Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Overbetuwe

Beleidsregel aanwijzing van een belastingplichtige in een keuzesituatie gemeente Overbetuwe 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Overbetuwe
Officiële naam regelingBeleidsregel aanwijzing van een belastingplichtige in een keuzesituatie gemeente Overbetuwe 2012
CiteertitelBeleidsregel aanwijzing van een belastingplichtige in een keuzesituatie gemeente Overbetuwe 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, zoals vastgesteld bij besluit van 2 oktober 2002, worden ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2009, art. 1
  2. Verordening rioolheffing gemeente Overbetuwe 2010, art. 3
  3. Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2009, art. 3 en 12
  4. Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008, art. 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-01-201201-01-2012nieuwe regeling

03-01-2012

De Betuwe; 18-01-2012

11bwb00090
17-10-200219-01-2012nieuwe regeling

02-10-2002

De Betuwe; 09-10-2002

Geen.

Tekst van de regeling

Ons kenmerk: 11bwb00090

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel(en) 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen gemeente Overbetuwe 2009, 3 van de Verordening rioolheffing gemeente Overbetuwe 2010, 3 en 12 van de Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2009 en 2 van de Verordening hondenbelasting gemeente Overbetuwe 2008;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de

Beleidsregel aanwijzing van een belastingplichtige in een keuzesituatie

gemeente Overbetuwe 2012

Artikel 1 Voorkeursvolgorde bij verschillende categorieën genothebbenden

Bij de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, als er bij één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.

    de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    • 1.1

      de vruchtgebruiker of gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    • 1.2

      de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht of een opstalrecht voor de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    • 1.3

      de erfpachter;

  • 2.

    de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

  • 3.

    degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

Artikel 2 Voorkeursvolgorde binnen één categorie genothebbenden

Bij de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag, als er binnen één categorie genothebbenden meerdere personen zijn, opgelegd aan degene die als voornaamste zakelijk gerechtigde is vermeld in de kadastrale registratie, zoals bedoeld in artikel 3 van de Kadasterwet.

Artikel 3 Voorkeursvolgorde OZB gebruikers

Bij de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van gebruikers wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.

    degene die als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt én tevens gebruiker is;

  • 2.

    degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA):

    • 2.1

      het langst op dat adres van het belastingobject is ingeschreven én ouder is dan 16 jaar;

    • 2.2

      de oudste in leeftijd van de langst ingeschrevenen;

    • 2.3

      de oudste in leeftijd van de langst ingeschrevenen, van het mannelijk geslacht;

    • 2.4

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Artikel 4 Voorkeursvolgorde voor rioolheffing, reinigingsheffingen en hondenbelasting

Bij de hondenbelasting, het rioolrecht en de reinigingsheffingen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.

    degene die als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt én tevens gebruiker is óf het object waar de hond wordt gehouden gebruikt;

  • 2.

    degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA):

    • 2.1

      het langst op dat adres van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden is ingeschreven én ouder is dan 16 jaar;

    • 2.2

      de oudste in leeftijd van de langst ingeschrevenen;

    • 2.3

      de oudste, langst ingeschrevenen, van het mannelijk geslacht;

    • 2.4

      degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject óf houder van de hond naar voren komt.

Artikel 5 Uitzonderingen op de voorkeursvolgorde

De hiervoor vermelde voorkeursvolgorde vindt geen toepassing als:

  • 1.

    de aanslag kan worden opgelegd aan degene die over het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

  • 2.

    bij de gemeente bekend is dat één van de potentiële belastingplichtige de desbetreffende aanslag op zijn of haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat het belastingbedrag niet kan worden betaald of ingevorderd.

Artikel 6 Situatie bij begin belastingtijdvak beslissend

Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij het begin van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 7 Afwijking voorkeursvolgorde

Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

Artikel 8 Geen wijziging als de aanslag al is opgelegd

Een wijziging kan - als al een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

Artikel 9 Opgelegde aanslag

Als in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de vorige artikelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

Artikel 10 Heffing op andere wijze

Als een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de vorige artikelen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Intrekking oude regeling

De Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, zoals vastgesteld bij besluit van 2 oktober 2002, worden ingetrokken.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie blijven van toepassing op belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2012 hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie gemeente Overbetuwe 2012.

Aldus besloten in de vergadering van 3 januari 2012.

Het college van burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris,de burgemeester,
   
   
Th.M.M. Hoex.E. Tuijnman.

Algemene toelichting

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject. In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Overbetuwe een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige of doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Voorkeursvolgorde bij verschillende categorieën genothebbenden

Bij een roerende of onroerende zaak kan sprake zijn van verschillende genothebbenden: de eigenaar, de bezitter of de beperkt gerechtigde. Als één van deze in een gemeentelijke belasting moet worden betrokken, kunnen zich bij het aanwijzen van de belastingplichtige twee keuzemogelijkheden voordoen, te weten:

  • a.

    een keuze tussen de hier genoemde categorieën genothebbenden;

  • b.

    een keuze binnen één categorie genothebbenden.

    In dit artikel is een voorkeursvolgorde bepaald als sprake is van verschillende categorieën genothebbenden.

    Als bij onroerende zaken in de kadastrale legger naast de eigenaar tevens een andere 'zakelijk gerechtigde' is vermeld, wordt degene die het afgeleide zakelijke recht heeft als genothebbende krachtens 'zakelijk recht' voor de onroerende-zaakbelastingen aangemerkt.

    Belastingplichtig is degene die het (meest omvattende) genot heeft van de (on)roerende zaak. Als zodanig bestaat in beginsel geen keuzevrijheid. Beperkt recht gaat als afgeleid recht voor op (bloot-)eigendom. De gekozen voorkeursvolgorde is mede gebaseerd op artikel 24 Waterschapswet.

    Artikel 2 Voorkeursvolgorde binnen één categorie genothebbenden

    Als er bij één onroerende zaak meer dan één genothebbende krachtens bijvoorbeeld eigendom kan worden aangewezen, kan de aanslag worden opgelegd aan één van hen (artikel 253 Gemeentewet).

    Gekozen is om aan te sluiten bij de in het Kadaster vastgelegde ‘voornaamste zakelijk gerechtigde’.

    Artikel 3 Voorkeursvolgorde OZB gebruikers

    Als er verschillende gebruikers zijn bij één onroerende zaak kan de aanslag worden opgelegd aan één van hen (artikel 253, eerste lid Gemeentewet).

    Het eerste lid beoogt een efficiënte aanslagoplegging: als de gebruiker en zakelijk gerechtigde gelijk zijn, wordt de aanslag opgelegd aan de zakelijk gerechtigde.

    Het tweede lid sluit geheel aan bij de in de stuurgegevens CiVision Belastingen Basis vastgelegde voorkeursvolgorde.

    Artikel 4 Voorkeursvolgorde voor rioolheffing, reinigingsheffingen en hondenbelasting

    De voorkeursvolgorde bij de heffing van rioolheffing, reinigingsheffingen en hondenbelasting is in essentie gelijk aan volgorde zoals in artikel 3 is genoemd.

    Artikel 5 Uitzonderingen op de voorkeursvolgorde

    In dit artikel is een tweetal uitzonderingen op de voorkeursvolgorde in de vorige artikelen opgenomen. De voorkeursvolgorde geldt derhalve, tenzij artikel 5 van toepassing is. Ook in dit artikel komen de doelstellingen, te weten een doelmatige uitvoeringspraktijk en invordering, tot uitdrukking. Verder wordt op deze wijze de continuïteit van bestuurlijk handelen bevorderd, alsmede recht gedaan aan het vertrouwen dat belastingplichtigen hebben in de handelwijze van de gemeente.

    Artikel 6 Situatie bij begin belastingtijdvak beslissend

    Voor de gemeentelijke belastingen die worden geheven naar een bepaald tijdstip is zonder meer duidelijk welk moment voor het beoordelen van de belastingplicht beslissend is. Voor de 'tijdvakbelastingen' is dit anders. In verband hiermee is in artikel 6 een tijdstip aangegeven.

    Artikel 7 Afwijking voorkeursvolgorde

    Het doel dat met de voorkeursvolgorde wordt beoogd is een eenvoudige uitvoeringspraktijk alsmede een doelmatige invordering. Deze doelstellingen kunnen ertoe nopen in voorkomende gevallen te moeten afwijken van de in de eerdere artikelen opgenomen volgorde.

    Artikel 8 Geen wijziging als de aanslag al is opgelegd

    In dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat als belastingplichtigen een andere tenaamstelling willen, daarmee eerst voor een volgend belastingjaar rekening kan worden gehouden. Het opleggen van een tweede primitieve aanslag is immers niet mogelijk.

    Artikel 9 Opgelegde aanslag

    Als sprake is van verschillende belastingplichtigen met hetzelfde belastbare feit en belastingplichtigen elk hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de belastingschuld, kan een aan één van de hen opgelegde aanslag niet worden vernietigd en een andere (tweede) aanslag aan een andere belastingplichtige worden opgelegd. Dit betekent dat als door omstandigheden een aanslag is opgelegd in afwijking van de in deze beleidsregel gestelde regels, die aanslag niet zonder meer ongeldig is. Van geval tot geval moet worden bezien of de belastingheffende instantie gebonden is aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur of dat er verschonende omstandigheden zijn.

    Artikel 10 Heffing op andere wijze

    In deze beleidsregel wordt steeds gesproken over 'aanslag'. Het kan voorkomen dat een gemeente een belasting niet heft bij wege van aanslag, maar op andere wijze. Op grond van dit artikel is de voorkeursvolgorde ook in die gevallen van toepassing.

    Artikel 11 Intrekking oude regeling

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 12 Overgangsrecht

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 13 Inwerkingtreding

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 14 Citeertitel

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.