen passende functie beschikbaar is, kan bij ontslag op eigen verzoek een beroep doen op de volgende faciliteiten:
Artikel 8 Bijzondere zorg oudere ambtenaar
De ambtenaar, die op de overdrachtsdatum 55 jaar of ouder is en wie geen passende functie kan worden aangeboden, zulks ter beoordeling van de Plaatsingscommissie, wordt op zijn verzoek op non-activiteit gesteld met behoud van salaris, onder de verplichting gebruik te maken van het keuzepensioen van het ABP vanaf de spilleeftijd.
Aldus besloten in de vergadering van het college