Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieverordening periodieke subsidiëring in het kader van de Hoofdlijnennota en het Kunstenplan |
Citeertitel | Bijzondere subsidieverordening periodieke subsidiëring in het kader van de Hoofdlijnennota en het Kunstenplan |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Cultuur, sport en recreatie |
Externe bijlagen | Hoofdlijnennota 2013-2016.pdf (360 Kb) Inrichtingseisen aanvraag Kunstenplan 2013-2016.pdf (143 Kb) |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 30-11-2011
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 230/1110
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2011 | 22-12-2015 | nieuwe regeling | 30-11-2011 Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 230/1110 | Gemeenteblad 2011, afd. 1, nr. 1110 |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 2 Toepasselijkheid verordening
Op basis van deze verordening kunnen periodieke subsidies als bedoeld in artikel 1:1 van de ASA 2004 worden verstrekt voor activiteiten uit te voeren door professionele instellingen passend binnen de beleidsdoelstellingen vastgesteld in de Hoofdlijnennota, daaronder in ieder geval begrepen de culturele infrastructuur bestaande uit de functionele en vrije ruimte, de stedelijke ambities en (het onderhoud van) het culturele vastgoed dat voor de uitvoering van de activiteiten nodig is.
Artikel 3 Culturele infrastructuur en aanvragers
Op basis van deze verordening komen in aanmerking voor subsidie instellingen die in Amsterdam zijn gevestigd en:
waarvan de activiteiten onlosmakelijk verbonden zijn met Amsterdam vanwege een lange traditie, vanwege verantwoordelijkheden die zij dragen voor de gebouwen of collecties of unieke huisbespelers zijn van podia en uit hoofde van een of meerdere van deze eigenschappen onmiskenbaar verbonden zijn met een specifieke functie binnen de culturele infrastructuur;
Artikel 7 Subsidieplafond en verdeelsleutel
Indien het door de gemeenteraad in de begroting opgenomen subsidieplafond als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid, ASA 2004 onvoldoende is om alle aanvragen voor de betreffende ruimte te honoreren, stelt de gemeenteraad de aanvragen met inachtneming van het advies van de Kunstraad en het voorstel van het college in een rangorde vast.
Artikel 9 Advisering, beslissing en beslistermijn
De Kunstraad brengt advies uit met daarin een afweging van alle aanvragen in onderlinge samenhang en met in achtneming van de in deze verordening opgenomen en in de Hoofdlijnennota nader uitgewerkte criteria, het bepaalde in artikel 7 en het in de Hoofdlijnennota vastgestelde beleid en financieel kader.
In afwijking op de artikelen 7:5 en 7:6 ASA 2004 kan het college de aanvrager bij de subsidieverlening verplichten een egalisatiereserve te vormen indien de aard van de te subsidiëren activiteiten en de daarmee samenhangende doelstellingen met betrekking tot de overige inkomsten van de aanvrager daar aanleiding toe geven.
De Bijzondere subsidieverordening meerjarige budgetsubsidiëring van 1993 is van toepassing op subsidies verleend in het kader van het Kunstenplan 2009 - 2012 en blijft van kracht tot en met 31 december 2012 of zo veel langer als nodig is de verleende subsidies vast te stellen. De hiervoor bedoelde verordening vervalt met ingang van de achtste dag na die waarop de laatste subsidie is vastgesteld.