Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Verordening burgerinitiatief gemeente Midden-Drenthe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief gemeente Midden-Drenthe
CiteertitelVerordening burgerinitiatief gemeente Midden-Drenthe
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artt. 147, 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2002Onbekend

26-09-2002

Gemeenteberichten 2 oktober 2002

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Midden-Drenthe

 

 

BEGRIPSOMSCHRIJVING

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

GELDIG INITIATIEF OP AGENDA RAAD

Artikel 2
  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering als daartoe een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet door tenminste 100 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

    • c.

      niet voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 5.

GERECHTIGDEN TOT BURGERINITIATIEF

Artikel 3
  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

VAN BURGERINITIATIEF UITGESLOTEN ONDERWERPEN

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (over een gedraging van het gemeentebestuur);

  • d.

    een bezwaar in de zin van artikel 7 :1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens de afgelopen twee jaar door de raad een besluit is genomen.

PROCEDURE VAN IN BEHANDELINGNEMEN BURGERINITIATIEFVOORSTEL

Artikel 5
  • 1.

    Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2.

    Het verzoek bevat tenminste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het initiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

    • d.

      een lijst met in elk geval 100 voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekening van de initiatiefgerechtigden die het voorstel ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

BEHANDELING BURGERINITIATIEFVOORSTEL IN RAAD

Artikel 6
  • 1.

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande, dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2.

    Als de raad het verzoek afwijst, omdat het in strijd is met artikel 4, kan de raad het voorstel doorzenden aan het college.

  • 3.

    Als de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatief voor de eerstvolgende vergadering van de raad, nadat de agendacommissie heeft beoordeeld of het verzoek aan de vereisten voldoet, zoals opgenomen in artikel 5 van deze verordening.

  • 4.

    De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens de vergadering van de raadscommissie Algemeen Bestuur de gelegenheid om het burgerinitiatief nader toe te lichten.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud ervan op een geschikte wijze, zoals plaatsing op de website en op de info-pagina van de gemeente.

  • 6.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

VERSLAGLEGGING OVER WERKING BURGERINITIATIEF

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

CITEERARTIKEL

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening burgerinitiatief gemeente Midden-Drenthe”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad,

gehouden op 26 september 2002,

de griffier/locosecretaris,

J.Pit

de voorzitter,

R.W. ter Avest

TOELICHTING VERORDENING BURGERINITIATIEF GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE

BEGRIPSOMSCHRIJVING

Artikel 1

In dit artikel is er voor gekozen om de term 'burgerinitiatiefvoorstel te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Dit artikel biedt de mogelijkheid dat burgers een onderwerp aan de gemeenteraad aandragen, zonder dat hierbij een concreet voorstel is gevoegd. Te denken valt hier aan de wens om over een bepaalde problematiek in de raad te discussiëren. Overigens hebben burgers uiteraard ook de vrijheid om een concreet voorstel in te dienen.

GELDIG INITIATIEF OP AGENDA RAAD

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen, indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus tenminste moeten uitspreken over het burgerinitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als:

  • (a)

    het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

  • (b)

    het onderwerp van het burgerinitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd; en

  • (c)

    aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan

In artikel 3 wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is. Over het vereiste dat het verzoek door ten minste een bepaald aantal initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatiefvoorstel ook daadwerkelijk door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. In verband hiermee is het aantal van honderd gerechtigden opgenomen. Het initiatief dient toch een zekere garantie te bieden dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Anderzijds moet de drempel niet te hoog zijn. Daarom lager dan 173.

GERECHTIGDEN TOT BURGERINITIATIEF

Artikel 3

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3 van de Kieswet. De initiatiefgerechtigde leeftijd is gesteld op 18 jaar.

Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

VAN BURGERINITIATIEF UITGESLOTEN ONDERWERPEN

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissievergadering of in een overleg met een portefeuillehouder.

Ook moet voorkomen worden, dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan de raad bepalen dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt. In dit artikel is uitgegaan van een periode van twee jaar.

PROCEDURE VAN IN BEHANDELINGNEMEN BURGERINITIATIEFVOORSTEL

Artikel 5

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is ligt het voor de hand om het burgerinitiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen wordt naar personalia gevraagd als adressen en geboortedata. Met name deze laatste gegevens kunnen niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan onderzocht worden of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Een model voor de genoemde formulieren is als bijlagen 1 en 2 opgenomen bij deze verordening.

BEHANDELING BURGERINITIATIEFVOORSTEL IN RAAD

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar her college. Dat zal met name gebeuren als het college wel bevoegd is. Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het zesde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een mededeling dat het verzoek wordt afgewezen of een inhoudelijk besluit zijn. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatiefvoorstel te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb).

Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatiefvoorstel zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad naar aanleiding van het burgerinitiatiefvoorstel besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). Bij deze bepalingen is er voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het burgerinitiatiefvoorstel omgaat. Niet is bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de plenaire raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in b.v. een commissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek nodig is.

VERSLAGLEGGING OVERWERKING BURGERINITIATIEF

Artikel 7

In dit artikel is een regeling over het burgerinitiatief opgenomen, die de burgemeester verplicht om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de burgerinitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In de wet met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan ook voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen.

CITEERARTIKEL

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen toelichting

 

 

Bijlage 1:

VERORDENING BURGERINITATIEF GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE

Verzoek burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onden^werp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

Toelichting op het voorstel/onden/verp:

Vraag:

Wat wilt u dat de gemeenteraad met het onderwerp doet.

Naam:

Eerste voornaam verdere voorletters:

Geboortedatum:

Adres:

Postcode: Woonplaats:

(Handtekening)

Plaatsvervanger:

Naam:

Eerste voornaam en verdere voorietters:

Geboortedatum:

Adres:

Postcode: Woonplaats:

(Handtekening)

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor leden van de gemeenteraad kan een verzoek doen om een voorstel/onderwerp op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenaamde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door tenminste 100 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het fonnulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven het formulier met ondersteuningsveri^daringen.

Het burgerinitiatiefvoorstel mag niet inhouden:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e.

    een onderwerp waarover tijdens de afgelopen twee jaar door de raad een besluit is genomen.

 

 

Bijlage 2:

VERORDENING BURGERINITATIEF GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE

Ondersteuningsveri<laringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden veri<laren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onden^werp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

Naam, eerste voornaam en voorietters

Adres

Geb.datum

Handtekening

1.

 

 

 

2.

 

 

 

3.

 

 

 

4.

 

 

 

5.

 

 

 

6.

 

 

 

7.

 

 

 

8.

 

 

 

9.

 

 

 

10.

 

 

 

Toelichting

Bovenaan de lijst dient het voorstel/onderwerp van het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel/onden^A^/erp te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad en voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor leden van de gemeenteraad.

Vervolgblad burgerinitiatief

Naam, eerste voornaam en voorietters

Adres

Geb.datum

Handtekening

1.

 

 

 

2.

 

 

 

3.

 

 

 

4.

 

 

 

5.

 

 

 

6.

 

 

 

7.

 

 

 

8.

 

 

 

9.

 

 

 

10.

 

 

 

11.

 

 

 

12.

 

 

 

13.

 

 

 

14.

 

 

 

15.

 

 

 

16.

 

 

 

17.

 

 

 

18.

 

 

 

19.

 

 

 

20.

 

 

 

21.

 

 

 

22.

 

 

 

23.

 

 

 

24.

 

 

 

25.