Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2012 (9.33) |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Art. 1, onderdeel d (hondenbelasting) treedt op 06-04-2012 in werking
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Onbekend | 28-03-2012 Rond Haaksbergen, 05-04-2012 | Onbekend |
Onderwerp: Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2012
Deze verordening bevat regels voor het in het geheel geen dan wel gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten
De gemeenteraad van Haaksbergen;
voorstel van het college van: 21 februari 2012
wettelijke basis: bepalingen van de Gemeentewet (artikel 255), de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Algemene wet bestuursrecht
Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend:
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing, onroerende-zaakbelastingen en de rioolheffing, vindt ten aanzien van kwijtschelding het bepaalde in hoofdstuk 2, artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toepassing met dien verstande, dat de kosten van bestaan worden vastgesteld op 100 procent van de genormeerde bijstanduitkering.
Ter beoordeling van de aanvraag om kwijtschelding vindt een toetsing van het bank- en/of spaartegoed plaats op basis van de bedragen vastgesteld in artikel 34, derde lid van de Wet werk en bijstand. Voor de overige vermogensbestanddelen vindt een toets plaats aan de hand van hetgeen bepaald is in artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Voor de aanvraag om kwijtschelding wordt gebruik gemaakt van het door de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belasting, als bedoeld in artikel 231, lid 2 onder c van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar), vastgestelde aanvraagformulier met de daarbij behorende toelichting.
In het geval terzake de belastingaanslag waarvoor de kwijtschelding wordt aangevraagd invorderingskosten zijn gemaakt, wordt op die kosten geen kwijtschelding verleend.
Verzoeken om kwijtschelding die na afloop van deze termijn worden ingediend, worden ambtshalve in behandeling genomen, met als voorwaarde dat er geen kwijtschelding kan worden aangevraagd indien het bedrag van de aanslag op het moment van aanvragen van kwijtschelding al minimaal 3 maanden geleden is betaald.