Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Precariobelasting Westpoort 2012 |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting Westpoort 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
Externe bijlage | Tarieventabel 2012 behorende bij de Verordening Precariobelasting Westpoort 2012.pdf (9 Kb) |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 20-12-2012
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2012, afd. 3a, nr. 229/1112
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2016 | 1 en 8 | 20-12-2012 Gemeenteblad 2012, afd. 3a, nr. 229/1112 | Gemeenteblad 2012, afd. 1, nr. 1112 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 20-12-2012 Gemeenteblad 2011, afd. 3a, nr. 251/1193 | Gemeenteblad 2011, afd. 1, nr. 1193 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats, behorende bij de parkeerapparatuur, ter zake waarvan een belasting kan worden geheven dan wel een parkeerplaats, behorende bij de parkeerapparatuur, waarop parkeren tijdelijk ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden of niet mogelijk is door fysieke omstandigheden (hekken, omheiningen, paaltjes e.d.);
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid is voor belastbare feiten als bedoeld in rubriek 5 van de bij deze verordening behorende tabel juncto het bepaalde in bijlage lijst A, onder II (Financiën en belastingen), sub 1 en 2, van de Verordening op de stadsdelen, deze verordening van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Amsterdam.
Artikel 4 Maatstaf van heffing; tarieven
In afwijking van het gestelde in het tweede lid vindt het in rubriek 2 van de tabel opgenomen jaartarief toepassing ten aanzien van bouwplaatsen die zijn bestemd om te worden opgericht voor een periode van langer dan 52 aaneengesloten weken. Deze periode van 52 weken behoeft niet te vallen in één kalenderjaar.
Artikel 7 Tarieftoepassing en ontheffing
Bij de toepassing van de tarieven:
wordt, indien meer dan één voorwerp op gemeentegrond door eenzelfde belastingplichtige wordt gehouden of meer dan één gemeentebezitting wordt gebruikt en deze naar maatschappelijke opvattingen bij elkaar behoren, voor de berekening van de belasting de tussenliggende ruimte mede in aanmerking genomen.
De belasting wordt niet geheven ter zake van:
een reeds vóór 1 december 1898 bestaande verdiepte ingang vóór een hoge stoep, een trede, een verhoogde trede vóór de zogenaamde stoepenlijn, een trap, een kelderingang, een pothuis of een andere buiten het gevelvlak uitstekende uitbouw welke met het desbetreffende eigendom aard- en nagelvast is verbonden, indien en voor zover zich bevindend op het grondgebied van de gemeente dat op 31 december 1920 aan haar toebehoorde, tenzij ter zake daarvan vóór 1 december 1898 is bepaald, dat de in artikel 2 bedoelde belasting wordt geheven.
Indien een voorwerp of uitbouw als hiervoor bedoeld, wijziging ondergaat of wordt vervangen, wordt de belasting geheven voor het meerdere dat daarna aan gemeentegrond wordt ingenomen;
Indien een voorwerp of uitbouw als bedoeld in het tweede lid, onder g, wijziging ondergaat of wordt vervangen door een ander voorwerp of uitbouw als bedoeld in het tweede lid, onder g, wordt de belasting evenmin geheven, indien na de wijziging of de vervanging niet méér gemeentegrond wordt ingenomen. Indien na de wijziging of vervanging méér gemeentegrond wordt ingenomen, wordt de belasting slechts over het meerdere gedeelte geheven.
De belasting wordt niet geheven indien en voor zover ter zake daarvan al uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst of een andere gemeentelijke belastingverordening, met uitzondering van de Verordening Binnenhavengeld Beroepsvaart en de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart, een bedrag wordt gevorderd.
Artikel 9 Ontstaan belastingschuld; ontheffing
Indien de belastingplicht, bij toepasselijkheid van de jaar- en seizoentarieven, in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd naar evenredigheid van het aantal volle kalendermaanden dat na het tijdstip van aanvang van de belastingplicht in het jaar of seizoen nog overblijft.
Indien de belastingplicht, bij toepasselijkheid van de jaartarieven, vermeld onder de rubrieken 1 en 2 van de tabel, in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd naar evenredigheid van het aantal volle weken dat na het tijdstip van aanvang van de belastingplicht in het jaar nog overblijft.
Indien de belastingplicht, bij toepasselijkheid van de jaartarieven, vermeld onder de rubrieken 1 en 2 van de tabel, in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend naar evenredigheid van het aantal na de beëindiging van de belastingplicht in het jaar nog resterende volle weken.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is een voorlopige aanslag invorderbaar in zo veel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, is de aanslag ter zake van het innemen van een ligplaats met een woonschip invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog kalenderkwartalen in het heffingsjaar overblijven. Op de laatste dag van de eerste maand van elk van die kwartalen vervalt een termijn. Indien in de dagtekening van het aanslagbiljet een latere maand dan de achtste maand van het heffingsjaar waarop de aanslag betrekking heeft, is vermeld, is de aanslag invorderbaar in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand, volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Met ingang van de in het derde lid vermelde datum vervalt de Verordening op de heffing en invordering van de Precariobelasting Westpoort 2011, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2010, nr. 228/760 (Gemeenteblad afd. 3A), met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.