Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Tijdelijke regels in het kader van de Wet investeren in jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke regels in het kader van de Wet investeren in jongeren
CiteertitelTijdelijke regels in het kader van de Wet investeren in jongeren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-200901-10-200901-01-2011Nieuwe regeling

06-10-2009

Streekbode 18 november 2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke regels in het kader van de Wet investeren in jongeren

 

 

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    het college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal.

PARAGRAAF 2 TOEPASSELIJKHEID VERORDENINGEN WWB

Artikel 2. Werkleeraanbod

De regels met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de wet, luiden als volgt:

  • 1.

    De voorzieningen die op grond van de Reïntegratieverordening WWB aan personen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand kunnen worden aangeboden, kunnen door het college worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud van het werkleeraanbod.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:

    • a.

      onbeloonde additionele arbeid;

    • b.

      vrijlating van inkomsten, en

    • c.

      onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk.

Artikel 3. Het verlagen van de inkomensvoorziening

De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt:

  • 1.

    Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 18 en 19 van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 11, 12, 13, 14, 18 en 19 van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, zijn de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 17, 18 en 19 van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 16, 18, en 19 van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik

De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:

De in de Verordening bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik Wwb gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Cliëntenparticipatie

De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:

De in de Verordening cliëntenparticipatie Wwb gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Het verhogen en verlagen van de norm

De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:

De in de Toeslagenverordening gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.

PARAGRAAF 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Inwerkingtreding en geldingsduur

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2009.

De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet.

De regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met 6 allen zijn komen te vervallen, doch uiterlijk tot 1 januari 2011.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Leudal.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leudal d.d. d.d. 6 oktober 2009.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL

De griffier, De voorzitter,

Drs. W.A.L.M. Cornelissen, A.H.M. Verhoeven MPM