Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening verstrekking persoonsgegevens GBA |
Citeertitel | Verordening verstrekking persoonsgegevens GBA |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Ambtelijke organisatie |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 9-11-2011
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 219/848
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2011 | 06-01-2014 | 17-11-2014 | nieuwe regeling | 09-11-2011 Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 219/848 | Gemeenteblad 2011, afd. 1, nr. 848 |
Artikel 2 Verstrekking aan binnengemeentelijke afnemers
Het college van burgemeester en wethouders gaat hiertoe niet over dan nadat van iedere binnengemeentelijke afnemer een opgave is ontvangen waarin de taken of werkzaamheden zijn beschreven waaruit de wenselijkheid of noodzaak blijkt dat deze afnemer over gegevens uit de GBA kan beschikken en de Registratiecommissie in de gelegenheid is gesteld advies ter zake uit te brengen.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 regelt het college van burgemeester en wethouders de toegang tot de GBA dan wel de verstrekking uit de GBA voor binnengemeentelijke afnemers die gegevens uit de GBA nodig hebben voor de vervulling van hun taken, zodanig dat deze afnemers aan hun verplichtingen krachtens de artikelen 3b en 62, eerste lid, van de Wet GBA kunnen voldoen.
Het college van burgemeester en wethouders regelt de wijze waarop de kennisgeving aan de binnengemeentelijke afnemer naar aanleiding van een terugmelding wordt gedaan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 62 van de Wet GBA en de artikelen 62 en 63 van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
Artikel 5 Verbanden tussen de basisadministratie en andere gegevensverzamelingen
Het college van burgemeester en wethouders willigt het verzoek slechts in, indien het van oordeel is dat het leggen van een dergelijk verband de doelmatigheid van de uitvoering van de aan de betrokken afnemer opgedragen taken of werkzaamheden ten goede komt en de persoonlijke levenssfeer van de ingeschrevenen niet onevenredig wordt benadeeld.