Organisatie | Hardinxveld-Giessendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2016 |
Citeertitel | Verordening haven- en kadegeld 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 17-12-2015 | 05238925 | |
29-12-2011 | nieuwe regeling | 15-12-2011 Het Kompas editie Hardinxveld-Giessendam, 21-12-2011 | GemHG/INTERN/7008 |
Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:
1. Vaartuig : Een drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen.
2. Meetbrief : Het document, als bedoeld in artikel 782, vierde lid van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stbl. 548 (Besluit binnenschependocumenten).
3. Laadvermogen : Het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het vaartuig bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige vaartuig.
4. Oppervlakte : Het product van de grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig.
5. Lengte : De grootste lengte van het vaartuig.
6. Havenmeester : De ambtenaar aan wie het toezicht op de havens en kaden is opgedragen of zijn plaatsvervanger.
7. Tabel : De bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 3 Havengeld: Belastingplicht
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar, de bewoner van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene, die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt, met dien verstande dat betaling door de één de anderen bevrijdt.
Artikel 4 Havengeld: Heffingsgrondslag
Grondslagen voor de berekening van het havengeld zijn:
a. voor vrachtschepen: het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;
b. voor passagiersschepen, pontons en baggermaterieel: de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;
c. voor woonschepen: de lengte, uitgedrukt in meters van het woonschip;
d. voor roeiboten, kano's en pleziervaartuigen: de aard en de lengte, uitgedrukt in meters van het vaartuig,
zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.
Het havengeld wordt geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.
Artikel 6 Havengeld: Tarieftoepassing
Voor de toepassing van de tarieven:
1. geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
2. wordt voor de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
3. wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
4. wordt, in afwijking van het in sub 1. tot en met 3. bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de grootste lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de sub 1. tot en met 3. bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;
5. wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;
6. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan;
7. keuze voor de voldoening van het havengeld bij abonnement geeft geen recht op een gereserveerde plaats in de haven.
Artikel 7 Havengeld: Vrijstellingen
Geen havengeld wordt geheven van:
1. vaartuigen in directe dienst van het rijk, voor zover vrijstelling krachtens wettelijk voorschrift moet worden verleend;
2. vaartuigen in gebruik bij het Koninklijk huis;
3. roeiboten, behorende tot vaartuigen, waarvoor havengeld wordt geheven;
4. vaartuigen, welke ten gevolge van ijsgang of andere weersomstandigheden gedwongen zijn in de haven te verblijven. De aanvang en de beëindiging van de 'toestand van ijsgang of andere weersomstandigheden' wordt door de havenmeester naar de omstandigheden beoordeeld;
5. sleep- en duwboten, die vaartuigen in de haven brengen of daaruit halen, tenzij de sleep- en duwboten langer dan zes uren in de haven verblijven;
6. vaartuigen, die minder dan twee achtereenvolgende uren gebruik maken van een ligplaats, mits deze tijd uitsluitend wordt benut om in de gemeente inkopen te doen of zaken af te handelen, niet laden of lossen en geen andere personen dan gezinsleden van de opvarenden of personeel in- of ontschepen;
Artikel 8 Kadegeld: Belastingplicht
De rechten worden geheven van de lader of de losser van de goederen, dan wel van de beheerder van de goederen.
De belastingplichtigen zijn ieder hoofdelijk voor het gehele bedrag van de belastingschuld aansprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de één de anderen bevrijdt.
Artikel 9 Kadegeld: Heffingsgrondslag
Grondslagen voor de berekening van het kadegeld zijn:
a. het gewicht en de soortelijke massa van de geladen of geloste goederen, materialen en/of voorwerpen;
b. de oppervlakte van de met de goederen, materialen en/of voorwerpen in beslag genomen oppervlakte;
c. de tijdsduur waarvoor toestemming is verleend voor de op de kade geplaatste werktuigen of installaties.
Het kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in de artikelen 11 en 12.
Artikel 11 Kadegeld: Tarieftoepassing
Voor de toepassing van de tarieven:
1. wordt een gedeelte van een eenheid van gewicht, oppervlakte of tijdsduur voor een volle eenheid gerekend;
2. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan.
Artikel 14 Invordering: Tijdstip van betaling en aanvang belastingplicht
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 13, schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 15 Invordering: Restitutie en overschrijving
Indien een vaartuig van blijvende aard wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangende vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde havengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden van het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde havengeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.
Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van haven- en kadegeld.
Artikel 17 Kwijtschelding van rechten
Kwijtschelding, als genoemd in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, wordt niet verleend voor de haven- en kadegelden, geheven krachtens deze verordening.
TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening Haven- en Kadegeld 2016 1
Tarieventabel behorende bij de "Verordening Haven- en Kadegeld 2016", vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2015.
A. LADEN OF LOSSEN - heffingsgrondslag: laadvermogen.
B. NIET LADEN OF LOSSEN - heffingsgrondslag: laadvermogen.
Het havengeld bedraagt voor vrachtschepen, die niet geheel of niet gedeeltelijk laden en/of lossen, voor een onafgebroken verblijf in de haven: |
|||
C. IN- OF ONTSCHEPEN VAN PASSAGIERS - heffingsgrondslag: oppervlakte.
In- of ontschepen van passagiers
D. PASSAGAGIERSSCHEPEN, PONTONS - heffingsgrondslag: oppervlakte.
E. ROEI-, SPEED- EN MOTORBOTEN EN PLEZIERVAARTUIGEN TOT EEN LENGTE VAN 6 METER - heffingsgrondslag: de aard van het vaartuig.
Roei-, speed- en motorboten en pleziervaartuigen tot een lengte van 6 meter
Het havengeld bedraagt voor roei-, speed- en motorboten en pleziervaartuigen met een maximale lengte |
||
F. MOTORBOTEN EN PLEZIERVAARTUIGEN MET EEN LENGTE VAN 6 METER OF MEER - heffingsgrondslag: de lengte in meters.
Motorboten en pleziervaartuigen met een lengte van 6 meter of meer
Het havengeld bedraagt voor motorboten en pleziervaartuigen met een lengte van 6 meter of meer, voor een onafgebroken verblijf in de haven: |
||
G. WEEKENDTARIEF - heffingsgrondslag: laadvermogen, oppervlakte.
H. WOONSCHEPEN - heffingsgrondslag: lengte.
I. LADEN OF LOSSEN VAN VAARTUIGEN - heffingsgrondslag: het gewicht van de geloste of geladen goederen, materialen of voorwerpen.
Laden of lossen van vaartuigen
J. INGEBRUIKNEMING KADE - heffingsgrondslag: de in gebruik genomen oppervlakte.
K. GEBRUIK GEMEENTETRECHTER - heffingsgrondslag: het gewicht van de geloste materialen alsmede de tijdsduur.
L. HET PLAATSEN VAN HULPMIDDELEN - heffingsgrondslag: tijdsduur.