Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rozendaal

Verordening Inburgering gemeente Rozendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRozendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Inburgering gemeente Rozendaal
CiteertitelVerordening Inburgering gemeente Rozendaal
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

WetInburgering,art8;19,lid5;23,lid3;35

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-200701-04-200705-02-2011nieuwe regeling

19-06-2007

Gemeentelijk informatieblad “In de Roos”29-6-2007

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Inburgering gemeente Rozendaal

 

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

    • c.

      het Besluit: Het Besluit tot uitvoering van de wet inburgering (Besluit inburgering);

    • d.

      de Regeling: de Regeling inburgering (2006);

    • e.

      de Regeling Vrijwillige inburgering: de Regeling Vrijwillige Inburgering 2007, niet G-31;

    • f.

      inburgeringsvoorziening: voorziening gericht op het behalen van het inburgeringsexamen;

    • g.

      inburgeringsplichtige: de persoon zoals omschreven in artikel 3 onder b van de wet;

    • h.

      inburgeringsbehoeftige: de persoon zoals omschreven in artikel 1, onder punt h van de regeling Vrijwillige Inburgering 2007;

    • i.

      inburgeringstraject: geheel van voorzieningen gericht op het behalen van het inburgeringsexamen eventueel gecombineerd met een tweede doelstelling zoals arbeidsmarkttoeleiding, maatschappelijke participatie of opvoedingsondersteuning;

    • j.

      intake: het gesprek tussen een consulent werk en de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige met het doel de inburgeraar te informeren over zijn rechten en plichten in het kader van de Wet, de Regeling en/of de Regeling Vrijwillige Inburgering en uitvoering te geven aan de wettelijke verplichtingen van de gemeente op basis van de Wet en de Regeling;

    • k.

      boete: bestuurlijke boete, als bedoeld in hoofdstuk 6, paragraaf 2, van de wet.

  • 2.

    De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 Beleidsplan inburgering

  • 1.

    De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening in het eerste jaar van zijn raadsperiode, vierjaarlijks een beleidsplan inburgering vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering, rekening houdend met het gestelde in deze verordening.

  • 2.

    Het beleidsplan inburgering omvat in elk geval een nadere prioritering van de doelgroepen en/of specifiek te onderscheiden categorieën binnen de in de wet aangegeven doelgroepen die voor een inburgeringsvoorziening in aanmerking komen.

  • 3.

    Aan het einde van een raadsperiode stelt het college een verslag inburgering op met daarin de evaluatie en resultaten van het inburgeringsbeleid, en zendt dit naar de raad. Het beleidsverslag inburgering omvat in elk geval een rapportage ten aanzien van de doelmatigheid van de aangeboden inburgeringsvoorzieningen en van de informatievoorziening.

Hoofdstuk 2 Informatievoorziening

Artikel 3 De informatieverstrekking

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2

    Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      Informatieverstrekking via het Publieksbureau van de gemeente Rheden;

    • b.

      Informatieverstrekking via de consulenten werk van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Rheden;

    • c.

      Informatieverstrekking via maatschappelijke organisaties en (allochtone) intermediairs.

  • 3

    Het college beoordeelt na het eerste jaar van inwerkingtreding van de verordening en daarna ten minste eens in de twee jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

  • 4

    Aan de publieksbalie wordt algemene informatie verstrekt ten aanzien van:

    • a.

      de wet inburgering en aanverwante regelingen;

    • b.

      een eerste beoordeling van de inburgeringsverplichting van een potentiële inburgeringsplichtige;

    • c.

      de inburgeringsplichtige geïnformeerd over de uit de wet voortvloeiende rechten en plichten;

    • d.

      (gecertificeerde) aanbieders van inburgeringscursussen;

    • e.

      de doelgroepen aan wie de gemeente een aanbod van een inburgeringstraject doet c.q. kan doen, en de wijze waarop dit wordt gefaciliteerd.

  • 5

    Door de consulenten werk van de afdeling Werk en Inkomen wordt op de situatie van het individu afstemde informatie verstrekt betreffende:

    • a.

      de wet inburgering en aanverwante regelingen en de uit de wet voortvloeiende rechten en plichten;

    • b.

      een beoordeling van de inburgeringsverplichting van een potentieel inburgeringsplichtige;

    • c.

      indien hiertoe aanleiding bestaat, de procedure over ontheffing op basis van psychische of lichamelijke factoren of een verstandelijke handicap;

    • d.

      de inburgeringsbehoeftige geïnformeerd over de uit de regeling voortvloeiende mogelijkheden en plichten.

    • e.

      de inburgeringsplichtige en/of inburgeringsbehoeftige geïnformeerd over (gecertificeerde) aanbieders van inburgeringscursussen;

    • f.

      de inburgeringsplichtige en/of de inburgeringsbehoeftige geïnformeerd over de doelgroepen aan wie de gemeente een aanbod van een inburgeringstraject doet c.q. kan doen, en de wijze waarop dit wordt gefaciliteerd.

  • 6

    Nadere invulling van de informatievoorziening kan in door het college vast te stellen beleidsregels worden vastgelegd, mits passende binnen de beschikbare financiële middelen.

Hoofdstuk 3 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorzieningen

Artikel 4 Doelgroepen

  • 1.

    Aan de groepen inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 19, lid twee van de wet, biedt het college een inburgeringsvoorziening aan.

    • a.

      Aan asielgerechtigde inburgeringsplichtigen en geestelijk bedienaren die zich als nieuwkomer in de gemeente vestigen, zal uiterlijk binnen 8 weken na de intake een voorstel voor een aanbod worden gedaan;

    • b.

      Aan asielgerechtigde inburgeringsplichtigen en geestelijk bedienaren die ten tijde van de invoering van de wet reeds in de gemeente woonachtig zijn (oudkomers), zal na invoering van de wet een aanbod worden gedaan. Het tijdspad en de prioritering van het aanbod aan deze inburgeringsplichtigen, zal in door het college opgestelde beleidsregels, worden opgenomen;

    • c.

      Maatschappelijke begeleiding, in een op de specifieke situatie van het individu afstemde vorm, maakt onderdeel uit van een inburgeringsvoorziening ten behoeve van asielgerechtigde nieuw-en oudkomers.

  • 2.

    Aan inburgeringsplichtigen uit de doelgroepen als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de wet, kan het college een inburgeringsvoorziening aanbieden. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij in 2007 bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden. Op basis van de beschikbare budgetten en de wens lopende inburgeringstrajecten succesvol af te sluiten, biedt het college bij voorrang een inburgeringsvoorziening aan inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen aan waarvan wordt verwacht dat zij binnen 12 maanden het inburgeringsexamen halen.

    • b.

      Het college bepaalt binnen de doelgroepen van de wet en de in het meerjaren beleidsplan op te nemen prioritering binnen de doelgroepen, aan wie en wanneer zij een inburgeringsvoorziening aanbiedt;

  • 3.

    Een inburgeringsplichtige die in een eerdere gemeente al een aanbod tot een inburgeringsvoorziening heeft geaccepteerd, zal in geval van verhuizing naar de gemeente Rozendaal, eenzelfde of gelijkwaardige inburgeringsvoorziening worden geboden.

  • 4

    In door het college vast te stellen beleidsregels kunnen ten aanzien van de onder lid 1, 2 en 3 genoemde doelgroepen, nadere regels worden uitgewerkt inzake de aan deze doelgroep aan te bieden inburgeringsvoorziening, mits passend binnen het totale budget.

  • 5.

    In het beleidsplan inburgering zoals genoemd in artikel 2, lid 1 van deze verordening, zullen de inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen aan wie in 2008 en de jaren daarna met prioriteit een inburgeringsvoorziening wordt aangeboden, aangewezen worden.

Artikel 5 Samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1.

    Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op de uitkomst van de taal/leertoets of gelijkwaardige informatie omtrent taalniveau en leervermogen, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Het college bepaalt hoe een inburgeringsvoorziening voor een inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, wordt ingevuld.

  • 3.

    Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. De aangeboden inburgeringsvoorziening mag arbeidsinschakeling niet in de weg staan.

  • 4.

    Een inburgeringsvoorziening kan, naast hetgeen in de wet is geregeld, een of meer bijkomende onderdelen bevatten die specifiek gericht zijn op de behoefte van de betreffende inburgeringsplichtige.

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in beginsel in één keer en ten hoogste in 36 termijnen betaald.

  • 2.

    Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3.

    De wijze van inning van de eigen bijdrage en verrekening met algemene bijstand zullen in door het college vast te stellen beleidsregels worden opgenomen.

  • 4.

    Indien er sprake is van een inburgeringstraject waarop de bepalingen van de Re-integratieverordening dan wel de Beleidsregels niet-uitkeringsgerechtigden en mensen met een Algemene nabestaandenwetuitkering van toepassing zijn, kan het college aan de inburgeringsplichtige een premie ter hoogte van de eigen bijdrage verstrekken na afronding van het inburgeringstraject.

Hoofdstuk 4 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk, in tweevoud. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3.

    Binnen de gegeven kaders kan in onderling overleg een wijziging in het aanbod worden aangebracht. Een eventuele wijziging wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 4.

    De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 3 weken het College schriftelijk mee of hij het aanbod, inclusief eventuele schriftelijk vastgelegde wijzigingen, aanvaardt.

  • 5.

    Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 6 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

  • 6.

    In door het college vast te stellen beleidsregels kunnen nadere voorwaarden over de procedure van het doen van een aanbod worden opgenomen.

Artikel 8 Weigering van een aanbod

  • 1.

    1.De weigering van een aanbod voor een inburgeringsvoorziening geschiedt schriftelijk;

  • 2.

    Het aanbod wordt bovendien geacht te zijn geweigerd, als de inburgeringsplichtige ook na een eenmalig rappel 6 weken na de eerste oproep:

    • a.

      niet verschijnt op een oproep in verband met het doen van een aanbod; of

    • b.

      niet binnen de gestelde termijn een exemplaar van de aanbiedingsbrief of een schriftelijke weigering van het aanbod retour heeft gezonden.

  • 3.

    Als een inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening weigert, stuurt het college de inburgeringsplichtige:

    • a.

      een besluit met de datum waarop het inburgeringsexamen uiterlijk moet zijn behaald en de mogelijke consequenties van het niet-nakomen van deze verplichting;

    • b.

      informatie over de mogelijkheden om op eigen kracht in te burgeren, inclusief de mogelijkheden tot het afsluiten van een lening bij de IB-groep.

Artikel 9 Opleggen van verplichtingen ingeval van een gemeentelijk aanbod

  • 1.

    Het college kan een inburgeringsplichtige die een gemeentelijk aanbod accepteert, bij beschikking tenminste een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

    • a.

      het deelnemen aan alle onderdelen van het geaccepteerde inburgeringstraject;

    • b.

      het deelnemen aan gesprekken met de consulent afdeling W & I;

    • c.

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken met de hiertoe door de uitvoerder aangewezen functionaris;

    • d.

      voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen binnen een termijn die door het college is bepaald en/of op een door het college bepaald tijdstip; `

    • e.

      op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op en de uitvoering van de inburgeringsvoorziening.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 10 De inhoud van de beschikking ingeval van een gemeentelijk aanbod

  • 1.

    Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van het inburgeringstraject;

    • b.

      een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

    • c.

      de uiterste datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn afgelegd en moet zijn behaald;

    • d.

      de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;

    • e.

      ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

  • 2.

    In door het college vast te stellen beleidsregels kunnen nadere regels over in de beschikking op te nemen voorwaarden worden opgenomen.

Artikel 11 De inhoud van de beschikking ingeval van handhaving inburgeringsplichtige zonder gemeentelijk aanbod

  • 1.

    Het besluit tot handhaving van de inburgeringsverplichting bevat in ieder geval:

    • a.

      een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

    • b.

      de uiterste datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

    • c.

      ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Artikel 12 Ontheffing van de inburgeringsplicht

  • 1.

    Als een inburgeringsplichtige die de gemeente op basis van de wet een aanbod moet doen meent dat er omstandigheden van lichamelijke of psychische aard zijn die de inburgering belemmeren en/of sprake is van een verstandelijke handicap, kan het college de inburgeringsplichtige bij beschikking verplichten tot het meewerken aan een medisch onderzoek door een door de gemeente aangewezen arts teneinde een eventuele medische beperking vast te stellen die zou kunnen leiden tot een ontheffing van de inburgeringsverplichting.

  • 2.

    De inburgeringsplichtige die een gemeentelijk aanbod heeft geaccepteerd kan bij beschikking de verplichting worden opgelegd tot het meewerken aan een medisch onderzoek door een door de gemeente aangewezen arts ten einde een eventuele medische beperking vast te stellen die zou kunnen leiden tot een ontheffing van de inburgeringsverplichting.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige zonder gemeentelijk aanbod kan indien hij meent dat sprake is van omstandigheden van lichamelijk of psychische aard of een verstandelijke handicap die de inburgering belemmeren, op eigen initiatief een medisch onderzoek aanvragen bij een door de gemeente aangewezen arts teneinde een eventuele medische beperking vast te stellen die zou kunnen leiden tot ontheffing van de inburgeringsverplichting.

  • 4.

    In door het college vast te stellen beleidsregels kunnen nadere regels over de gronden voor ontheffing van de inburgeringsplicht worden opgenomen.

Artikel 13 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 200,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2.

    Ingeval van een inburgeringsplichtige die een gemeentelijk aanbod voor een inburgeringstraject heeft aanvaard, gelden de volgende boetes:

    • a.

      De bestuurlijke boete bedraagt minimaal € 350,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 van deze verordening;

    • b.

      De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald;

  • 3.

    Ingeval van een inburgeringsplichtige die zelf verantwoordelijk is voor zijn inburgering maar voor wie de gemeente een handhavingsverplichting heeft, bedraagt de boete € 250,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4.

    Het college kan de hoogte van de bestuurlijke boete verminderen indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht.

  • 5.

    Het college kan afzien van het opleggen van een boete indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht en indien iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 6.

    Indien het college besluit tot vermindering van de opgelegde boete of afziet van het opleggen van een boete op grond van niet-verwijtbaarheid of dringende redenen, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan.

  • 7.

    Het college kan in nadere beleidsregels vastleggen in welke gevallen kan worden afgezien van het opleggen van een boete.

Artikel 14 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 13, eerste lid van deze verordening, bedraagt € 250,- als de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    Ingeval van een inburgeringsplichtige die een gemeentelijk aanbod voor een inburgeringstraject heeft aanvaard, gelden de volgende boetes:

    • a.

      De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 13, tweede lid onder a van deze verordening, bedraagt € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding;

    • b.

      De bestuurlijke boete bedraagt € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald;

  • 3.

    Ingeval van een inburgeringsplichtige die zelf verantwoordelijk is voor zijn inburgering maar voor wie de gemeente een handhavingsverplichting heeft, bedraagt de bestuurlijke boete € 350,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4.

    Het college kan de hoogte van de bestuurlijke boete verminderen indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht.

  • 5.

    Het college kan afzien van het opleggen van een boete indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht en indien iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 6.

    Indien het college besluit tot vermindering van de bestuurlijke boete of afziet van het opleggen van een boete op grond van dringende redenen of niet verwijtbaarheid, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan.

  • 7.

    Het college kan in beleidsregels vastleggen in welke gevallen kan worden afgezien van het opleggen van een boete.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 april 2007.

Artikel 18 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Inburgering gemeente Rozendaal.